Ministerie van Economische Zaken

Datum 26 mei 2009
Betreft Splitsingsplan Essent

Op 14 april jl. heb ik van de Raad van Bestuur van de NMa (hierna: de raad) zijn oordeel over het splitsingsplan van Essent ontvangen. Vandaag heb ik mijn beoordeling van het splitsingsplan afgerond en Essent mijn aanwijzing op het splitsingsplan toegezonden. Tegen dit besluit is gedurende zes weken nog bezwaar mogelijk. Ik heb uw Kamer op 14 mei jl. toegezegd te informeren omtrent mijn oordeel over het splitsingsplan van Essent en hoe ik daartoe ben gekomen. Met deze brief informeer ik u over mijn oordeel en voldoe ik aan mijn toezeggingen. Ik wijs erop dat ik in deze brief geen bedrijfsvertrouwelijke gegevens kan opnemen.
Bij de beoordeling van het splitsingsplan heb ik mij laten adviseren door het financieel adviesbureau Orchard Finance Consultancy. Daarnaast heb ik mij laten adviseren door een onafhankelijke klankbordgroep, bestaande uit de heer Kist, voormalig directeur-generaal van de NMa, de heer Langendijk, hoogleraar accountancy aan Nyenrode en de UvA, en mevrouw Weijnen, hoogleraar procesen energienetwerken aan de TU Delft. De klankbordgroep heeft tot taak te beoordelen of de beoordeling van de splitsingsplannen zorgvuldig heeft plaatsgevonden. De klankbordgroep heeft het proces gevolgd en geen aanleiding gevonden om ten aanzien van de zorgvuldigheid van het gevolgde proces opmerkingen te maken.
Op 14 mei jl. heb ik in uw Kamer gesproken over mijn zorgen ten aanzien van het splitsingsplan van Essent, met betrekking tot de financiële positie van de netbeheerder na splitsing, de aanvullende zekerheidsstelling van aandeelhouders boven het eigen vermogen en de toedeling van vermogensbestanddelen. In de afgelopen zes weken heb ik over deze zorgen uitvoerig gesproken met zowel Essent als haar aandeelhouders. Zij hebben aanvullende toezeggingen gedaan, waardoor mijn zorgen zijn weggenomen:

* door middel van een aanzienlijke kapitaalsstorting wordt het eigen vermogen van de netbeheerder verhoogd. Daarmee beschikt de netbeheerder over een solvabiliteit die ruimschoots uitgaat boven de minimumeis in het Besluit financieel beheer netbeheerder van 40% eigen vermogen;
* daarnaast stellen de aandeelhouders een aanzienlijk bedrag ter beschikking van de netbeheerder als garantievermogen. Dit vermogen wordt onder gebracht in een aparte vennootschap met uitsluitend publieke aandeelhouders. Enexis kan zelfstandig aanspraak maken op het garantievermogen, voor het onvoorziene geval dat de netbeheerder op enig moment niet aan de wettelijke ratio's kan voldoen. Hiervoor is geen tussenkomst van de aandeelhouders noodzakelijk;

* de aandeelhouders hebben zich gecommitteerd aan een restrictief dividendbeleid. Om de vermogenspositie van de netbeheerder te versterken om ook op lange termijn te beschikken over buffers voor extra investeringen of tegenvallers wordt in de jaren 2009 en 2010 minimaal 70% van de winst ingehouden en vanaf het jaar 2011 voor ten minste drie jaren 50% van de winst.
Om te waarborgen dat de gedane toezeggingen gestand gedaan worden, heb ik deze opgenomen in mijn aanwijzing op het splitsingsplan. Essent dient de splitsing met in achtneming van mijn aanwijzing uit te voeren. Op basis van de verstrekte informatie en de door Essent en haar aandeelhouders gedane toezeggingen heb ik vastgesteld dat het splitsingsplan van Essent voldoet aan de wettelijke eisen met inachtneming van mijn aanwijzing. De gekozen verdeling van vermogensbestanddelen met inachtneming van mijn aanwijzing op het splitsingsplan zorgt ervoor dat er na splitsing twee gezonde bedrijven ontstaan. Dat betekent een gezond netwerkbedrijf dat in staat is de vereiste investeringen te plegen in onderhoud, vervanging en uitbreiding van zijn netwerk; en een gezond productie- en leveringsbedrijf dat in staat is om relevante investeringen te plegen in (duurzame) productiecapaciteit. De gekozen verdeling draagt voorts bij aan een beheerste tariefontwikkeling. Tot slot constateer ik dat de schuldenpositie van de netbeheerder, in lijn met de motie Samsom c.s. inzake het tegengaan van overbelening van de netbeheerder (Kamerstukken II, 2007- 2008, 30 212, nr. 72), niet onevenredig is verhoogd ter versterking van de financiële positie van het productie- en leveringsbedrijf. In mijn gesprekken met Essent en haar aandeelhouders zijn ook de eigendomsverhoudingen van de kerncentrale Borssele ter sprake gekomen. Voor de goede orde merk ik op dat ik in mijn aanwijzing hierop niet kon ingaan. Ik heb in mijn gesprekken benadrukt dat u en ik zeer hechten aan het behoud van publieke invloed en zeggenschap in de kerncentrale. Tevens heb ik gevraagd om tot een oplossing te komen die recht doet aan uw en mijn wensen, met in achtneming van de statuten en aandeelhoudersovereenkomst van EPZ waar uit voortvloeit dat de aandelen van EPZ "rechtstreeks of middellijk" in handen moeten zijn van publiekrechtelijke lichamen. Deze boodschap heb ik ook overgebracht aan de andere betrokken partijen.
Samenvattend, met mijn aanwijzing is de beoordeling van het splitsingsplan van Essent naar tevredenheid afgerond. De netbeheerder beschikt na splitsing over voldoende financiële middelen om zijn wettelijke taken uit te voeren. Daarnaast heb ik, overeenkomstig mijn toezegging in mijn Kamerbrief in reactie op de motie-Hessels (31510, nr. 30), aanvullende afspraken gemaakt over zekerheidsstelling door aandeelhouders en het te voeren dividendbeleid.

(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken