Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Eerste Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 22 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VENW/DGLM-2009/1500

Uw kenmerk Datum 19 mei 2009 143727U

Onderwerp Europese voorstellen betreffende rechten van passagiers Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

In haar brief van 3 april 2009 heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat een aantal vragen gesteld in relatie tot de twee, in december 2008 verschenen Europese voorstellen betreffende de rechten van passagiers in respectievelijk het busvervoer en de zee- en binnenvaart. Naar aanleiding van deze vragen informeer ik u als volgt.

Wat betreft het ontbreken van het onderscheid tussen het nationale en het internationale vervoer in het regeringsstandpunt over het voorstel inzake de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen verwijs ik naar het betreffende BNC-fiche (zie bijlage). In het BNC-fiche (cf. par. 2: Samenvatting BNC-fiche) wordt vermeld dat een onderscheid tussen nationaal en internationaal vervoer bij dit voorstel minder noodzakelijk lijkt omdat het passagiersvervoer in de zee­ en binnenvaart in vergelijking met het busvervoer relatief weinig nationaal vervoer kent.

Wat betreft de vraag van de vaste commissie in hoeverre de regering het noodzakelijk acht Europese wetgeving te realiseren aangaande het binnenlands passagiersvervoer over de binnenwateren, geldt dat Nederland in het algemeen bij de lopende onderhandelingen over het voorstel steeds zal toezien op de mate van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid en ook op het voorkomen van onnodige administratieve lasten. Met name bij het binnenlands passagiersvervoer over de binnenwateren is, in vergelijking met de zeevaart, vaak sprake van een kortere reisduur, kleinere ondernemingen, minder omvangrijke, tot géén havenfaciliteiten en kleinere schepen. Nederland heeft daarom in het debat over het voorstel tijdens de afgelopen Transportraad van 30 maart jongstleden aangegeven dat het voorstel in de huidige vorm onvoldoende rekening houdt met de verschillende karakteristieken van respectievelijk de zee- en de binnenvaart. Dit standpunt werd gedeeld door de meeste andere lidstaten. Op dit punt zal naar aanleiding van het gevoerde debat tijdens de Transportraad naar een oplossing worden gezocht. Overigens neem ik voor openbare diensten te water hetzelfde standpunt in als in de verordening inzake de rechten van autobus- en touringcarpassagiers.

a

Pagina 1 van 2





Gelet op het bovenstaande vind ik het nu nog te vroeg om Europese regelgeving

ten aanzien van de passagiersrechten in het binnenlands passagiersvervoer over Ons kenmerk de binnenwateren uit te sluiten. Ik benadruk daarbij wel nogmaals dat Europese VENW/DGLM-2009/1500 regelgeving op dit terrein een meerwaarde moet hebben en dat de voorgestelde maatregelen niet moeten leiden tot onnodige administratieve lasten en ook handhaafbaar en uitvoerbaar moeten zijn.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

Pagina 2 van 2