1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
CEND/HDJZ-2009/550 sector
LUV
Datum 20 mei 2009 Uw kenmerk
31856
Onderwerp Nota naar aanleiding van het verslag aangaande de wijziging van de
Bijlage(n)
Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EG) nr. 1
1794/2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk
heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten
Geachte voorzitter,
Met belangstelling heb ik kennis genomen van het verslag van de vaste
commissie voor Verkeer en Waterstaat inzake het wetsvoorstel tot wijziging van
de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EG) nr. 1794/2006 tot
vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor
luchtvaartnavigatiediensten (hierna: de Vergoedingenverordening).
Hierbij beantwoord ik de door de leden van de vaste kamercommissie gestelde
vragen en gevraagde toelichtingen. Daarbij wordt zoveel mogelijk de volgorde
van het verslag aangehouden.
1. Algemeen
- De leden van de PvdA-fractie willen weten welke ervaringen tot nu toe
zijn opgedaan met het Besluit vergoedingen luchtvaartnavigatiediensten
dat per 1 januari 2008 in werking is getreden.
De ervaringen met het per 1 januari 2008 in werking getreden
Vergoedingenbesluit op basis van de Vergoedingenverordening inzake het
gemeenschappelijk heffingenstelsel zijn positief. De in navolging van andere
landen doorgevoerde overheveling van de naderingszone vanuit de terminal
heffingen naar de "en route"-heffingenzone heeft geleid tot lagere kosten in de
plaatselijke heffingenzone en daarmee tot een positief effect op de
concurrentiepositie van de Mainport Schiphol. Ook het op maat verstrekken van
voorlichting aan de sector heeft bijgedragen aan een acceptatie van de
herstructurering van de heffingen.
- De leden van de PvdA-fractie vragen de regering in te gaan op geluiden
dat LVNL met financiële problemen kampt en in hoeverre dit gevolgen
heeft voor de tarieven van luchtvaartnavigatiediensten.
a
agina 1 van 9
---
Het heffingensysteem van de luchtvaartnavigatiedienstverlening gaat uit van
volledige kostendekking. De heffing wordt berekend als het quotiënt van de Ons kenmerk
kosten van de luchtverkeersdienstverlening in enig jaar en het geprognotiseerde CEND/HDJZ-2009/550 sector
aantal vluchten in dat jaar. Een dalend aantal vluchten leidt in die systematiek op LUV
termijn tot een hoger tarief. Het effect van een hoger of lager aantal vluchten in
enig jaar en van kostenonder- of overschrijdingen wordt verrekend in de
vergoedingen in het tweede jaar volgend op het jaar waarin die over- of
onderdekking plaats heeft.
In de laatste maanden van 2008 en in 2009 is sprake van een ernstige terugval
van het verkeer en dus van een sterke vermindering van de inkomsten van LVNL.
De kosten kunnen door het vaste karakter daarvan op de korte termijn niet of
nauwelijks worden verlaagd. Pas op langere termijn zullen de kosten gelet op de
hiervoor beschreven berekeningssystematiek tot een volledige kostendekking
kunnen leiden. De tarieven voor het jaar 2009 zijn vastgesteld voordat inzicht
bestond in de laatste ontwikkelingen van het verkeer in 2008. Het tussentijds
verhogen van de tarieven zou contra-productief zijn en negatief uitwerken voor de
concurrentiepositie van Schiphol en KLM.
Als gevolg van de teruglopende inkomsten en gelijkblijvende uitgaven dreigt
zonder nadere maatregelen op korte termijn een tekort aan liquide middelen voor
LVNL. Met LVNL en het Ministerie van Financiën wordt thans overleg gevoerd
teneinde die situatie te voorkomen.
Daarnaast is het ook van groot belang dat LVNL kostenreducerende maatregelen
treft. LVNL heeft een personeelsreductie van 100 fte aangekondigd en daarnaast
enige andere maatregelen getroffen om de kostenonderdekking in 2009 te
beperken. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft aan LVNL verzocht om
maatregelen te treffen die leiden tot lagere kosten in 2012. LVNL, KLM en
Schiphol en het ministerie voeren overleg over de mogelijke kostenreducties van
LVNL, mede in relatie tot de toekomstige positionering van LVNL. In dat verband
wordt ook bezien op welke wijze de effecten van de kostenonderdekkingen in
2008 en 2009 (die effect hebben op de tarieven in 2010 en 2011) kunnen worden
gemitigeerd.
