GS willen belang provincie in Nuon houden
20-5-2009
Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Holland houden vast aan hun verzet
tegen de verkoop van energieproducent Nuon aan een buitenlandse
partij.
GS hebben op 19 mei het principebesluit genomen om op de komende
aandeelhoudersvergadering tegen de overname van Nuon te stemmen.
Tegelijkertijd hebben ze besloten om de eigen aandelen wel te verkopen
als de andere aandeelhouders ook tot verkoop besluiten. Op 15 juni
adviseren Provinciale Staten over de mogelijke verkoop van Nuon.
Gedeputeerde Heller: Noord-Holland vindt energieproductie en -levering
een nutsvoorziening, die in publieke handen hoort te zijn. Als wij
echter de enige aandeelhouder zijn met dit standpunt, moeten we
noodgedwongen toch tot verkoop overgaan. Zeker aangezien ook het
kabinet heeft aangegeven ons niet te willen steunen in onze koers.
Publiek belang
De provincie vindt publieke invloed in de energiesector nodig, omdat
de overheid op die manier invloed kan uitoefenen op de prijzen, de
productie van duurzame energie, de leveringszekerheid en de
werkgelegenheid. Toen bekend werd dat de andere grootaandeelhouders
(waaronder de provincies Friesland en Gelderland en de gemeente
Amsterdam) wel bereid zijn om tot verkoop over te gaan, heeft de
provincie in een open brief aan het kabinet het Rijk opgeroepen een
aandeel in Nuon te nemen, om zo samen met Noord-Holland het publieke
belang te waarborgen. Minster Van der Hoeven van Economische Zaken
heeft daarop afwijzend gereageerd.
Noord-Holland hecht aan het publieke belang, maar als de provincie als
enige publieke aandeelhouder zou overblijven, is verkoop
onontkoombaar. Het huidige aandeel van de provincie (9,2%) is te klein
om als overheid daadwerkelijk invloed te kunnen blijven uitoefenen.
Bovendien moet Noord-Holland haar financiële belangen niet uit het oog
verliezen. Nu besluiten de (publieke) aandeelhouders over jaarlijkse
dividenduitkering, maar de nieuwe meerderheidsaandeelhouder kan er
voor kiezen geen dividend meer uit te keren.
Opbrengst
Over de bestemming van de opbrengst na verkoop van de aandelen is nog
geen besluit genomen. Die vraag is pas aan de orde na het advies van
Provinciale Staten (15 juni) en het definitieve besluit van
Gedeputeerde Staten (16 juni). Duidelijk is al wel dat een deel van
het geld gereserveerd moet worden om de weggevallen dividenduitkering
te compenseren. Provinciale Staten zullen over de besteding van de
rest van het geld in een later stadium besluiten.
Nieuwsredactie
Provincie Noord-Holland