Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Den Haag, 24 april 2009

Fantasierijke provocateur Günter Brus in Gemeentemuseum Den Haag

Günter Brus - Mitternachtsröte
16 mei t/m 20 september 2009
Gemeentemuseum Den Haag

Met zijn provocerende acties in de jaren '60 bracht hij chaos en heftige verontwaardiging in het bekrompen, gelovige en conservatieve Oostenrijk van die tijd. Het rebelse imago dat Günter Brus (1938) hiermee creëert, is hij nooit meer kwijt geraakt, ook al behoort hij inmiddels tot de gevestigde orde en wordt hij beschouwd als een van de grootste levende Oostenrijkse kunstenaars. De tentoonstelling in het Gemeentemuseum richt zich op het werk van Brus uit de periode waarin hij afscheid heeft genomen van de performances en zelfmutilatie en zich vooral bezig houdt met schrijven en tekenen. Hierin kan hij, zonder lichamelijke restricties, zijn fantasie de vrije loop laten gaan. Dit resulteert in prachtige, sprookjesachtige tekeningen en beeldgedichten die doen denken aan de symbolistische voorstellingen van Weense kunstenaars als Egon Schiele en Gustav Klimt.

Günter Brus verlaat in 1960 vroegtijdig, zoals de meeste avant-gardistische kunstenaars van zijn generatie, de Academie voor toegepaste kunst in Wenen. Al snel wordt hij een van de hoofdrolspelers van het Wiener Aktionismus. Met zijn radicale performance Kunst und Revolution, waarin hij aan de Weense universiteit voor een vol auditorium naakt en al poepend het Oostenrijkse volkslied zong, haalt hij zich de woede van het establishment op de hals. Hij wordt veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en moet Oostenrijk verlaten. In 1969 vertrekt hij naar Berlijn in een tijdelijk exil. In zijn performances gebruikte Brus, in plaats van een doek of papier, zijn lichaam als drager van het kunstwerk. Dit leidt van onschuldige zelfbeschildering in de beginperiode tot zijn heftige laatste actie Zerreissprobe in 1970 waarin hij zijn blote huid open snijdt met scheermesjes. Hierna stopte hij met zijn performances en beperkte hij zijn persoonlijke actionisme tot tekenen en schrijven. De sierlijke tekeningen die hij in de jaren '70 en '80 maakt, ademen de sfeer uit van de Weense decadentie van rond de eeuwwisseling. Zijn fabelachtige en kleurrijke beelden van bloemmotieven en sensuele menselijke figuren wekken de indruk dat ze direct vanuit zijn onderbewuste zijn ontstaan. Tegelijkertijd zitten ze vol kritische verwijzingen naar filosofie, geschiedenis, bijbel en maatschappij. In zijn beeldgedichten schept Brus een geheel eigen idioom. Tekst is hierbij een belangrijk onderdeel van een tekening. Ook in zijn taal is Brus fantasierijk; hij verzint woorden of stelt nieuwe woorden samen waarvan de betekenis niet concreet te benoemen is maar waarvan een grote suggestieve kracht uitgaat. Werken uit de eigen collectie van het Gemeentemuseum van onder andere Schiele, Klimt en Jan Toorop vullen de tentoonstelling aan en leggen een link tussen de Weense symbolistische kunst van rond 1900 en die van Günter Brus. Bij de tentoonstelling verschijnt de rijkelijk geïllustreerde catalogus Mitternachtsröte met bijdragen van Franz Kaiser, Peter Noever en Olivier Kaeppelin. De tentoonstelling is georganiseerd in samenwerking met het MAK in Wenen, Musée d'art moderne, St. Étienne en de galerie Heike Curtze (Wenen/Berlijn)



Ingezonden persbericht