- De leden van de PvdA-fractie vragen voorts naar de stand van zaken rond
de liberalisering van de markt voor luchtvaartnavigatiediensten. In dat
kader willen de leden weten in hoeverre LVNL een zelfstandig
overheidsorgaan blijft dan wel een verzelfstandigde (overheids-)
vennootschap wordt. Tevens wil men weten of dat ook voor Eurocontrol
en het KNMI geldt.
Op dit moment zijn er geen concrete plannen voor een omvorming van LVNL tot
een verzelfstandigde (overheids-)vennootschap.
De Europese regelgeving voor de instelling van een gemeenschappelijk Europees
luchtruim, waar ook de Vergoedingenverordening uit voortvloeit, maakt onder
meer het instellen van grensoverschrijdende luchtruimblokken mogelijk.
Nederland werkt thans met een aantal andere Europese landen aan een dergelijk
luchtruimblok (FABEC). Ik kan niet uitsluiten dat de ontwikkelingen in FABEC-
verband uiteindelijk kunnen leiden tot een heroverweging van de juridische
positionering van zowel LVNL als Eurocontrol dat in het kader van het
zogenaamde MUAC verdrag tevens luchtverkeersleiding verstrekt binnen
Nederland.
Volledigheidshalve merk ik op dat de positie van Eurocontrol als
intergouvernementele organisatie in dit verband niet in het geding is.
Pagina 2 van 9
Ter zake van het agentschap KNMI verwijs ik naar het Algemeen Overleg van
24 maart 2009 inzake de evaluatie van de wet op het KNMI waarbij onder meer is Ons kenmerk
vastgesteld dat de Staatssecretaris bij het voorstel tot wijziging van de Wet op CEND/HDJZ-2009/550 sector
het KNMI een gemotiveerd overzicht van taken van het KNMI zal voegen. LUV
- De leden van de VVD-fractie informeren of de informatieverplichtingen
zoals genoemd in de Memorie van Toelichting tot meer lastendruk en
financiële consequenties voor verleners van luchtvaartnavigatiediensten
zal leiden.
De Vergoedingenverordening legt in de artikelen 8 en 15 een aantal
informatieverplichtingen op. Deze sluiten voor een aanzienlijk deel aan op de
reeds geldende informatieverplichtingen. In zoverre leidt de
Vergoedingenverordening dus niet tot een toename van financiële consequenties
voor verleners van luchtvaartnavigatiediensten. LVNL was bijvoorbeeld reeds
gewoon om een jaarlijks in een User Consultation Meeting de belanghebbende
partijen te informeren over de ontwikkelingen van de kosten en vergoedingen,
zowel met betrekking tot de en route als met betrekking tot de plaatselijke
heffingen.
In internationaal verband organiseert Eurocontrol van oudsher een User
Consultation over de ontwikkelingen in de "en route"-heffingenzone. Daarnaast
worden thans ook onder auspiciën van de Europese Commissie User Consultation
Meetings ter zake van de plaatselijke heffingen georganiseerd.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel B
Artikel 5.20, tweede en derde lid
- De leden van de CDA-fractie willen weten waarom Eindhoven Airport niet
onder de plaatselijke heffingenzone valt en vragen naar de motieven voor
deze keuze.
Eindhoven Airport is een militair vliegveld met civiel medegebruik. De luchthaven
heeft een militaire luchtverkeersdienstverlening. De kostenstructuur van de door
Defensie ingerichte luchtverkeersdienstverlening ter plaatse is gebaseerd op de
regelgeving van het Ministerie van Defensie. Wel worden, ter voorkoming van het
risico van concurrentievervalsing met andere luchthavens, de kosten van de
luchtverkeersleiding voor het civiel medegebruik van Eindhoven Airport als
onderdeel van de totale visitkosten in rekening gebracht bij de
luchtvaartmaatschappijen.
Echter, door het karakter van militaire luchthaven is de Vergoedingenverordening
inzake het gemeenschappelijke heffingenstelsel niet van toepassing op deze
luchthaven. Daarom is Eindhoven Airport niet ondergebracht in de One Group of
Airports, die ter zake van de door LVNL verzorgde luchtverkeersdienstverlening
vanaf Schiphol, Rotterdam, Beek en Eelde is gevormd en waarvoor
dientengevolge een uniform plaatselijk eenheidstarief geldt.
- De leden van de CDA-fractie informeren in hoeverre de kosten voor de
luchtvaartsector zullen stijgen naar aanleiding van het wetsvoorstel. Dit
naar aanleiding van het feit dat op pagina 8 van de Memorie van
Toelichting is aangegeven dat de "en route"-kosten meer zijn gestegen
Pagina 3 van 9
dan de plaatselijke kosten, terwijl op pagina 4 staat aangegeven dat de
totale kosten als gevolg van het nieuwe tarievenstelsel niet toenemen. Ons kenmerk
CEND/HDJZ-2009/550 sector
De totale kosten van luchtverkeersdienstverlening in de Nederlandse "en route"- LUV
heffingenzone en in de plaatselijke heffingenzone zijn als gevolg van de
toepassing van de Vergoedingenverordening niet gestegen. In navolging van de
buurlanden wordt de dienstverlening aan het naderingsverkeer niet langer meer
beschouwd als onderdeel van het plaatselijke verkeer, maar is dit ondergebracht
in de "en route"-heffingenzone. De kosten van omstreeks 33 miljoen van de
dienstverlening aan het naderingsverkeer zijn dientengevolge ook verschoven van
de plaatselijke heffingenzone naar de "en route"-heffingenzone. De kosten van de
dienstverlening in de plaatselijke heffingenzone zijn derhalve met hetzelfde
bedrag gedaald als zij in de "en route"-heffingenzone zijn gestegen.
- De leden van de CDA-fractie vragen voorts of de kosten voor
luchtvaartnavigatiediensten deel uitmaken van het onderzoek naar de
kostenstructuur van de luchtvaart zoals onlangs door de regering
toegezegd.
Ja. In de Interdepartementale Werkgroep Concurrerend Kostenniveau wordt bij
bovenbedoeld onderzoek ook aandacht besteed aan de kosten van de
luchtverkeersdienstverlening. Daarnaast heeft mijn ministerie LVNL verzocht om
kostenreducerende maatregelen te nemen. Op basis daarvan en op basis van de
aankondiging van LVNL haar personeelsbestand met 100 fte te verminderen is
een afzonderlijk overleg gestart tussen LVNL, KLM, Schiphol en mijn ministerie
over door de LVNL te nemen kostenreducerende maatregelen.
- De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de regering meer inzicht
kan bieden in de effecten van het wetsvoorstel op de kosten voor de
luchtvaarsector.
Zoals ook hiervoor is aangegeven leidt het wetsvoorstel als zodanig niet tot
hogere kosten voor de luchtvaartsector. Integendeel voorziet het wetsvoorstel
overeenkomstig de Vergoedingenverordening in een aantal maatregelen die
kostenreducerend kunnen werken. Zo voorziet het wetsvoorstel in effectieve
dwangmaatregelen tegen wanbetalers en bevat het formele grondslagen voor het
verlenen van vrijstellingen in de plaatselijke heffingenzone en voor het treffen van
stimuleringsmaatregelen als bedoeld in de Vergoedingenverordening.
Dwangmaatregelen kunnen bijvoorbeeld tot een verlaging van de kosten van
LVNL en voor de gebruikers leiden omdat met deze maatregelen het risico van tot
dusverre moeilijk te innen vorderingen wordt verminderd.
- De leden van de PvdA-fractie willen weten in hoeverre voor het "en
route"-verkeer nog slechts één Europees tarief geldt en hoe hoog dat
tarief is.
Op grond van de Vergoedingenverordening gelden voor het "en route"-verkeer
nog steeds afzonderlijke nationale "en route"-vergoedingen. Wel zijn deze
vergoedingen ingevolge de Vergoedingenverordening gebaseerd op een uniforme
kostenopbouw.
