Isolatie beste methode om energieprestatie van woningen te verbeteren
Architecten goed op de hoogte van een aanscherping van de EPC-eis
Rotterdam - 28 mei 2009. Architecten zien isolatie, meer nog dan twee jaar geleden, als beste methode om de energieprestatie van een woning te verbeteren. Gevolgd door installatietechnische oplossingen en zonnecollectoren. Daarnaast geeft tweederde van de architecten aan dat de EPC (energieprestatiecoëfficiënt) over vijf jaar op 0,6 of zelfs lager zal liggen. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy in opdracht van Rockwool.
In het onderzoek wat USP Marketing Consultancy in opdracht van Rockwool heeft uitgevoerd is onder andere gevraagd wat er de komende vijf jaar met de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) zal gebeuren. Op dit moment ligt deze op 0,8 maar deze zal de komende tijd verder naar beneden zal worden bijgesteld. Het uiteindelijke doel is energieneutrale woningnieuwbouw in 2020. Van de architecten geeft ruim een derde (37%) aan dat de EPC over 5 jaar op 0,6 zal komen te liggen en nog eens een kwart (27%) verwacht dat deze lager dan 0,6 zal zijn.
Vervolgens is gevraagd hoe de architecten verwachten deze lagere EPC te kunnen realiseren. Hierop antwoordt 43% dat isolatie hiervoor de beste methode is, gevolgd door installatietechnische oplossingen in zijn algemeenheid (25%) en zonnecollectoren (15%). In vergelijking met twee jaar geleden heeft isolatie hiermee aan populariteit gewonnen en verder afstand genomen van installatietechnische oplossingen (2007: isolatie 20% en installatietechnisch algemeen 7%). Verder blijkt uit de vergelijking dat de bewustwording omtrent energiezuiniger bouwen en wonen verder is toegenomen: architecten weten, gezien de hogere percentages, veel beter dan twee jaar geleden hoe een betere EPC behaald kan worden.
Indien dezelfde vraag aan installateurs wordt gesteld, zullen zij veel vaker installatietechnische oplossingen aandragen als beste oplossing om de aanscherping van de EPC te realiseren. Echter, een installateur speelt vaak alleen een rol in het keuzeproces indien er sprake is van integraal ontwerpen. Aangezien integraal ontwerpen nog niet gangbaar is binnen de bouw, zal de rol van de installateur vele malen kleiner zijn dan de rol van een architect. Deze laatste heeft dan ook de meeste invloed op de keuze voor de beste methode om aan de EPC te voldoen en het blijkt dat de architect met name voor isolatie kiest. Een mogelijke reden hiervoor is dat isolatie eenvoudiger toe te passen is in het ontwerp dan installatietechnische oplossingen. Isolatie kan tegen de gevel, vloer of dak worden toegepast, terwijl bij installaties nagedacht moet worden over de plaats waar de installaties moeten komen.
Er is overigens ook een belangrijke rol voor de overheid weggelegd. Het Ministerie van VROM streeft ernaar om in de EPC in de komende jaren te verlagen: via 0,6 (2011) en 0,4 (2015) naar energieneutraal (2020). Over vijf jaar (2014) verwacht echter slechts een kwart van de architecten (27%) dat de EPC lager zal zijn dan 0,6, terwijl de overheid ernaar streeft om een jaar later al een EPC op te leggen van 0,4. De overheid dient de komende jaren dus veel te informeren en communiceren over het verlagen van de EPC. Een voorbeeld zou kunnen zijn dat de overheid subsidieregelingen die de EPC verlaging stimuleren (zoals bijv. het 'Meer met Minder' programma) doorzet of zelfs intensiveert.
|Methodes om aangescherpte EPC-eis te realiseren | | |Architecten | |Isolatie |43% | |Installatietechnisch in het|25% | |algemeen | | |Zonnecollectoren |15% | |Warmtepompen |5% | |Ventilatie |4% | |HR beglazing |3% | |Compacte bouwmassa |1% | |Weet niet/geen mening |9% |
|Verwachte EPC-eis over vijf jaar | | |Architecten | |Lager namelijk van 0,0 tot |27% | |0,6 | | |Lager, namelijk precies op |37% | |0,6 | | |Lager, namelijk van 0,6 tot|10% | |0,8 | | |Geen verandering |10% | |Weet niet/geen mening |15% |
Ingezonden persbericht