Ministerie van Economische Zaken
Datum 20 mei 2009
Betreft Mogelijkheid splitsing van het wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en
de Elektriciteitswet (31 904)
In reactie op uw verzoek van 14 mei jl. heb ik de mogelijkheid verkend van
splitsing van het wetsvoorstel tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet
1998 (Kamerstuk 31904) in twee afzonderlijke wetsvoorstellen. Ik constateer dat
dit niet mogelijk is zonder aanzienlijke vertraging van een van de twee
wetsvoorstellen.
Het splitsen van een wetsvoorstel dat is ingediend bij de Tweede Kamer, in twee
delen die gelijktijdig in behandeling blijven, vergt een bewerkelijke procedure. Om
de regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit in een
afzonderlijk wetsvoorstel neer te leggen, zoals u voorstelt, zou ik deze regels bij
nota van wijziging uit het wetsvoorstel moeten terugtrekken. Vervolgens zou ik
die regels in een nieuw wetsvoorstel moeten opnemen en dat voorstel opnieuw
aan uw Kamer moeten aanbieden. Daarbij ben ik verplicht om het hele voortraject
opnieuw te doorlopen. Dit levert naar verwachting drie maanden vertraging op.
U vraagt in uw brief eveneens naar mijn oordeel over de wenselijkheid van een
dergelijke splitsing. Ik heb de onderwerpen in dit wetsvoorstel geïntegreerd om
daarmee in één keer een aantal toezeggingen aan uw Kamer na te komen en
zoveel mogelijk een samenhangend beeld te schetsen. De reden om voorrang
voor duurzame elektriciteit op te nemen in dit voorstel is tweeledig. De eerste
reden is inhoudelijk van aard. Zoals ik in de memorie van toelichting heb
aangegeven, vormen de drie centrale thema's van het energiebeleid:
betrouwbaar, betaalbaar en schoon, de basis voor dit wetsvoorstel. Tegen deze
achtergrond strekt dit wetsvoorstel hoofdzakelijk tot de verdere ontwikkeling en
verbetering van de energie-infrastructuren, de verbetering van de werking van de
gasmarkt en de invoering van voorrang voor duurzaam opgewekte elektriciteit.
Deze maatregelen dienen zowel het belang van voorzieningszekerheid, van de
positie van de consument, als van (de transitie naar) een duurzame
energiehuishouding. Voorrang voor duurzaam heeft binnen dit geheel een
duidelijke inhoudelijke samenhang met de procedure rondom
uitbreidingsinvesteringen. Die investeringen zijn dringend noodzakelijk om
knelpunten in het net op te lossen, die op dit moment tot congestie kunnen
leiden. Tot het moment dat het elektriciteitsnet voldoende uitgebreid is, wil ik
duurzame elektriciteit voorrang geven bij congestie. Dit is nadrukkelijk ook de
wens van uw Kamer, gezien de aanname van de motie Ten Hoopen/Smeets
(Kamerstukken II 2007-2008, 31 200, nr. 24). De tweede reden om voorrang
voor duurzaam in dit wetsvoorstel op te nemen, is dan ook gelegen in de urgentie
om het nu te regelen. Dit geldt overigens net zozeer voor de verbetering van de
werking van de gasmarkt. Ook op dat vlak vind ik de maatregelen dringend
gewenst en heeft uw Kamer aangedrongen op spoed. Verbetering van de
procedures voor uitbreidingsinvesteringen en de extra bevoegdheid voor de NMa
om tarieven aan te passen, zijn eveneens onderwerpen die naar mijn mening zo
snel mogelijk geregeld moeten zijn. Ik vind splitsing van het wetsvoorstel dan ook
niet wenselijk.
Ik besef dat deze aanpak heeft geresulteerd in een wetsvoorstel dat omvangrijk is
en veel verschillende onderwerpen bevat. Als u in de behandeling procedureel een
onderscheid zou willen maken, kan ik me voorstellen dat u besluit voor het
onderdeel 'voorrang voor duurzaam' een apart verslag in te dienen en/of een
aparte behandeling te agenderen. Op deze manier blijft het wetsvoorstel als
geheel in tact en verwacht ik dat de noodzakelijke maatregelen uit het
wetsvoorstel sneller van kracht kunnen worden. Vanwege de complexiteit van het
wetsvoorstel, bied ik u graag aan om een technische briefing over het
wetsvoorstel aan uw Kamer te geven. Voor 'voorrang voor duurzaam' is in januari
al zo'n briefing gehouden. Uiteraard is het mogelijk om dit onderwerp nogmaals
onderdeel van de briefing te laten zijn.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken