Socialistische Partij Rotterdam

Nederland wil minder Brussel: Handen af van het voetbal!

21-05-2009 * Bemoeit Brussel zich ook al met de opstelling van Feijenoord? Ja. Het door de EU gedicteerde vrije verkeer van personen betekent dat de Wereldvoetbalbond geen maximum mag stellen aan het aantal voetballers van buiten de landsgrenzen. Voetbal is zo niet langer de sport van het volk, maar de sport van de Eurocraten. Dit staaltje Brusselse bemoeienis verdient rood, vindt de SP.

Het Nederlandse clubvoetbal is midden jaren negentig aan een vrije val begonnen en het einde lijkt nog niet in zicht. Het zal vreemd in de oren klinken, maar de Europese Unie is hiervan een belangrijke oorzaak. Tot 1995 was het clubs in het betaalde voetbal niet toegestaan om meer dan drie spelers van buiten de landsgrenzen op te stellen. Dit voorkwam dat rijkere clubs met dure spelers de competitie zouden domineren. Brussel bracht daar verandering in. Door het vrije verkeer van arbeid mogen clubs nu zoveel spelers uit de Europese Unie opstellen als ze willen. Toen Sepp Blatter, voorzitter van de Wereldvoetbalbond, voorstelde om het aantal spelers van buiten de landsgrenzen te beperken tot vijf, dreigde Eurocommissaris voor werkgelegenheid Vladimir Spidla met rechtszaken wegens de belemmering van het vrije verkeer van personen. Gevolg: rijke clubs kopen naar hartelust de dure internationale talenten op, en kleinere clubs hebben het nakijken. Competitiewedstrijden zou bij wijze van spreken schriftelijk kunnen worden afgedaan.

De vergelijking met de Europese arbeidsmarkt gaat echter volledig mank. Een talentvolle arbeider, manager of dokter zal niet op zijn twaalfde levensjaar weggekocht worden door een grote multinational. Dit gebeurt wel met grote voetbaltalenten. Daarom is het ook waanzin om deze groepen met elkaar te vergelijken. Spelers als Robin van Persie en Royston Drenthe zouden zonder de Brusselse bemoeizucht een aantal jaren langer te bewonderen zijn geweest in een Feyenoord shirt.

Ook wordt vergeten dat bedrijven zich in ieder land van de Europese Unie kunnen vestigen en op de gehele Europese markt kunnen opereren. Voetbalclubs daarentegen zijn gebonden aan hun eigen regio. Op basis van dit criterium worden zij ook ingedeeld in bepaalde competities: nationale competities wel te verstaan. Concurreren met de grote voetbalcompetities is dan ook onmogelijk.

Europa staat symbool voor groot: multinationals gaan voor kleine ambachtsbedrijven en ook in volkssport nummer één kiest Brussel voor de clubs met het grote geld. Van de SP moet voetbal gewoon voetbal blijven, waar Brussel niets te zoeken heeft. De Europese Commissie zou moeten erkennen dat voetbal voor een groot deel van de Europese bevolking meer is dan alleen een bedrijfstak.

Dit is deel 2 in een serie over werknemers die te maken krijgen met slechte en onzinnige regels vanuit Brussel.