De Europese regelgeving voor de instelling van een gemeenschappelijk Europees
luchtruim, waar ook de Vergoedingenverordening uit voortvloeit, maakt onder
meer het instellen van grensoverschrijdende luchtruimblokken mogelijk.
Pagina 4 van 9
Nederland werkt thans met een aantal andere Europese landen aan een dergelijk
luchtruimblok (FABEC). In het kader daarvan wordt ook bekeken of bijvoorbeeld Ons kenmerk
een single unit rate voor het gehele FABEC mogelijk zal zijn. CEND/HDJZ-2009/550 sector
LUV
- Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie in hoeverre in ieder land een
ander tarief voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten wordt
vastgesteld door de voor luchtvaart verantwoordelijke minister.
Voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten gelden ingevolge de
Vergoedingenverordening per land afzonderlijke tarieven. In een groot aantal
landen, waaronder ook Nederland, is gekozen voor een tarief dat geldt voor de
verlening van de luchtvaartnavigatiediensten op alle luchthavens, waar die
plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten door dezelfde dienstverlener worden
verleend.
Artikel 5.20, achtste lid
- De leden van de CDA-fractie vragen naar een nadere definitie van het
begrip algemeen belang in het kader van de mogelijkheid tot verlening
van vrijstellingen van de verplichting tot vergoedingen voor
luchtvaartnavigatiediensten. Tevens wil men weten in hoeverre trauma
helicopters onder deze definitie vallen.
Het begrip algemeen belang zal in het kader van de mogelijkheid tot verlening
van vrijstellingen aan de hand van algemene beginselen van behoorlijk bestuur en
aspecten als aantoonbaar publiek belang en maatschappelijk risico worden
ingevuld. Op basis van deze elementen wordt een afweging gemaakt die er in
praktische termen op neer komt dat uitsluitend sprake is van vrijstellingen indien
er op grond van billijkheid, redelijkheid of evenredigheid een dringende reden
bestaat om de overheid en niet de afnemer van de luchtvaartdiensten te laten
betalen voor de dienstverlening.
Traumahelikopters worden als zodanig niet apart genoemd in de limitatieve
opsomming van mogelijke vrijstellingen van de Vergoedingenverordening. Echter,
de specifieke wijze van opereren van deze luchtvaartuigen leidt er toe dat
dergelijke vluchten wel onder bepaalde volgens de verordening vrij te stellen
categorieën gebracht zouden kunnen worden. Zo kunnen deze vluchten, waarbij
start en landing in het algemeen plaats vinden vanaf een heliport behorende bij
het academische centrum waar zij gestationeerd zijn, in de "en route"-
heffingenzone doorgaans worden aangemerkt als terreinvluchten waarvoor
lidstaten op grond van de verordening vrijstelling kunnen verlenen. Overigens is
in de plaatselijke heffingenzone in het algemeen geen sprake van een
vergoedingverplichting voor de traumahelikopters omdat start en landing plaats
hebben op een heliport waarop geen luchtverkeersleiding van toepassing is. Een
definitief besluit omtrent de categorieën waaraan vrijstelling zal worden verleend
zal in Vergoedingenbesluit luchtvaartnavigatiedienstverlening worden vastgelegd.
- De leden van de PvdA-fractie vragen welke soorten luchtvoertuigen en
luchtvaartnavigatiediensten voor de vrijstellingsmogelijkheid in
aanmerking zullen komen. Ook willen ze weten of de Amvb waarin de
vrijstellingen zullen worden geregeld bij de Kamer wordt voorgehangen.
In artikel 9 van de Vergoedingenverordening is het kader opgenomen voor het
verlenen van vrijstelling van de verplichting tot het betalen van vergoedingen
Pagina 5 van 9
voor luchtvaartnavigatiedienstverlening. Daarbij verplicht de verordening lidstaten
tot het verlenen van vrijstellingen voor bepaalde categorieën vluchten. Voorts laat Ons kenmerk
het de lidstaten vrij vrijstellingen te verlenen voor een aantal categorieën CEND/HDJZ-2009/550 sector
vluchten. LUV
Op grond van de verordening gelden voor "en route"-verkeer in elk geval
vrijstellingen voor vluchten met vliegtuigen met een startgewicht minder dan 2
ton, bepaalde gemengde VFR/IFR vluchten en vluchten die uitsluitend worden
uitgevoerd voor officiële missies van regerende vorsten en hun directe familie,
staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regering.
