KNMG

28 mei 2009

Regels gunstbetoon redelijk goed bekend bij artsen, toepassing soms nog lastig

De KNMG deed onderzoek naar de kennis van artsen over de regels voor gunstbetoon door de farmaceutische industrie. Hieruit blijkt dat de kennis van artsen over de regels redelijk tot goed is te noemen, maar dat de toepassing in de praktijk soms nog lastig is. Dan zijn artsen vaak voorzichtig en blijken de regels over dienstverlening beter bekend dan de regels voor gastvrijheid bij sociale activiteiten. Praktijkgerichte voorlichting blijft dus nodig.

In 1998 hebben acht partijen uit het veld, verenigd in de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR), de Gedragscode Geneesmiddelenreclame opgesteld. Deze bevat regels voor de omgang tussen de farmaceutische industrie en artsen, om ongewenste invloed van de industrie op het voorschrijfgedrag van artsen te beperken. In dit kader wordt gesproken van `gunstbetoon' jegens artsen. Eerder onderzoek liet zien dat artsen
- anders dan de industrie - nog steeds niet goed op de hoogte lijken te zijn van deze regels en dat zij veel minder gebruik maken van de klachtenregeling bij de CGR dan de farmaceutische industrie. De KNMG wilde weten hoe dit komt en deed een panelonderzoek onder een a-selecte steekproef van ruim 2036 artsen die lid zijn van de KNMG. De respons was ruim 51 % .

Kennis
Van de respondenten weet 69% dat er regels voor gunstbetoon zijn. De meest genoemde kennisbron is Medisch Contact. Gemiddeld noemen zij vijf onderwerpen van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De meest genoemde onderwerpen zijn:

- De waarde van geschenken van de farmaceutische industrie aan artsen;

- Het betalen van deelname van artsen aan nascholing en congressen;

- Sponsoring door de farmaceutische industrie van congressen;
- Het bijwonen van nascholingen en congressen in het buitenland;

- Het vergoeden van werkzaamheden van artsen door de farmaceutische industrie.
De respondenten blijken de belangrijkste onderwerpen van de Gedragscode dus redelijk tot goed te kennen. De afgelopen drie jaar is bij 86% de kennis gelijk gebleven of verbeterd. Bij nagenoeg iedereen is de mate waarin de regels worden toegepast hetzelfde gebleven of juist verbeterd. Men ervaart als belemmeringen voor het toepassen van de regels: ze zijn te gedetailleerd, betuttelend en moeilijk toe te passen (35%) en er is sprake van (financiële) afhankelijkheid van de industrie (18%).
Meer dan driekwart van de respondenten vindt het belangrijk dat gunstbetoon aan banden is gelegd.

Toepassing in de praktijk
Gevraagd naar de toepassing van de regels op enkele casus over gastvrijheid en dienstverlening, blijken artsen vaak voorzichtig. Hun kennis over de regels is redelijk goed te noemen. De regels over dienstverlening zijn beter bekend dan de regels m.b.t. de sociale activiteiten gekoppeld aan gastvrijheid door de industrie. 30 tot 38 % van de respondenten blijkt die laatste regels niet goed te kennen.

Geen klachten
Slechts 18% van de respondenten geeft aan wel eens geconfronteerd te zijn met een gedraging van de farmaceutische industrie die in strijd was met de Gedragsregels. Ruim de helft van deze groep ondernam daarop geen actie. Slechts 1% diende een klacht in bij de Stichting CGR. Men vindt dat het indienen van een klacht niet hun taak is, dat het teveel tijd en energie kost en dat men de procedure onvoldoende kent. 17% is wel eens geconfronteerd met een gedraging van een collega die ingaat tegen de regels voor gunstbetoon. Daarvan sprak de helft de collega op deze gedraging aan. Slechts 1% diende een klacht in bij Stichting CGR.

Voorlichting en steun
Praktijkgerichte voorlichting blijft dus nodig en de KNMG zal zich daarvoor onverminderd inzetten. Dankzij de steun van het ministerie van VWS kan de KNMG in 2009 artsen ook juridisch ondersteuning blijven aanbieden bij het indienen van een klacht bij de CGR.

Klik hier voor het Rapport KNMG ledenpanel Gunstbetoon