Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z08113
Vragen van de leden Dezentjé Hamming-Bluemink en De Krom (beiden VVD) aan de
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Dijksma, en de minister voor
Wonen, Wijken en Integratie over het niet gebruiken van de integratiesubsidie door scholen.
(Ingezonden 27 april 2009)
1
Bent u bekend met het artikel "Geld integratie scholen blijft liggen"? 1)
Ja.
2
Is het waar dat de gemeente Den Haag scholen verplicht ontmoetingen te organiseren met
andere scholen omdat anders de integratiesubsidie onvoldoende wordt gebruikt? Zo ja, wat
vindt u hiervan?
Nee. Navraag bij de gemeente Den Haag heeft uitgewezen dat er geen sprake is van verplichte
ontmoetingen. De gemeente heeft, evenals een aantal andere gemeenten, subsidie ontvangen
voor het vrijwillig uitvoeren van pilots om segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan. Uit
het contact met de gemeente blijkt dat er op dit moment een grote bereidheid en inspanning is
vanuit de gemeente Den Haag om de integratie in het basisonderwijs te bevorderen. Met
wethouder Dekker deel ik de mening dat scholen hierin belangrijke partners zijn.
Deze en andere gemeenten die hiervoor subsidie krijgen, kunnen naar eigen inzicht
activiteiten ontwikkelen. Ik heb het Kenniscentrum Gemengde Scholen gevraagd om hen
daarin te ondersteunen. De gemeente Den Haag heeft ervoor gekozen om in te zetten op
ontmoetingen tussen scholen en leerlingen en op ouderinitiatieven. Scholen en ouders kunnen
hier vrijwillig aan deelnemen.
3
Bent u van mening dat een subsidie van 200.000 voor ontmoetingen tussen scholen een
effectieve en proportionele manier is om de leerlingen van zestien scholen met elkaar kennis
te laten maken? In hoeverre vindt u het een taak van de overheid c.q. gemeente om dit
verplicht te faciliteren? Kunt u dit toelichten?
De gemeente Den Haag ontvangt vanaf 2008 voor een periode van vier jaar 200.000 om de
pilots uit te voeren. In dit kader stimuleert de gemeente Den Haag schoolbesturen én ouders
om de segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan. De gemeente wil dit doen door de
contactmomenten tussen allochtone en autochtone kinderen te bevorderen en door
ouderinitiatieven te stimuleren. Wij onderzoeken of deze experimenten in Den Haag en die in
andere pilotgemeenten werken. Bij dat onderzoek worden ook controlegemeenten
meegenomen die geen beleid voeren om segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan. Uw
Kamer ontvangt daarover volgend jaar een tussenrapportage.
4
Welke andere gemeenten verstrekken vergelijkbare integratie- en kennismakingssubsidies
voor scholen? Worden scholen in andere gemeenten ook verplicht gebruik te maken van deze
subsidie?
Er worden in verschillende gemeenten pilots uitgevoerd om segregatie in het basisonderwijs
tegen te gaan. Een aantal daarvan zet in op ontmoetingen. Voor een overzicht van de
maatregelen die gemeenten in dit kader hebben voorgesteld, verwijs ik u naar brief
"tegengaan segregatie in het basisonderwijs", die ik op 13 mei 2008 naar uw Kamer heb
verzonden (Kamerstukken II 2007-2008 31 293 nr. 13).
5
Deelt u de mening dat scholen niet verplicht gebruik moeten maken van een subsidie waar zij
duidelijk geen interesse in hebben? Kunt u dit toelichten?
De activiteiten, die in het kader van de pilot genomen worden, hebben geen verplichtend
karakter. De gemeente Den Haag heeft, mede in overleg met andere pilotgemeenten,
afgelopen maart criteria vastgesteld voor de ontmoetingsmomenten. Er wordt naar gestreefd
om tijdens de activiteiten leerlingen met verschillende achtergronden met elkaar in contact te
laten brengen. Scholen kunnen voor deze en andere activiteiten tot uiterlijk 15 mei een
aanvraag indienen.
6
Deelt u de mening dat dit geld beter kan worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs
en de veiligheid op straat te vergroten?
Naast verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, behoort het bevorderen van actief
burgerschap, sociale integratie en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen
van leeftijdgenoten tot de wettelijke opdracht van scholen (zie art. 8, 3e lid WPO). Met de
pilots wordt ervaring opgedaan over de wijze waarop kan worden bijgedragen aan het
bevorderen van integratie in het basisonderwijs. Ik laat onderzoeken wat de effecten zijn van
de pilots en zal uw Kamer in de loop van 2010 een tussenrapportage toezenden.
1) Algemeen Dagblad, 22 april 2009