Gemeente Amsterdam

Persbericht

Datum 27 mei 2009

Kenmerk 118

Amsterdamse evaluatie kunstsubsidies leidt tot voorstel
koerswijziging

Het college van B&W stelt een koerswijziging in de kunstenplansystematiek voor.
Het college komt hiertoe na een evaluatie van het huidige Kunstenplan 2009-2012
met alle betrokkenen. Al bij zijn aantreden heeft dit college in het programakkoord
vastgelegd dat de systematiek na twintig jaar aan herziening toe is.

Evaluatie kunstenplansystematiek
Bij de voorbereiding van het Kunstenplan 2009-2012 is door de gemeenteraad gevraagd
om een evaluatie van de kunstenplansystematiek. Als input voor deze evaluatie is gebruikt
gemaakt van vele bronnen, waarbij het advies `Een precieus domein' van Roel in 't Veld
als leidraad heeft gefungeerd. Ook de rapporten van de Rekenkamer Amsterdam, de
evaluaties van de Amsterdamse Kunstraad en het overleg Amsterdamse Culturele
Instellingen waren van belang. Op 20 april jl. is een breed debat over de totstandkoming
van het Kunstenplan 2009-2012 georganiseerd, en ook de stadsdelen is om input
gevraagd.

Voorstellen
Het college stelt voor om een aantal `kunstschouwen' aan te stellen die elk één van de
maatschappelijke beleidsdoelen van het kunst- en cultuurbeleid vertegenwoordigen. In het
huidige Kunstenplan zou dat betekenen dat er vier kunstschouwen zijn: één voor
Wereldklasse, één voor Laboratorium, één voor Talentontwikkeling en één voor
Prachtstad. Elke kunstschouw is verantwoordelijk voor het veld ten aanzien van zijn
beleidsterrein, zorgt voor een goede communicatie met de instellingen en verdedigt zijn
ideeën en voorstellen in publieke debatten. De kunstschouw adviseert over een
hoeveelheid subsidie aan het college en de gemeenteraad en stelt daarbinnen een
verdeling voor. De gemeenteraad benoemt de kunstschouwen, op voordracht van het
college.
De opdracht die de Amsterdamse Kunstraad uitvoert en de manier waarop hij daarover
verantwoording over moet duidelijker worden afgesproken. De culturele sector moet
nadrukkelijker bij het proces van totstandkoming van het Kunstenplan worden betrokken,
de financiële positie van de instellingen die een aanvraag doen moet beter worden
beoordeeld en de instellingen die aanspraak doen op de subsidies hebben eerder
zekerheid nodig over opname in het Kunstenplan.
Wethouder Carolien Gehrels (Cultuur): "Kunst en cultuur is van groot belang voor de stad,
al eeuwen. Dit college wil de verbindingen tussen het bestuur, de politiek, het culturele
veld en de Amsterdammer versterken. Deze nieuwe manier van werken dwingt ons om
met elkaar in alle openbaarheid van gedachten te wisselen over de essentiële beslissingen
in kunst en cultuur, in relatie tot de ambities van de stad."

.

27 mei 2008 Gemeente Amsterdam
Kenmerk 118 Bestuursdienst
Pagina 2 van 2

Beoordeling van de aanvragen
Naar aanleiding van de evaluatie stelt het college voor om de aanvragen voor het
Kunstenplan 2013-2016 op een andere manier dan tot nu toe gangbaar was, te
beoordelen. Daartoe worden de aanvragers in drie groepen onderverdeeld.
Ten eerste de langjarig te subsidiëren instellingen van wereldniveau. Subsidie is voor deze
groep niet beperkt tot vier jaar. Deze groep zal elke vier jaar beoordeeld worden op basis
van internationale visitatie, in samenwerking met het ministerie van OCW. De tweede
categorie bestaat uit instellingen die een reguliere aanvraag doen voor vier jaar. De derde
groep bestaat uit instellingen die een kleine subsidieaanvraag doen voor een periode van
vier jaar. Hiervoor wordt gekeken of een lichtere procedure mogelijk is dan die van het
huidige Kunstenplan.

De gemeenteraad spreekt op 16 juni over de voorstellen van het college.

Pb-118