Gemeente Maassluis

College beantwoordt vragen van Maassluis Belang over bezuinigingen bij regiopolitie Rotterdam-Rijnmond

De fractie van Maassluis Belang heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over bezuinigingen bij de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Het college heeft de vragen als volgt beantwoord:

Uw fractie heeft op grond van artikel 51 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad zich tot ons gericht met enkele vragen met betrekking tot bezuinigingen van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. In deze brief zullen wij uw vragen, in de volgorde zoals ze door u zijn gesteld, beantwoorden. Vanwege het feit dat wij van mening zijn dat de door u gestelde vragen betrekking hebben op het beleid van het politiekorps Rotterdam-Rijnmond, te weten een aangelegenheid waar wij als gemeentebestuur in zeer gering mate invloed op hebben, zijn uw vragen voorgelegd aan de districtsleiding van het District Waterweg-Noord van het Politiekorps Rotterdam-Rijnmond, waaronder Maassluis valt. De beantwoording heeft op zich laten wachten vanwege het feit, dat de districtsleiding samen met de korpsleiding de beantwoording voor zijn rekening heeft genomen.

"Naar wij hebben vernomen heeft het politiekorps regio Rotterdam-Rijnmond onlangs een taakstellende opdracht gekregen om in totaal 60 miljoen euro te bezuinigen.


1. Kloppen deze bezuinigingsmaatregelen?

Het is onjuist dat het korps Rotterdam-Rijnmond een taakstellende bezuiniging heeft gekregen van in totaal 60 miljoen euro. Het korps wordt geconfronteerd met een sterk oplopend tekort naar circa EUR 33 miljoen in 2012. Dit wordt vooral veroorzaakt door:

een daling van het budget (het korps RR wordt geconfronteerd met een forse vermindering van het door het ministerie van BZK beschikbaar gestelde algemene budget; de budgetvermindering loopt op naar maar liefst EUR 17,7 miljoen structureel per jaar vanaf 2012)

o een oplopende taakstelling (het aandeel van het korps RR in de door het kabinet opgelegde taakstelling voor de Nederlandse Politie loopt op naar circa EUR 10,6 miljoen structureel per jaar vanaf 2011) en

o oplopende externe meerkosten (de kosten Politie CAO en een niet onderbouwd inverdieneffect landelijk functiehuis oplopend naar circa EUR 8 miljoen per jaar vanaf 2010, geen volledige compensatie van de prijsinflatie hetgeen circa EUR 6 miljoen per jaar betekent en daarnaast is er nog een aantal overige forse kostenposten, zoals de overheveling van gerechtskosten van Justitie naar Politie, opgelegde kosten e-overheid, e.d.).

Vanwege het oplopende tekort aan de ene kant en het uitgangspunt van het Regionaal College dat de sterktedoelstelling moet worden gehandhaafd aan de andere kant ontstaat een `gat' tussen de afgesproken sterkte en de betaalbare sterkte. Dit gat wordt voor een deel opgevuld door de inzet van het eigen vermogen, maar omdat hieraan een grens zit (die snel wordt bereikt) zijn forse bezuinigingsmaatregelen onvermijdelijk.


2. Klopt het dat deze bezuinigingen moet worden gehaald door het niet meer toestaan van enige vorm van overwerk? Dit ondanks een onderbezetting van 50 politiemensen. Of zorgt deze onderbezetting juist voor het nodige overwerk?

Het terugdringen van de kostenpost overwerk is slechts één van vele maatregelen om bezuinigingen te realiseren. Dat betekent niet dat er in het geheel geen overwerk meer kan worden gedaan. Wel wil het korps op de uitgaven voor overwerk een besparing van 60% realiseren. Dat betekent dat er slechts zal worden overgewerkt in geval van dringende noodzaak en dat erop gestuurd zal worden dat gemaakte overuren zoveel mogelijk in tijd zullen worden gecompenseerd.

Er is binnen district Waterweg-Noord geen sprake van een onderbezetting van 50 politiemensen. Eind 2008 had het district een bezetting van 343 fte, hetgeen 8,5 fte onder de formatie ligt. In deze bezetting is evenwel niet meegenomen dat het district circa 70 aspiranten (politiemensen in opleiding) heeft, die eveneens bijdragen aan de productiviteit.


