1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
RWS/SDG/NW09/535/77976
Uw kenmerk
Datum 27 mei 2009 -
Onderwerp Kamervraag Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het lid Koppejan (CDA) aan de
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit over dijkwerkzaamheden in de Natura 2000 gebieden
Oosterschelde en Westerschelde (vraagnummer 2009Z05857, ingezonden op 30
maart 2009).
1. Is het bericht waar1 dat bij dijkwerkzaamheden in de Oosterschelde (Natura
2000 gebied) en de Westerschelde, waarschijnlijk staal- en fosforslakken
worden gebruikt?
1. De aanbestedingsprocedure voor de werkzaamheden is nog niet afgerond.
Zolang de aannemer voldoet aan de eisen in het contract en de ter zake
geldende wettelijke voorschriften, is deze vrij in de keuze van het materiaal.
Dit betekent dat zowel staalslakken als fosforslakken in principe mogen
worden gebruikt mits ze zijn voorzien van een door de Minister erkende
kwaliteitsverklaring. In alle ontvangen aanbiedingen voor deze
werkzaamheden wordt het gebruik van staalslakken voorgesteld. Sommige
aannemers stellen ook voor om fosforslakken te gebruiken als uitvulmateriaal
en deze af te dekken met een andere bouwstof. Na gunning van de
werkzaamheden zal duidelijk zijn welke materialen exact zullen worden
gebruikt.
1 PZC, 14 maart 2009: "Zorg over versterking vooroevers"
a
Pagina 1 van 5
2. Zijn er in de aanbesteding van deze werkzaamheden in de Oosterschelde en
Datum
Westerschelde en bij vergelijkbare projecten elders in het land, door de
overheid duidelijke eisen gesteld aan de te gebruiken materialen en Ons kenmerk
constructies waardoor iedere schade aan natuur en milieu, de vispopulatie en RWS/SDG/NW09/535/77976
de schelpdieren uitgesloten is?
2. Voor de werkzaamheden in de Ooster- en Westerschelde heeft
Rijkswaterstaat eisen gesteld die volgen uit de wet- en regelgeving, onder
meer op het gebied van natuur en milieu. Rijkswaterstaat heeft door Arcadis
een passende beoordeling laten uitvoeren op grond van de
Natuurbeschermingswet. Op basis hiervan heeft het bevoegd gezag, de
provincie Zeeland, geconcludeerd dat voldoende is aangetoond dat er geen
significante negatieve effecten zullen optreden voor de natuurwaarden in de
projectgebieden. De provincie heeft dan ook een vergunning in het kader van
de Natuurbeschermingswet afgegeven. Rijkswaterstaat heeft het plan ook
laten toetsen aan de Flora- en Faunawet. Hieruit is gebleken dat de
werkzaamheden gedurende de uitvoeringsperiode tijdelijke negatieve effecten
zullen veroorzaken voor vissen, vogels en zoogdieren. Om deze negatieve
effecten uit te sluiten, is in het contract opgenomen dat er in de periode 1 mei
t/m 1 september op de Oosterschelde niet gewerkt mag worden.
Ook bij vergelijkbare projecten elders in het land schrijft Rijkswaterstaat in
haar contracten geen specifieke materialen of constructies voor. Wel wordt
voorgeschreven dat bij de uitvoering aan een aantal functionele, technische
en wettelijke eisen dient te worden voldaan. De eisen aan de
materiaalintrinsieke milieuhygiënische eigenschappen van bouwstoffen die
worden toegepast op of in de bodem of in het oppervlaktewater zijn wettelijk
vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). Het bevoegd gezag houdt
toezicht op een correcte naleving van dit besluit. Ter bescherming van
natuurwaarden worden ook eisen gesteld aan de constructie op basis van de
Natuurbeschermingswet 1998 (gericht op gebiedsbescherming) en de Flora-
en faunawet (gericht op soortenbescherming).
Wanneer ook bij vergelijkbare projecten de toepassing van secundaire
bouwstoffen plaatsvindt conform bovenstaande wet- en regelgeving, is er
geen aanleiding om te twijfelen aan de bescherming van natuur en milieu,
inclusief de vis- en schelpdierenpopulatie.
Pagina 2 van 5
3. Zijn er inmiddels resultaten bekend van de door u toegezegde monitoring van
Datum
ecologische effecten (door uitloging in zout water) die kunnen optreden als
gevolg van het gebruik van slakken bij de voor oeverbestorting in de Ons kenmerk
Westerschelde? Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten? RWS/SDG/NW09/535/77976
3. In 1997 en 1998 zijn bij de tweede verruiming van de hoofdvaargeul in de
Westerschelde op een aantal locaties vooroeververdedigingen aangebracht,
bestaande uit staalslakken met op enkele plaatsen breuksteen, breuksteen
met een kleine hoeveelheid fosforslakken of fosforslakken die zijn afgedekt
met staalslakken en breuksteen. Op een aantal locaties is onderzoek gedaan
naar de effecten op de mate van begroeiing met organismen én de mate
waarin deze organismen stoffen opnemen die afkomstig zijn uit de
onderliggende laag.
