Partij van de Arbeid

Den Haag, 19 mei 2009

Vragen van het lid Timmer (PvdA) aan de minister van Justitie

over onrust onder aspirant adoptiefouders


1. Bent u bekend met de onrust die nu leeft onder aspirant adoptiefouders die in de procedure zitten die via deelbemiddeling vanuit de VS hopen te adopteren?{1}


2. Wat is de reden dat juist op dít moment de procedure voor adoptie via deelbemiddeling vanuit de VS wordt verscherpt wordt gecontroleerd? Waar bestaat die controle uit en wat zijn de criteria waaraan wordt getoetst in het kader van die verscherpte controle? Zijn alle partijen zoals Kind en Toekomst, de aspirant adoptiefouders, de betrokkenen in de VS en anderen, op de hoogte van de criteria?


3. Waarom gaat de minister nú verscherpte controle op deelbemiddeling vanuit de VS opleggen en het beleid wijzigen op een voornemen dat hij heeft, maar nog niet democratie is afgerond? Waarom wordt juist op de deelbemiddeling vanuit de VS zo scherp gecontroleerd? Zijn er aanwijzingen dat juist vanuit de VS de deelbemiddeling slecht verloopt ?


4. Hoeveel aspirant adoptiefouders worden geconfronteerd door die verscherpte controle? Zijn er aspirant adoptiefouders die waarschijnlijk door deze verscherpte controle dusdanig lang moeten wachten zodat ze niet meer kunnen adopteren omdat ze de toegestane leeftijd voor adoptie hebben overtreden? Hoe gaat u met deze gevallen om? Zijn er nu al concrete gevallen waarin de scherpere toetsing wordt toegepast? Zo ja, is al besloten aan welke verscherpte criteria zij moeten voldoen? Zo niet, is dit niet in strijd met het beginsel van rechtszekerheid?


5. Op grond van het subsidiariteitsbeginsel moet de Staat van herkomst "naar behoren" onderzoeken of het kind in eigen geplaatst kan worden. Als de verscherpte controle mede te maken heeft met de subsidiariteittoets, aan welke criteria moet de VS voldoen om aan te kunnen tonen dat aan de subsidiariteittoets is voldaan? Zijn de criteria meetbaar?


6. Wordt er vanuit het Nederlandse perspectief een minimum termijn gehandhaafd voordat over mag worden gegaan naar interlandelijk adoptie? Zo ja, is deze termijn in het belang van het kind? Als het niet mogelijk is om binnen die termijn aan de criteria te voldoen wat is daarvan dan de consequentie? Zijn de Amerikaanse autoriteiten niet beter in staat om te bepalen of een individueel kind "zonder al te veel problemen" te plaatsen is in Amerika? Hoe kan Nederland bepalen dat "zeer jonge kinderen zonder al te veel problemen geplaatst lijken te kunnen worden in Amerikaanse gezinnen"? Is dit niet een vraag dat per zaak in Amerika moet worden beantwoord?


7. Klopt het dat Amerikaanse adoptiebureau's moeten bewijzen dat het kind minstens drie keer in de VS ter adoptie is aangeboden? Is dit door de aspirant adoptiefouders te bewijzen en is dit dus een reële eis?


8. Bent u bekend met het foster care systeem in de VS? Is dit vergelijkbaar met de pleegouderzorg in Nederland?


9. Hoe gaan andere Europese landen, zoals Frankrijk, Engeland, Duitsland en België, om met adopties uit de Verenigde Staten in relatie tot het Haags Adoptie Verdrag? Hoe gaan deze landen om met de subsidiariteittoets? Welke criteria worden in de andere landen gebruikt om te voldoen aan subsidiariteittoets?


10. Is er een onderzoek dat uitwijst dat jonge kinderen goed plaatsbaar zijn in de VS? Welke onderzoek is dat, wie heeft dat onderzoek uitgevoerd en kunt u dat onderzoek naar de Kamer sturen?

{1} http://adoptieblog.wordpress.com/2009/05/14/petitie-deelbemiddeling-moet-blijven/

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl

{1} http://adoptieblog.wordpress.com/2009/05/14/petitie-deelbemiddeling-moet-blijven/