ChristenUnie
Bijdrage Ed Anker aan het AO Onderwijstijd
Bijdrage Ed Anker aan het AO Onderwijstijd
woensdag 20 mei 2009 16:00
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. De fractie van de
ChristenUnie heeft waardering voor het werk dat de commissie
Onderwijstijd heeft geleverd. In een relatief korte tijd is de
commissie erin geslaagd om, in overleg met alle onderwijspartijen, een
evenwichtig advies te geven. Ik durf verder ook wel te zeggen dat het
een moedig advies is, zeker de aanbevelingen over de spreiding van
onderwijstijd.
De discussie over de 1040 urennorm heeft veel losgemaakt;
niet alleen binnen, maar ook buiten de Kamer. Ook het rapport van de
commissie roept veel reacties op: van scholen, leraren, leerlingen en
ouders. Deze betrokkenheid geeft hoop voor de horizontale
verantwoording, waaraan de commissie terecht grote waarde toekent.
Verschillende organisaties hebben hun waardering voor het rapport
uitgesproken, maar plaatsen ook kanttekeningen bij de diverse
aanbevelingen. Ik moet constateren dat die kanttekeningen wel erg
uiteenlopen, maar dat is ook wel te begrijpen vanwege alle
verschillende posities. Kan de staatssecretaris een lijn in al die
verschillende punten van kritiek ontdekken en wat is haar reactie
daarop? Het riep bij ons de vraag op hoe wij dit allemaal bij elkaar
moesten brengen. Misschien is de grote waarde ervan wel dat het een
gedragen voorstel is.
De heer Dibi (GroenLinks): Kan de heer Anker zelf een lijn ontdekken
in alle bezwaren?
De heer Anker (ChristenUnie): Nee, en daarom vroeg ik het de
staatssecretaris.
De heer Dibi (GroenLinks): Volgens mij hebben alle reacties uit het
veld één ding gemeen.
De heer Anker (ChristenUnie): U kunt het kennelijk wel, maar ik kon
het niet en daarom vroeg ik het aan de staatssecretaris.
De heer Dibi (GroenLinks): Misschien begrijpt u de rekensom niet. Ze
benoemen allemaal dezelfde rekensom. Heeft u gezien dat alle reacties
wijzen op de 960 bekostigde uren?
De heer Anker (ChristenUnie): Ik heb er sterke twijfels over of dat
wel klopt, maar wil daar nu niet zo veel over zeggen. We hebben het
over cijferfetisjisme, maar ik vind het gek dat men wel 960 uur kan
aanbieden, maar niet 1000 uur. Volgens mij heeft dat alles te maken
met de manier waarop het onderwijs wordt ingericht, met welke
docenten, in wat voor gebouw, en met de grootte van de klassen. Het
gaat er bij mij niet in dat het precies genoeg zou zijn voor 960, maar
niet voor 1000 uur.
De heer Dibi (GroenLinks): Als de overheid een norm vaststelt en
bepaalt dat scholen zoveel onderwijstijd moeten geven om een bepaalde
onderwijskwaliteit te garanderen, mag dat niet worden weggezet als
cijferfetisjisme. Scholen zeggen dat ze niet reëel worden bekostigd.
Natuurlijk zijn er scholen die de norm wel halen, er zelfs bovenuit
komen, maar een betrouwbare overheid moet gewoon reëel bekostigen als
ze een reële norm stelt. De ChristenUnie is altijd voorstander geweest
van een bandbreedte. Volgens mij was zij ook tegen de norm van 1040
uur, en vóór een bandbreedte met 960 uur als ondergrens. Heeft u die
mening nog steeds? Wilt u daarmee een einde maken aan deze
urennormsoap, of neemt u toch maar genoegen met een halfbakken
politiek compromis, omdat u geen ruzie wilt maken met de
staatssecretaris?
De heer Anker (ChristenUnie): De keuzes die je worden voorgelegd, zijn
altijd heel mooi. Ik denk dat ik voor het laatste ga kiezen, maar dat
niet uw kwalificatie meegeef. Ik kom hier nog uitgebreid op terug.
Kwantiteit en kwaliteit gaan hand in hand. Terecht stelt
de commissie Onderwijstijd dat er voldoende onderwijstijd nodig is
voor kwalitatief goed onderwijs. Er blijft sprake van een wettelijke
urennorm: leerlingen hebben recht op 1000 uur onderwijstijd. Bij
onderwijstijd gaat het niet alleen om de lessen die op het lesrooster
staan, maar om alle leerlingactiviteiten onder de
pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van daartoe bekwaam
onderwijspersoneel, die deel uitmaken van een door de school gepland
en voor de leerlingen verplicht onderwijsprogramma. De lesuren moeten
door hun inspirerend en uitdagend karakter bijdragen aan een zinvolle
invulling van de totale studielast voor leerlingen. Daarnaast wordt
rekening gehouden met de vakantiespreiding.
Ik kom bij mijn antwoord op de vraag van de heer Dibi. Met
de bredere definitie wordt de norm niet afgezwakt, maar wordt scholen
ruimte gegeven om maatwerk te leveren; ruimte die de
ChristenUnie-fractie eerder zocht in de bandbreedte, maar die nu wordt
gevonden in de definitie van "onderwijstijd". Deelt de
staatssecretaris mijn opvatting dat door deze aanpassing van de
definitie in de praktijk toch een zekere bandbreedte onder voorwaarden
is ontstaan?
Doe je wat ik wil of kies je voor een halfbakken...
Ik denk dat ik voor het laatste ga kiezen, maar dat ik dit
niet de kwalificatie geef die de heer Dibi daaraan geeft. Ik kom
hierop nog uitgebreid terug.
Kwantiteit en kwaliteit gaan hand in hand. Terecht stelt
de commissie Onderwijstijd dat voor kwalitatief goed onderwijs
voldoende onderwijstijd nodig is. Er blijft sprake van een wettelijke
urennorm. Leerlingen hebben recht op 1000 uur onderwijstijd. Bij
onderwijstijd gaat het niet alleen om de lessen die op het lesrooster
staan, maar om alle leerlingenactiviteiten onder
pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van daartoe bekwaam
onderwijspersoneel die deel uitmaken van een door de school gepland en
voor de leerlingen verplicht onderwijsprogramma. De lesuren moeten
door hun inspirerend en uitdagend karakter bijdragen aan een zinvolle
invulling van de totale studielast van leerlingen. Daarnaast wordt
rekening gehouden met de vakantiespreiding. Door de bredere definitie
-- ik beantwoord nu de vraag van de heer Dibi -- wordt de norm niet
afgezwakt, maar wordt aan de scholen ruimte gegeven om maatwerk te
leveren. Deze ruimte zocht de fractie van de ChristenUnie eerder in
een bandbreedte, maar die wordt nu gevonden in de definitie van
onderwijstijd. Deelt de staatssecretaris mijn opvatting dat door deze
aanpassing van de definitie in de praktijk toch een zekere bandbreedte
onder voorwaarden is ontstaan?
Om te waarborgen dat het recht van leerlingen op 1000 uur
onderwijstijd geen lege huls is, moet de kwalitatieve invulling
gewaarborgd zijn. Terecht stelt de commissie Onderwijstijd dat de
verantwoordelijkheid voor het invullen van de norm op schoolniveau
ligt. Hiervoor is een actieve vorm van horizontale verantwoording
nodig. Om die horizontale verantwoording op het juiste niveau te
krijgen, moet er nog wel wat gebeuren. Extra instrumenten, zoals de
staatssecretaris voorstelt, maar ook een hoger niveau van bijvoorbeeld
ouderbetrokkenheid. In een high trust benadering moet het vertrouwen
wel gerechtvaardigd zijn. Horizontale verantwoording moet wel werken.
Op welke wijze wil de staatssecretaris dit stevig neerzetten? Kan de
staatssecretaris haar ideeën daarover concretiseren? Waar denkt zij
dan precies aan? Ik heb zelf wel eens meegemaakt dat een gemeenteraad
geld vrijmaakte voor professionalisering van het vrijwilligersbestand.
Ik ben heel benieuwd hoe de staatssecretaris hierover denkt en welke
mogelijkheden er zijn.
Ik noemde het advies van de commissie Onderwijstijd in
mijn inleiding al even een moedig advies, en wel vanwege het feit dat
de commissie voorstelt om de zomervakantie in het voortgezet onderwijs
met een week te verkorten. Ik begrijp de emoties rond dit punt. De
werkdruk in het onderwijs is een reëel probleem en dan komt men ook
nog aan het heilige huisje van de vakanties. Het is echter niet meer
dan logisch dat, wanneer wordt nagedacht over de urennorm, ook de
vakanties daarbij worden betrokken. Oplossingen voor het probleem van
de werkdruk zijn niet eenvoudig. Wij weten dat de werkdruk ook te
maken heeft met het feit dat de vele uren die in het onderwijs moeten
worden gedraaid, vergeleken met banen in andere sectoren van de
samenleving, in een beperkter aantal weken moeten worden gestopt. Het
voorstel kan dan ook bijdragen aan het verminderen van de werkdruk,
maar het is wel zaak om in de gaten te houden of dit ook uitwerkt
zoals bedoeld. Is de staatssecretaris bereid om de gevolgen van deze
maatregel te monitoren, om te kunnen beoordelen of dit ook
daadwerkelijk een oplossing zal bieden?