Ministerraad
Kabinet: vernieuwing forensische zorg vermindert recidive
Persbericht | 20-05-2009
Met een vernieuwing van de forensische zorg kan worden voorkomen dat
personen met een psychische stoornis of verstandelijke beperking in
een justitiële inrichting terecht komen, terwijl ze daar eigenlijk
niet thuis horen. Een goede zorg kan het aantal gevallen van recidive
verminderen. De ministerraad heeft daarom op voorstel van minister
Hirsch Ballin van Justitie ingestemd met het wetsvoorstel forensische
zorg.
Vooral in het gevangeniswezen worden steeds meer personen opgenomen
met een psychische stoornis of een verstandelijke beperking. De
mogelijkheden om deze groep te behandelen zijn in het gevangeniswezen
begrensd, en voor zover aanwezig, kan de behandeling vaak niet worden
afgemaakt omdat na afloop van de gevangenisstraf plaatsing van de
gedetineerde in een instelling van geestelijke gezondheidszorg niet
altijd zonder problemen verloopt. Directe terugkeer kan leiden tot
snelle terugval in oorspronkelijk gedrag en daarmee tot recidive. Het
wetsvoorstel beoogt dit te verbeteren door een betere aansluiting
tussen het strafsysteem en de geestelijke gezondheidszorg te
verwezenlijken. Daartoe is onder meer de forensische zorg uit de AWBZ
gehaald en het budget met ingang van 1 januari 2008 definitief
overgegaan naar de Justitiebegroting.
Bij de forensische zorg gaat het om 19 strafrechtelijke titels, zoals
tbs met proefverlof, een voorwaardelijke veroordeling, een sepot met
voorwaarden, plaatsing in een inrichting voor veelplegers, en
overbrenging vanuit het gevangeniswezen voor hulpverlening of naar een
psychiatrisch ziekenhuis. De Directie Forensische zorg van de Dienst
Justitiële Inrichtingen (DJI) koopt de zorg rechtstreeks in bij de
aanbieders. Alle forensische zorg wordt daarmee centraal ingekocht en
aan de hand van een uniforme methode wordt bepaald welke zorg en
plaatsing nodig is. Ook van belang is het nieuwe wetsvoorstel
verplichte geestelijke gezondheidszorg dat de huidige Wet bijzondere
opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (bopz) vervangt. Samen met
de voorgestelde regeling voor de forensische zorg worden belemmeringen
weggenomen die goede zorgverlening in de weg staan.
Zo wordt het mogelijk in elke fase van het strafrechtelijk traject te
kiezen voor een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
In de voorfase kan de officier van justitie een afweging maken of een
strafrechtelijke vervolging of het aanvragen van een (zorg)machtiging
op grond van de Wet bopz (dan wel de nieuwe wet verplichte geestelijke
gezondheidszorg) de passende maatregel is. Ook in de fase van het
vonnis van de rechter en na afloop van de verleende forensische zorg
moet zijn voorzien in een goede aansluiting. Als de strafrechter de
verdachte geen forensische zorg oplegt of besluit om de tbs niet te
verlengen, kan hij een zorgmachtiging afgeven. Ook krijgt de
strafrechter de bevoegdheid om op voorstel van het Openbaar Ministerie
een (zorg)machtiging af te geven aan een forensische patiënt met een
psychische stoornis aan wie na afloop van de strafrechtelijke titel
onvrijwillige zorg moet worden verleend.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar
bij indiening bij de Tweede Kamer.