Vrije Universiteit Amsterdam

Peniscarcinoom


* Startdatum: 29-05-2009


* Tijd: 10.45


* Locatie: Aula


* Titel: Peniscarcinoom


* Plaats: Aula


* Spreker: J.A.P. Leijte


* Promotor: prof.dr. S. Horenblas


* Onderdeel: VU medisch centrum


* Wetenschapsgebied: Medisch


* Evenementtype: Promotie

Joost Leijte geeft in zijn proefschrift over de diagnose en behandeling van peniscarcinoom adviezen om de prognose voor patiënten te verbeteren en de belasting van de behandeling te minimaliseren. Zo onderzocht hij de betrouwbaarheid van schildwachtklierbiopsie bij peniscarcinoom. Deze behandeling blijkt veilig toegepast te kunnen worden en hiermee kan vele patiënten een operatie in de liezen bespaard blijven, die anders veel complicaties veroorzaakt.

Peniscarcinoom is een zeldzame ziekte. In Nederland zijn er jaarlijks ongeveer 100 nieuwe patiënten. Vanwege de zeldzaamheid is er een gebrek aan goede wetenschappelijke studies met voldoende patiënten. Hierdoor berust een belangrijk deel van de huidige diagnostiek en behandeling van deze ziekte op relatief weinig wetenschappelijk bewijs.

Het NKI-AVL, waar Leijte zijn onderzoek uitvoerde, is wereldwijd een toonaangevend centrum op het gebied van peniscarcinoom. Het merendeel van de patiënten in Nederland wordt hier behandeld en hierdoor is er een grote database met waardevolle informatie beschikbaar. Voor een aantal studies werd deze database gecombineerd met gegevens van ziekenhuizen uit Zweden en Engeland, waardoor voor het eerst grote aantallen patiënten konden worden geanalyseerd.

Leijte onderzocht niet alleen de schildwachtklierbiopsie, maar ook de tumorclassificatie van peniscarcinoom. Voor alle soorten kanker bestaat een internationale classificatie, waarmee de uitbreiding van de ziekte kan worden ingedeeld. Dit is belangrijk voor het kiezen van de juiste behandeling en voor de prognose van een patiënt. De kwaliteit van de huidige classificatie voor peniscarcinoom bleek in veel opzichten teleurstellend en daarom wordt een aantal aanpassingen voorgesteld. Ten slotte werd ook gekeken naar het benodigde aantal controles na behandeling om te voorkomen dat de ziekte terugkomt. Na een uitgebreide analyse bleek het huidige follow-up schema in de meeste gevallen onnodig frequent en daarmee belastend voor de patiënt en arts. Het door Leijte voorgestelde schema is inmiddels de Europese richtlijn geworden.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam