| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | | |Brussel, 15 mei 2009 | |10021/09 (Presse 138) | |P 58 | |(OR. en) | |PERSMEDEDELING | |Betreft: Verklaring betreffende het politieke geweld in Jemen | |Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie | |betreffende het politieke geweld in Jemen |De Europese Unie herhaalt dat zij positief staat tegenover een eengemaakt, stabiel en democratisch Jemen; zij is in dat verband zeer verontrust over berichten betreffende politieke gewelddaden die zich in het zuiden en elders in Jemen hebben voorgedaan en reeds een aantal slachtoffers hebben geëist. De Europese Unie roept alle partijen op zich terughoudend op te stellen en zich te onthouden van gewelddaden, die de spanningen alleen maar kunnen opvoeren en de problemen tussen de regio's nog erger kunnen maken. De EU roept de regering, alle politieke partijen, de organisaties van het maatschappelijk middenveld en de Jemenitische burgers met klem op een dialoog aan te gaan teneinde de inventaris van de problemen op te maken en dringende maatregelen te nemen die tot een oplossing voor de gefundeerde grieven kunnen leiden.
De Europese Unie toont zich na de berichtgeving over de situatie in het zuiden eveneens bezorgd over de recente beperkingen van de mediavrijheid. De Europese Unie roept de Jemenitische regering op de mediavrijheid en de toegang tot informatie, die fundamentele rechten zijn, te waarborgen.
De Europese Unie erkent en waardeert de rol van de samenwerkingsraad van de Golf (GCC) in het ondersteunen van de ontwikkeling van Jemen, zoals is gesteld tijdens de 19e zitting van de Gezamenlijke Raad/ministeriële bijeenkomst EU-GCC die op 29 april in Muscat is gehouden.
De kandidaat-lidstaten Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.