Rijksuniversiteit Groningen

De fiscale eenheid Vennootschapsbelasting en insolventie. Een analyse van fiscaal- en civieljuridische knelpunten

Datum: 28 mei 2009

Promotie: M.J. Boer, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: De fiscale eenheid Vennootschapsbelasting en insolventie. Een analyse van fiscaal- en civieljuridische knelpunten

Promotor(s): prof.dr. J.N. Bouwman

Faculteit: Rechtsgeleerdheid

Fiscale-eenheidsregime onvoldoende ingesteld op voeging van verlieslijdende maatschappijen

Het huidige fiscale-eenheidsregime is onvoldoende ingesteld op de voeging van insolvente/verlieslijdende maatschappijen. Dit geldt zowel voor de heffing en invordering van de vennootschapsbelasting als voor civieljuridische en Europeesrechtelijke knelpunten, concludeert promovendus Martin Boer.

Boer analyseerde welke fiscaal- en civieljuridische gevolgen zijn verbonden aan de voeging van insolvente en verlieslijdende concernmaatschappijen in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Aanleiding voor het onderzoek was de invoering van een nieuw fiscale-eenheidsregime in de Wet Vpb 1969 met ingang van 1 januari 2003. Per die datum zijn ook wetswijzigingen doorgevoerd en geïntroduceerd die zien op al dan niet tijdelijke insolventie en verliesgevendheid van één of meer in de fiscale eenheid opgenomen concernmaatschappijen. Een uitgebreid onderzoek dat zich specifiek richt op de fiscaal- en civieljuridische gevolgen van de voeging van dergelijke maatschappijen was echter niet aanwezig. De doelstelling van Boer zijn onderzoek was om inzicht te verkrijgen in de fiscaal- en civieljuridische knelpunten die optreden rond het fiscale-eenheidsregime wanneer insolvente en verlieslijdende concernmaatschappijen in een fiscale eenheid worden gevoegd. De conclusie uit het onderzoek is ontegenzeglijk, dat de voeging van insolvente en verlieslijdende concernmaatschappijen in een fiscale eenheid veel knelpunten oplevert, zowel heffings- en invorderingsproblemen als civieljuridische knelpunten. Ook is de voeging van insolvente en verlieslijdende maatschappijen Europeesrechtelijk gezien problematisch. Het fiscale-eenheidsregime blijkt dus onvoldoende te zijn ingesteld op de voeging van insolvente en verlieslijdende maatschappijen. Om de aantrekkelijkheid van het voor de praktijk zeer belangrijke fiscale-eenheidsregime te vergroten, dient de (fiscale- en civiele) wetgever deze knelpunten te verhelpen. Boer doet daartoe aanbevelingen.

Martin Boer (Hoogezand-Sappemeer, 1982) studeerde fiscaal recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichtte zijn onderzoek bij het Centrum voor Recht, Bestuur en Samenleving aan de Faculteit Rechten. Hij werkt nu als belastingadviseur bij Deloitte Tax Groningen. Van het proefschrift verschijnt een handelseditie bij Sdu.

Laatst gewijzigd: 13 mei 2009 10:39