Naast bovenstaande verplicht te verlenen vrijstellingen kan in de "en route"-
heffingenzone worden gedacht aan vrijstellingen voor militaire vluchten. Bij
VFR-vluchten kan worden gedacht aan zodanige vrijstellingen dat alleen
vergoedingen worden betaald voor vluchtinformatieverstrekking. Voor de
plaatselijke heffingenzone wordt overeenkomstig de Vergoedingenverordening
gedacht aan vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor officiële missies van
regerende vorsten en hun directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en
ministers van de regeringopsporings- en reddingsvluchten en militaire vluchten.
Te zijner tijd kan ik u nader informeren omtrent de concrete lijst van vrij te
stellen categorieën vluchten.
- De leden van de SP-fractie willen weten of de overheid de mogelijkheid
tot verlening van vrijstelling als sturingsinstrumentarium zal inzetten.
De Vergoedingenverordening voorziet in een specifiek sturingsinstrumentarium
voor het bevorderen van de doelstellingen achter die verordening. In dit kader
maakt deze verordening het treffen van stimuleringsmaatregelen mogelijk. Met
het oog hierop bevat het wetsvoorstel een grondslag voor het toepassen van
dergelijke maatregelen. De stimulering van bepaalde doelstellingen zal met name
in dat kader plaatsvinden. De verlening van vrijstellingen is daartoe geen
geëigend instrument. Dit middel is er primair op gericht bepaalde categorieën
verkeer aan de hand van criteria als algemene beginselen van behoorlijk bestuur
(redelijkheid, billijkheid, evenredigheid) vrij te stellen van de verplichting
vergoedingen te betalen.
Artikel 5.20, negende lid
- De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre er ruimte is het
instrument van het gebruik van financiële prikkels onder de
Vergoedingenverordening ook voor vergroening en/of duurzaam gebruik
van de omgeving in te zetten.
Artikel 12 van de Vergoedingenverordening bevat een limitatieve opsomming van
de doelen van stimuleringsregelingen. Daarbij is niet direct verwezen naar doelen
als vergroening en/of duurzaam gebruik van de omgeving. Zo geldt met
betrekking tot verleners van luchtvaartnavigatiediensten bijvoorbeeld een
verbetering van de doeltreffendheid of de kwaliteit van de dienstverlening en
bepaalde bekwaamheden of de uitvoering van bepaalde projecten. Met betrekking
tot gebruikers van luchtvaartnavigatiediensten gelden doelen als de toepassing
van vliegtuigapparatuur waarmee de luchtruimcapaciteit beter wordt benut, of
het verlenen van compensaties aan gebruikers die ongemakkelijke, minder
drukke routes kiezen. Een voorbeeld van een toegepaste stimulering betreft
Datalink, een door Eurocontrol betaalde stimuleringsregeling voor een project in
Pagina 6 van 9
het kader van SESAR (de technologische component van het pakket inzake het
gemeenschappelijk Europees luchtruim (SES)). Ons kenmerk
CEND/HDJZ-2009/550 sector
- De leden van de PvdA-fractie vragen naar de manier waarop incentives LUV
die moeten leiden tot een optimaler gebruik van het luchtruim op dit
moment zijn verwerkt in haven- en landingsgelden. Men wil in dit kader
weten of deze incentives zijn verwerkt in de landingsrechten van Schiphol
of in de vergoedingen voor LVNL.
Op dit moment zijn in haven- en landingsgelden een aantal incentives verwerkt.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om incentives gericht op het terugdringen van geluid
en nachtvluchten. Dit zijn echter andere incentives dan de
stimuleringsmaatregelen bedoeld in artikel 12 van de Vergoedingenverordening
die erop gericht zijn de luchtvaartnavigatiedienstverlening te optimaliseren.
- Ook vragen de leden van de PvdA-fractie of de incentives gebruikt worden
ter beperking van geluidhinder en zo nee waarom niet.
Een incentive ter zake van de vermindering van de geluidshinder is ingebouwd in
de in haven- en landingsgelden van Schiphol. Artikel 12 van de
Vergoedingenverordening verwijst niet naar een dergelijke doelstelling bij het
inzetten van stimuleringsmaatregelen.
Onderdeel C
- De leden van de CDA-fractie vragen of de regering voornemens is gebruik
te maken van de mogelijkheid luchthavens uit te zonderen van de
toepassing van de werking van de Vergoedingenverordening. Indien dit
het geval is vraagt men naar:
de motivering voor het maken van een uitzondering;
aan welke luchthavens wordt gedacht;
In hoeverre dit gevolgen heeft voor de kostenstructuur van de
uit te zonderen luchthaven en voor luchtvaartmaatschappijen.
De regering is inderdaad voornemens gebruik te maken van de mogelijkheid
luchthavens uit te zonderen van de toepassing van de Vergoedingenverordening.
Lidstaten kunnen de mogelijkheid toepassen wanneer de toepassing van de
uniforme heffingscriteria uit de verordening voor gebieden met minder
vliegbewegingen niet opportuun wordt geacht. Met het oog hierop is in artikel
5.21 van het wetsvoorstel een grondslag opgenomen voor het maken van
dergelijke uitzonderingen. In de eerste fase van de implementatie van de
verordening is de North Sea Area Amsterdam (het zogenaamde NSAA gebied)
reeds aangemerkt als luchthaven waarop de Vergoedingenverordening niet van
toepassing is. In dit gebied verstrekt LVNL vanuit de Area Control Centre
Amsterdam (ACC Amsterdam) luchtvaartnavigatiediensten ten behoeve van
burgerhelikoptervluchten die voornamelijk voor de olie-industrie naar
booreilanden in de Noordzee plaatsvinden. Met de uitzondering van het NSAA
gebied wordt verzekerd dat het huidige beleid inzake helikoptertarieven ook voor
deze vluchten wordt gecontinueerd.
Vooralsnog worden alle overige gecontroleerde luchthavens, waarop
luchtverkeersdienstverlening wordt aangeboden, vergoedingstechnisch, mede in
Pagina 7 van 9
het kader van gelijke concurrentievoorwaarden, op dezelfde wijze behandeld en
vallen deze onder de Vergoedingenverordening. Ons kenmerk
CEND/HDJZ-2009/550 sector
Onderdeel I LUV
- De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre inhoudelijke motieven ten
grondslag liggen aan de toepassing van de ook in België gehanteerde
norm van 10.000 Euro in geval van betalingsachterstanden. De leden
stellen dezelfde vraag ten aanzien van de voor Eurocontrol gehanteerde
norm van 50.000 Euro in geval van betalingsachterstanden. Men wil
tevens weten welke norm in andere landen wordt gehanteerd.
De genoemde bedragen zijn ingegeven teneinde de inningsmogelijkheden van het
grote betalingsachterstandsprobleem te versoepelen. Daarbij is aansluiting
gezocht bij het in België vigerende stelsel. Betalingsachterstanden lopen thans
aanzienlijk op doordat de termijn waarbinnen een betalingsachterstand
daadwerkelijk kenbaar en inzichtelijk kan worden gemaakt lang is. Daardoor
liggen de schulden van gebruikers van de luchtvaartdienstverlening in de praktijk
doorgaans op vrij hoog niveau voordat een procedure ter inning van die schulden
via dwangmaatregelen wordt gestart.
In Duitsland is in plaats van een financieel criterium een termijn van drie
maanden achterstand in de betalingen voldoende voor het treffen van
dwangmaatregelen.
In het Verenigd Koninkrijk gaat men uit van een proportionele achterstand in de
betalingen voor het aan de ketting leggen en eventueel gedwongen verkoop van
een vliegtuig van een wanbetaler.
- De leden van de CDA-fractie willen voorts weten hoe snel de gehanteerde
drempels in de praktijk zullen worden bereikt ten aanzien van een
luchtvaartmaatschappij.
