SGP
20 - 05 - 09 | Ontwikkelingssamenwerking effectiever
Ontwikkelingssamenwerking effectiever
Minister Koenders voor ontwikkelingssamenwerking heeft gelijk als hij
de hulp aan andere landen effectiever wil maken. De SGP kan zich
daarom vinden in de plannen van de minister om ook hulporganisaties te
prikkelen tot een meer creatieve opstelling en samenwerking.
---
AO Ontwikkelingshulp
20 mei 2009
Van der Staaij
Effectiviteit
Voorzitter. De huidige economische crisis raakt ook
ontwikkelingslanden heftig. Ook in die zin is het waardevol om juist
nu het ontwikkelingsbeleid bij de tijd te brengen en om haar
effectiviteit blijvend te verbeteren.
In de beleidslijnen die de minister schetst ten aanzien van het
zogenaamde particuliere kanaal wordt duidelijk, dat de minister
ontwikkelingsorganisaties wil âprikkelenâ om te komen tot een hogere
effectiviteit en tot meer creativiteit en doelmatigheid. Versnippering
wordt tegengegaan en samenwerking wordt bevorderd. Het binnenhalen van
overheidsgeld moet steeds weer expliciet worden verdiend.
Mijn fractie heeft met instemming kennisgenomen van deze insteek van
de minister. Om te voorkomen dat ontwikkelingsorganisaties achterover
gaan leunen of een te sterk accent leggen op het in stand houden van
het eigen koninkrijkje als doel in zich, is het heel goed om als
overheid de nodige prikkels in te bouwen.
In hoofdlijnen derhalve akkoord met de plannen. Wel enige
kanttekeningen.
Kapitaalvernietiging
In de eerste plaats wil ik waarschuwen voor een vorm van
kapitaalvernietiging. Ik denk dan aan verschillende dingen.
Maatschappelijke organisaties zullen 60% van de MFS-gelden moeten
besteden in bilaterale partnerlanden van Nederland. Deze eis is nieuw.
Wat betekent dit voor organisaties die hieraan op dit moment niet aan
voldoen? Hoeveel organisaties betreft dit? Mijn fractie waarschuwt
tegen het geforceerd afbouwen van lopende programmaâs; dat zou immers
kapitaalvernietiging zijn. Is er ruimte voor een serieuze
overgangstermijn om dit te voorkomen?
Daarnaast vraag ik mij af of wij niet enige flexibiliteit moeten
inbouwen ten aanzien van dit percentage. Moet er niet tenminste
gewerkt worden met een zekere bandbreedte?
Ook heb ik vragen bij het minimumbedrag dat per land moet worden
besteed (minimaal 500.000 euro). Soms wordt met kleine investeringen
veel bereikt. Wordt dit niet gefrustreerd door deze eis?
De minister wil samenwerking stevig stimuleren. Het opzetten en
onderhouden van samenwerkingsverbanden kost echter veel tijd. Krijgen
samenwerkingsverbanden de tijd om zich te bewijzen, ook gedurende de
subsidieperiode?
Is voorts het risico niet aanwezig, dat de instelling van de
bovengrens van 30 organisaties zal leiden tot uitsluiting van vooral
een groep jongere organisaties, die eigenlijk gewenst was met het oog
op vernieuwing en innovatie?
Verdeling
Een meer fundamenteel punt is het volgende. Enige tijd geleden kregen
wij van de minister zijn nota âSamen werken aan mondiale uitdagingenâ.
In deze nota duidde de minister aan (p. 98) dat hij de multilaterale
ontwikkelingssamenwerking stevig wil intensiveren, zowel financieel
als beleidsmatig. Hoe doet de minister dit, gegeven het fors lagere
ODA-budget? Tegelijkertijd is bekend, dat het bedrag voor MFS II fors
wordt verlaagd. Hoe verhouden deze voornemens zich tot de insteek uit
âSamenwerken, maatwerk, meerwaardeâ, namelijk dat de bezuinigingen
evenredig verdeeld zullen worden over de verschillende
bestedingskanalen? Ik kan deze gegevens niet op één rijtje krijgen.
Het lijkt mij een serieuze politieke afweging of het multilaterale
kanaal inderdaad zo expliciet bevoordeeld moet worden ten opzichte van
het particuliere kanaal. Wordt er nu niet disproportioneel bezuinigd
op het particuliere kanaal?
Ambassades
De minister wil MFS financiering steeds vaker laten verlopen via
ambassades. Hoe gaan ambassades deze rol echter invullen? We weten dat
er op onderdelen toch de nodige technische ondercapaciteit bestaat bij
ambassades, zeker als het gaat om complexe onderwerpen als HIV/AIDS,
maar ook ten aanzien van de rol die religieuze organisaties kunnen
spelen en dergelijke.
Overheid
In de notaâs van de minister is overheidsbeleid het onbetwiste
vertrekpunt. Heeft de minister ook oog voor de eigenstandige rol van
maatschappelijke organisaties in ontwikkelingslanden, en zo ja, op
welke wijze blijkt dat? Juist als de overheid faalt, kunnen
maatschappelijke organisaties een mogelijk betekenisvolle rol spelen.
Maatschappelijke organisaties zijn soms min of meer het enige wat
functioneert in ontwikkelingslanden, zeker als het gaat om fragiele
staten. Bovendien, juist in ontwikkelingslanden is het niet
ongebruikelijk, dat de overheid, het maatschappelijk middenveld en de
private sector de sociale dienstverlening delen. Is het niet zaak om
de krachten van dergelijke organisatievormen te benutten in plaats van
vrijwel uitsluitend in te zetten op de overheid?
Evaluatie
Het evaluatiebeleid inzake MFS-gelden wordt verscherpt. Op zichzelf
prima. De eis van 75% is echter hoger dan de eis die de overheid
zichzelf oplegt. Waarom zouden wij het particuliere kanaal anders
behandelen dan de andere kanalen? Daarvoor zie ik geen reden.
Evalueren is een kostbare zaak. Hoe wordt gewaarborgd, dat de kosten
voor evaluatie in verhouding staan tot de kosten van het programma?
NIMD
Ik sluit mij aan bij de gestelde vragen over meer duidelijkheid
omtrent het tweede standaardsubsidiekanaal naast MFS II (onder meer
relevant voor NIMD).