Op basis van dit onderzoek is er geen verschil in begroeiing met organismen
geconstateerd tussen breuksteen en de staal- en fosforslakken. De
organismen vertoonden echter wel verhoogde concentraties aan fluor en
zware metalen op de plaatsen waar breuksteen en fosforslakken waren
gebruikt. Volgens het onderzoek houdt de verhoogde fluorconcentratie
`mogelijk een oorzakelijk verband' met het fluorgehalte in fosforslakken. Wat
betreft de verhoogde concentratie zware metalen is het volgens het
onderzoek aannemelijk dat deze het gevolg zijn van de slechte waterkwaliteit
destijds, en niet van de gebruikte materialen. De oorzaken van de verhoogde
concentraties zijn echter niet onderzocht in deze studie. Wel heeft het RIVM
een ecologische risicobeoordeling uitgevoerd ter onderbouwing van de
emissiewaarden voor alle bouwstoffen in het Bbk, waaronder staal- en
fosforslakken. Uitgaande van deze onderbouwing zijn er geen ecologische
effecten te verwachten van fluoride in het oppervlaktewater.
4. Kunt u garanderen dat het gebruik van de nu voorgestelde materialen voor de
dijkversterkingen in de Oosterschelde en de Westerschelde geen risico's
oplevert voor het onderwaterleven? Zo niet, bent u bereid andere beproefde
veilige materialen voor te schrijven voor de uit te voeren werkzaamheden in
de Oosterschelde en de Westerschelde en nog lopende en toekomstige
aanbestedingstrajecten?
4. De gebruikte bouwstoffen zijn via het Besluit bodemkwaliteit in lijn met de
ecologische en chemische doelstellingen uit de Kaderrichtlijn water. Daarnaast
heeft provincie Zeeland op basis van een passende beoordeling
geconcludeerd dat er geen significante negatieve effecten voor de
natuurwaarden zijn te verwachten. Ook is gebleken dat er geen ontheffing
nodig is voor verbodsbepalingen uit de Flora- en Faunawet. Ik zie daarom
momenteel geen aanleiding het uitvoeringsbeleid te wijzigen in deze of
vergelijkbare aanbestedingstrajecten.
Specifiek voor de mogelijke ecologische gevolgen van het bedekken van de
huidige zachte bodem met een hard materiaal, zoals breuksteen en staal- en
fosforslakken, zal Rijkswaterstaat monitoren wat de gevolgen zijn. Wanneer
er op dit specifieke punt onaanvaardbare effecten blijken te zijn, zal
Rijkswaterstaat herstelmaatregelen nemen.
Pagina 3 van 5
5. Deelt u de opvatting dat het gebruik van reststoffen of het hergebruik van
Datum
materialen in de weg- en waterbouw vanuit duurzaamheid wenselijk is, op
voorwaarde dat gegarandeerd kan worden dat er geen schadelijke effecten Ons kenmerk
zijn op het gebied van veiligheid, volksgezondheid en milieu? RWS/SDG/NW09/535/77976
5. Ja, ik deel de opvatting dat vanuit het oogpunt van duurzaamheid het gebruik
van reststoffen en het hergebruik van materialen in de weg- en waterbouw
wenselijk is. De eisen die de geldende wet- en regelgeving stelt, zorgen er
voor dat de waterkwaliteit en natuurwaarden worden beschermd.
6. Kunt u uiteenzetten welke verschillende technische mogelijkheden voor
dijkversterking er zijn? Hoe scoort elk van die mogelijkheden op beschadiging,
behoud of juist stimulering van natuurwaarden, bijvoorbeeld als gevolg van
onderscheiden materiaal- en structuurkeuzes? Waarom wordt indien dat zo
is hier voor het gebruik van staal- en fosforslakken gekozen?
6. Voor oeverbeschermingen kunnen de volgende materialen worden gebruikt:
- Asfalt
- Beton
- Fosforslakken (een bijproduct van fosforproductie).
- Hoogovenstaalslakken (een bijproduct van staalproductie).
- Natuursteen
- Zinkstukken of kraagstukken
Dit zijn vlechtwerken bestaande uit waterdoorlatend textiel met daarop
gevlochten wilgentenen. Hierop wordt natuursteen gestort.
De milieuhygiënische effecten van al deze bouwstoffen vallen binnen de
normen van het Besluit bodemkwaliteit. Voor de natuurwaarden is verder de
textuur van het materiaal van belang omdat een open oppervlaktetextuur
soorten zoals kreeft meer mogelijkheden biedt om te nestelen. Zinkstukken,
kraagstukken en bij bepaald gebruik ook natuursteenelementen hebben een
open oppervlaktetextuur.
Ter bescherming van natuurwaarden en de drinkwaterkwaliteit gelden
specifieke beperkingen voor fosforslakken en staalslakken. Fosforslakken
mogen niet worden toegepast in oppervlaktewater met een drinkwaterfunctie.
Staalslakken mogen niet in stilstaand oppervlaktewater of in oppervlaktewater
met een drinkwaterfunctie worden toegepast, in verband met pH-verhoging.
Voor zoute watersystemen met getijdenwerking zijn deze beperkingen echter
niet van toepassing.
Pagina 4 van 5
Zoals aangegeven maakt Rijkswaterstaat geen keuze voor een specifiek Datum
materiaal. Rijkswaterstaat stelt soms specifieke eisen aan de
waterstaatkundige eigenschappen van het materiaal en eisen op het gebied Ons kenmerk
van milieu volgen uit wet- en regelgeving. De aannemer kiest binnen deze RWS/SDG/NW09/535/77976
randvoorwaarden voor een specifiek materiaal.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
Pagina 5 van 5
Ministerie van Verkeer en Waterstaat