Het bereiken van het grensbedrag voor de opschorting van de dienstverlening
wegens wanbetaling is in sterke mate afhankelijk van het gewicht van het
ingezette luchtvaartuig en, specifiek in de "en route"-heffingenzone, van de
afgelegde, c.q. af te leggen afstand.
Voor een vliegtuig van 250 ton per vlucht bedraagt de vergoeding "en route"
258,39. De grens van 50.000 wordt bereikt bij 194 vluchtbewegingen. De
plaatselijke vergoeding voor hetzelfde vliegtuig beloopt 505,72. De grens van
10.000 wordt bereikt met 20 starts.
Onder invloed van de recessie neemt het aantal wanbetalers toe. Het betreft
overigens voor het merendeel kleine maatschappijen.
- De leden van CDA-fractie vragen naar de wijze waarop de IVW thans
vorm geeft aan de handhaving. Men wil weten of IVW na het van kracht
worden van de wet proactief vertrek en aankomsttijden gaat bijhouden.
Eurocontrol is verdragrechtelijk verantwoordelijk voor de inning van de
vorderingen in de "en route"-heffingenzone, terwijl LVNL dat is voor de
plaatselijke vergoedingen. Eurocontrol en LVNL zijn dientengevolge ook
verantwoordelijk voor het in gang zetten van effectieve wettelijke maatregelen
tegen wanbetalers. Het treffen van maatregelen tegen wanbetalers als zodanig
valt buiten de handhavingstaken van de IVW.
Pagina 8 van 9
- De leden van de PvdA-fractie informeren naar de wijze waarop de
luchtvaartnavigatiedienstverlening in geval van wanbetaling zal worden Ons kenmerk
opgeschort. Men wil in dit kader bijvoorbeeld weten of aanvliegende CEND/HDJZ-2009/550 sector
vliegtuigen van wanbetalende luchtvaartmaatschappijen daadwerkelijk LUV
niet meer kunnen landen.
Uit veiligheidsoverwegingen worden aanvliegende vliegtuigen van wanbetalende
luchtvaartmaatschappijen altijd toegestaan om daadwerkelijk te landen. De
dwangmaatregel zal echter worden opgelegd zodra het vliegtuig is geland. Vanaf
dan wordt de luchtvaartnavigatiedienstverlening opgeschort en kan het
betreffende vliegtuig niet weer vertrekken, zolang de uitstaande schuld niet is
voldaan.
- De leden van de SP-fractie willen weten hoe vaak de dwangmaatregelen
zullen worden ingezet.
Omdat alle omringende landen inmiddels dwangmaatregelen hebben ingevoerd
tegen wanbetalers moet worden voorkomen dat de wanbetalers naar Nederland
uitwijken. Nederland is op grond van artikel 14 van de Vergoedingenverordening
verplicht om maatregelen tegen wanbetalers te nemen. Van een dergelijk
systeem gaat ook een preventieve werking uit. Wellicht behoeven de maatregelen
nooit te worden toegepast.
Tegen deze achtergrond is de toekomstige frequentie van de daadwerkelijke
toepassing moeilijk in te schatten.
Met de nota naar aanleiding van het verslag zend ik u tevens een nota van
wijziging op het voorstel van wet. De onderhavige wijziging voorziet in het
opnemen van een extra grondslag in de Wet luchtvaart voor het verlenen van
vrijstellingen van de verplichting tot het betalen van vergoedingen voor
luchtvaartnavigatiediensten. Het wetsvoorstel bevat reeds een mogelijkheid tot
het verlenen van dergelijke vrijstellingen voor luchtvaartnavigatiediensten die
onder de Vergoedingenverordening vallen. In eerste instantie is nagelaten een
vergelijkbare mogelijkheid te creëren voor luchtvaartnavigatiediensten die niet
onder de verordening vallen. Bij nader inzien is het redelijk en billijk ook voor
vluchten op dergelijke luchthavens een grondslag te creeren voor het verlenen
van vrijstellingen. Het gaat hierbij met name om vergoedingen voor
luchtvaartnavigatiedienstverlening op luchthavens met minder dan 50.000
commerciële luchtvervoersbewegingen per jaar.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 9 van 9
Ministerie van Verkeer en Waterstaat