Vrije Universiteit Amsterdam

Loopafwijkingen bij spastische kinderen


* Startdatum: 27-05-2009


* Tijd: 13.45


* Locatie: Aula


* Titel: Loopafwijkingen bij spastische kinderen


* Plaats: Aula


* Spreker: M.M. van der Krogt


* Promotor: prof.dr. G.J. Lankhorst


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Spastische spieren bij kinderen rekken langzamer op en bereiken kortere lengtes. Deze kinderen zijn dus `stijver'. Bovendien zijn hun spieren meer actief op het moment dat ze opgerekt worden en remmen zo de beweging meer af. Dit concludeert Marjolein van der Krogt in haar promotieonderzoek naar factoren die de loopafwijkingen bij spastische kinderen veroorzaken.

Kinderen met cerebrale parese (CP), een (meestal aangeboren) hersenletsel, hebben vaak moeite met lopen. Zij lopen bijvoorbeeld op hun tenen of met gebogen knieën, wat erg vermoeiend is. Van der Krogt bekeek met name de rol van spasticiteit tijdens het lopen, een aandoening waarbij een spier op het verkeerde moment actief wordt, waardoor deze als een soort rem werkt.

Van der Krogt deed experimenten bij kinderen met CP en bij gezonde kinderen, waarbij hun loopbeweging werd gemeten met kleine lampjes op de ledematen. De spieractiviteit werd vastgelegd door speciale elektrodes op de huid te plakken. Deze gegevens koppelde zij aan computermodellen van het spier-skelet-systeem, om ook de lengte en reksnelheid van spieren tijdens het lopen te berekenen.

Het bleek dat spastische spieren zich anders gedragen dan gezonde spieren tijdens het lopen. De spastische spieren rekten langzamer op en bereikten kortere lengtes. Zij waren dus `stijver'. Bovendien waren zij meer actief op het moment dat ze opgerekt werden en remden dus de beweging meer af. Deze effecten werden erger als de kinderen sneller gingen lopen, waardoor zij bijvoorbeeld nog meer op hun tenen gingen lopen. Dit kan een mogelijke verklaring zijn waarom de loopsnelheid van kinderen met CP vaak lager is dan die van gezonde kinderen. De resultaten bieden aanknopingspunten om de oorzaken van loopafwijkingen bij individuele patiënten met CP beter te kunnen bepalen en zo de behandeling te kunnen verbeteren.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam