Ingezonden persbericht


Steun voor een onzichtbare groep op school.

"Het was een erg eenzame tijd. Ik wilde niet zijn wie ik was. Tegen de tijd dat ik het zelf geaccepteerd had, dacht ik wel zeker dat anderen dat niet zouden doen. Mijn ouders vonden het ook erg moeilijk en dus had ik juist op school heel veel steun kunnen gebruiken. Maar er werd niet meer dan 10 minuten in de biologieles besteed aan homoseksualiteit. Dus ik dacht dat ik de enige was op school en wist niet bij wie ik terecht kon. Als in die tijd meer aandacht besteed was aan het onderwerp, dan had ik het misschien aan wat vrienden durven vertellen en had ik naar de vertrouwenspersoon of mentor gekund. Omdat ik dan wist dat de school achter mij stond. Daar had ik dan ook steun kunnen vinden voor mijn problemen thuis".

Dit is het verhaal van veel HoLeBi's (Homoseksueel/Lesbisch/Biseksueel) over hun middelbare schooltijd.

Het Diversiteitproject van Art.1 Bureau Discriminatiezaken en Bureau Discriminatiezaken Kennemerland richt zich op bewustwording van de positie van HoLeBi's in het onderwijs en tools om invulling aan steun te geven.

Het project is gericht op leerlingen van de bovenbouw info en hun mentoren.

Als school uit NHN deelnemen aan het project? Bel voor informatie: Lisette Stolwijk (voorlichter art.1 NHN) 072-5154400 of mail naar: voorlichting@art1nhn.nl.

De uitvoering van het project is afhankelijk van toezegging van subsidies.

Veel mensen weten op jonge leeftijd al dat ze HoLeBi zijn. Anderen twijfelen op die leeftijd erg over hun seksuele gerichtheid. Het blijkt echter dat leerlingen zeer zelden hun seksuele gerichtheid naar buiten brengen op school. Voor jongeren is acceptatie door hun peers van groot belang en ze zijn bang om met hun 'coming out' buiten de groep te vallen, of erger: ernstig gepest te worden. Dit is niet voor niets: 'Hé homo' is een van de meest gebruikte uitroepen gebruikt door jongeren, wel of niet bedoeld als grapje, maar áltijd kwetsend. Want als dat woord gebruikt wordt als iets negatiefs, dan moet homo zijn wel heel erg of negatief zijn. Het is kwetsend voor HoLeBi's, maar ook voor jongeren die HoLeBi's in hun persoonlijke omgeving hebben: een oom, een broer, een moeder. Eén op de tien mensen is HoLeBi en nog veel meer mensen hebben een HoLeBi in hun familie. Dit betreft dus een behoorlijk grote groep op scholen.

Niemand wil 'anders' zijn en zeker tieners niet. Als zij zich aangetrokken voelen tot iemand van het zelfde geslacht kunnen ze hier erg over in verwarring raken en het nodig hebben om daar met iemand in alle veiligheid en anonimiteit over te praten. Scholen zouden deze gesprekspartners kunnen bieden. Maar hoe weten leerlingen dat deze personen een open houding hebben ten opzichte van seksuele diversiteit?

Veiligheid voor leerlingen en docenten op school is een heel belangrijk item voor scholen. Maar veiligheid rondom homoseksualiteit is een van de minst onderkende kwetsbaarheden.

Omdat jongeren vaak niet uit de kast komen is het probleem rondom hun eenzaamheid en verwarring niet zichtbaar. Homoseksualiteit lijkt simpelweg niet te bestaan op school.

Het is daarom van groot belang dat vanuit de kant van de school een duidelijke handreiking gedaan wordt. Dit is het signaal voor HoLeBi's dat homoseksualiteit bespreekbaar is met docenten en een start van de steun die ze hard nodig kunnen hebben.

Ook docenten in het onderwijs kunnen behoefte hebben aan een open dialoog over homoseksualiteit. Docenten hebben een keuze: ze leiden een dubbelleven of zijn gewoon open over hun seksuele gerichtheid. Beide keuzes brengen spanningen met zich mee. Het is niet makkelijk steeds te liegen over hoe je partner heet en een soort 'geheim' met je mee te dragen; alsof je je daar voor moet schamen! Maar als je wel uit de kast komt, waar sta je dan als leerlingen "Hé homo" naar je gaan roepen (of erger). Is dat een probleem van de docent? Of het team? Of de school? Weet de docent waar hij terecht kan en wat schoolbeleid?

----------