Signaal rechter Amsterdam teleurstellend voor politie

26/05/2009 20:40

VTS Politie Nederland

De Raad van Hoofdcommissarissen (RHC) is het oneens met de Amsterdamse politierechter die vindt dat politiemensen in alle gevallen maar om moeten kunnen gaan met agressie en geweld. Tevens vinden de korpschefs dat er een verkeerd signaal uit gaat van het feit dat de rechter slechts beperkt hogere straffen heeft uitgesproken.

Politiemensen zijn professionals en opgeleid in het omgaan met agressie en geweld. Dit neemt niet weg dat er ook voor hun een grens is en bepaalde vormen van agressie en geweld niet te tolereren zijn. Uitgangspunt voor de Raad van Hoofdcommissarissen is dat agressie en geweld niet mogen lonen. Immers wanneer agressie en geweld lonen, tast dit het gezag van politie aan. Met de stelling van de Amsterdamse politierechter dat het hier gaat om 'een beroepsrisico', voelt de RHC zich niet gesteund als het gaat om het handhaven van dit gezag. Politiemensen moeten zich in hun optreden in de rug gesteund voelen, door de samenleving en waar nodig de rechtelijke macht.

De hoogte van de uitgesproken straffen viel weliswaar iets hoger uit dan voorheen, maar de rechter volgde niet de 100% hogere strafeis van het OM in het kader van geweld en agressie tegen dienaren in de publieke taak. Dat de rechter hiermee een signaal van uitzondering voor de politie als beroepsgroep binnen de publieke taak maakt, vindt de RHC teleurstellend.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel verdachten van geweld tegen politie antecedenten op hun naam hebben staan: slechts een kwart van de geweldplegers was nog nooit in aanraking gekomen met de politie. Driekwart van de geweldplegers bestaat uit meerplegers en veelplegers.

Vooral in het uitgaansleven worden politiemensen geconfronteerd met sterk normafwijkend en strafbaar gedrag, vaak zijn de verdachten onder invloed van alcohol en drugs. Bij het escaleren van agressiesituaties speelt ook groepsdruk een rol.