* Nieuws
Emotionele problemen bij kinderen in Oeganda leiden tot medicalisering
Medisch antropologe Grace Akello-Ayebare deed onderzoek naar
ouderloze kinderen die opgroeien in het door burgeroorlog
geteisterde Gulu in Noord-Oeganda. Emotionele problemen leiden
somatisering en hoog medicijngebruik. Promotie op woensdag 20
mei.
Zorg voor gezin
Grace Akello-Ayebare studeerde aan de Makarere University in
Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Ze deed daarna
promotie-onderzoek naar kinderen die opgroeien in Gulu, in
Noord Oeganda. Daar heerste meer dan twintig jaar een
burgeroorlog tussen het Oegandese leger en de rebellen van het
Verzetsleger van de Heer. Veel kinderen hebben hun ouders
verloren door geweld of HIV/aids en dragen daardoor de zorg
voor zichzelf en voor de andere kinderen uit het gezin.
Hoe en wat
Akello sprak met kinderen tussen de negen en de zestien jaar
die hoofd zijn van een gezin en onderzocht hoe ze, in een
situatie van aanhoudende burgeroorlog, zorg of behandeling
vinden voor hun klachten. Ze wilde weten wat ze ondernamen om
te herstellen, zowel van opgelopen infecties als van emotionele
nood.
Aandoeningen
De kinderen bleken veel last van ziekten te hebben, vooral van
infectieziekten. Zij vertelden over koude rillingen, koorts en
hoofdpijn, meestal gediagnosticeerd als malaria, en over
diarree, cholera, hoest en griep, schurft, ooginfecties en
verwondingen.
Daarnaast vond Akello een scala van klachten die wijzen op
emotionele nood. De ellendige leefomstandigheden, de extreme
armoede, angst voor ontvoering, verlies van naaste familieleden
en het verwerken van seksueel en oorlogsgeweld zijn hier debet
aan.
Somatisering
Het wordt de kinderen ontmoedigd om over hun emotionele
problemen te praten. Hoewel er ook sprake is van somberheid en
`kwade geesten' vertalen de emotionele problemen zich vaak in
somatische klachten zoals hoofd- en buikpijn of slapeloosheid.
Een `voordeel' van somatisering is dat lichamelijke klachten
door de omgeving veel sneller worden geaccepteerd en dat daar
dan ook een behandeling bij past in de vorm van medicijnen.
Sommige kinderen verzwijgen hun pijn, vele gebruiken van
slaapmedicatie of gebruiken een plant, atika (soortnaam
Labiate).
Zelf kopen
Kruidenmiddelen en farmaceutica zijn in Noord-Oeganda eenvoudig
te krijgen, ook medicijnen die officieel op recept gegeven
worden, zoals antibiotica en medicijnen tegen malaria. De door
de overheid gesteunde gezondheidscentra verstrekken gratis
farmaceutische medicijnen aan zieken, maar daar zijn vaak geen
medicijnen meer. Dus krijgen de kinderen vaker het advies om de
medicijnen te kopen bij particuliere verkooppunten
(privéklinieken en apotheken, waartussen overigens weinig
verschil bestaat).
Koopkracht
Kind in vluchtelingenkamp in Pader (Noord-Oeganda).
In hoeverre de kinderen medicijnen kunnen aanschaffen, hangt
dus af van hun koopkracht. Daarbij worden ze blootgesteld aan
risico's zoals verkeerd gebruik en overconsumptie van en
verslaving aan medicijnen. Het gebruik van farmaceutica is
hoog. De kinderen gebruiken drie keer zo vaak medicijnen als
natuurlijke middelen. Het gaat vooral om antibiotica,
koortswerende middelen zoals paracetamol, kinine tegen malaria,
en psychofarmaceutica zoals valium.
Preventie onmogelijk
De situatie waarin de kinderen leven maakt het hen praktisch
onmogelijk door middel van preventieve maatregelen infecties te
voorkomen. Ze zijn gedwongen te kiezen voor een
korte-termijnoplossing. Hoewel deze kan bijdragen aan het
welbevinden van de kinderen en de symptomen van emotioneel
lijden kan verlichten, levert Akello kritiek op de gerichtheid
op medicijnen aangezien die leidt tot farmaceutisering van
emotioneel lijden. Van daadwerkelijke heling is geen sprake.
Toch kan ook `unintended cure' (een onvoorzien helend effect)
plaats hebben: het feit dat kinderen iets aan hun kwalen doen,
geeft enige verlichting.
Grace Akello-Ayebare, Wartime children's suffering and quests
for therapy in northern Uganda
Promotie: Woensdag 20 mei
Faculteit: Geneeskunde
Promotor: prof.dr. J.M. Richters
(19 mei 2009/AS/CH)
Webredactie - 19/05/2009
Universiteit Leiden