3. Klopt het dat er verder bezuinigd gaat worden op het opleidingsbudget?

Nee, er zal niet verder worden bezuinigd op het opleidingsbudget (zoals aangegeven in de begroting 2009-2012 is vanaf 2007 t/m 2012 het jaarlijkse opleidingsbudget vastgesteld op EUR 9,4 miljoen). Wel wordt nadrukkelijk afgewogen welke opleidingen noodzakelijk zijn (van rechtswege of vanwege in gebruik name van nieuwe landelijke politie informatiesystemen) en welke minder prioriteit hebben. Ook wordt gekozen voor minder dure opleidingen en alternatieve opleidingsvormen. In geen geval worden concessies gedaan aan de kwaliteitsnormen die gelden voor de uitoefening van de diverse functies binnen het korps.


4. Betekent dit dat er genoegen moet worden genomen met een lager opleidingsniveau voor de toekomstig politiefunctionarissen?

Nee, aan het opleidingsniveau van toekomstige politiemedewerkers wordt niet getornd, net zoals dat geldt voor de huidige medewerkers. Sterker nog, de tendens is dat de gemiddelde politiemedewerker juist hoger opgeleid wordt. De bezuiniging op het opleidingsbudget heeft geen betrekking op de initiële opleiding (de basisopleiding van 2 tot 4 jaar) tot executief politiemedewerker. Iedere nieuwe politieman of -vrouw voldoet dus aan de hoge normen die zijn gesteld voor de uitoefening van de functie.


5. Bent u met ons van mening dat deze bezuinigingsoperatie een slechte zaak zou zijn voor de veiligheid in onze regio?

De huidige en geplande bezuinigingsmaatregelen van het korps zullen geen consequenties hebben voor de veiligheid in de regio. Sterker nog, vanwege deze bezuinigingsmaatregelen kan de sterkte voorlopig tot en met 2010 op peil blijven.

Het is echter wel een kwalijke zaak dat het korps bij geen of onvoldoende compensatie (voor het dalende budget en de stijgende externe kosten) of het uitblijven van een stijging van het BVS-budget in de nabije toekomst, genoodzaakt zal zijn om na 2010 te dalen in sterkte, omdat verdere bezuinigingen op materieel gebied dan niet meer mogelijk zijn en het eigen vermogen dan opgesoupeerd is. Als dat het geval blijkt te zijn dan zal dat consequenties hebben voor de veiligheidszorg in de regio, omdat het korps genoodzaakt zal zijn om te bezuinigen op salariskosten (lees: dalen in sterkte).


6. Kunt u een inschatting maken wat de gevolgen van een dergelijke operatie zijn voor de gemeente Maassluis?

Er zijn nog vele onzekerheden over de toekomstige financiën van het korps (actualisatie BVS medio 2009, eventuele compensaties vanuit het ministerie van BZK, uitkomsten evaluatie BVS, e.d.) waardoor een inschatting van de gevolgen momenteel nog niet gemaakt kan worden.

Dit laat onverlet dat er wel al geanticipeerd moet worden op slechte tijden, omdat er bijna geen bezuinigingsmaatregelen meer kunnen plaatsvinden op materieel gebied waardoor bezuinigingen op salariskosten (circa 76% van het totale korpsbudget gaat hieraan op) op termijn onvermijdelijk worden geacht.

Op dit moment worden scenario's uitgewerkt (van best case t/m worst case scenario), die de komende maanden periodiek met het Regionaal College zullen worden besproken. De voorzitter van ons college zal u te zijner tijd nader over deze aangelegenheid kunnen informeren. Zoals u ook in de media heeft kunnen lezen is het worst case scenario dat er op termijn circa 550 fte minder politiepersoneel in de regio zal zijn. Ook district 1 Waterweg-Noord, waarbinnen de gemeente Maassluis valt, zal in deze mogelijke sterktedaling haar (nog te bepalen) aandeel krijgen als dat aan de orde zal komen.

Voorts kan worden gemeld dat de huidige regionale sterkteverdeling over districten en diensten van het korps in ieder geval in 2009 zal worden gehandhaafd en dat de met het Regionaal College afgesproken sterktedoelstelling 2010 (5.343 fte) zal worden gerealiseerd.