Wageningen Universiteit en Researchcentrum
ontwikkelen nieuw rijsttype
Afrikaanse boeren ontwikkelen nieuw
rijsttype
28 mei 2009
Rijstboeren in West-Afrika hebben de afgelopen jaren een nieuwÂ
rijsttype ontwikkeld, zo ontdekten Wageningse onderzoekers. Het gaat
om spontane kruisingen in het veld van Afrikaanse rijst met Aziatische
rijst, gevolgd door terugkruising naar Aziatische rijst.
Boeren in West-Afrika hebben twee rijstsoorten tot hun beschikking:
Aziatische rijst met hoge opbrengstpotentie en Afrikaanse rijst, die
beter is aangepast aan de lokale omstandigheden. Rijst is een
zelfbestuiver, wat inhoudt dat een ras doorgaans niet kruist met
andere rassen. Toch is er een kans van 0,5 procent op kruisbestuiving,
zegt dr. Edwin Nuijten van de leerstoelgroep Technologie en agrarische
ontwikkeling (TAO), betrokken bij het onderzoek. Na voldoende
generaties leidt die kruising tot nieuwe planten. Boeren hebben de
zaden van deze nieuwe planten apart gehouden, weer ingezaaid en zaden
uitgewisseld. Daardoor zijn variëteiten van dit nieuwe rijsttype
stilaan in de regio verspreid.
De Wageningers toonden met moleculaire technieken aan dat de nieuwe
kruising genetisch verschilt van de Afrikaanse en Aziatische rijst.
Het nieuwe rijsttype geeft een redelijk stabiele opbrengst en kent een
korte groeiperiode, waarmee de plant goed is aangepast aan de korte
regenperiode in Gambia en Senegal, zegt Nuijten. Voorts is de hybride
goed aangepast aan arme bodems in de West-Afrikaanse regio.
Nuijten en zijn collegaâs vonden nauw verwante varianten van deze
kruising in Sierra Leone, Gambia, Guinee Bissau, Guinee Conakry en
Senegal. Hij vermoedt dat de kruising in meerdere landen spontaan in
het veld is ontstaan, wat heeft geleid tot een groep van kruisingen
met eenzelfde genetische basis. De onderzoekers breken zich nog het
hoofd over een door boeren ontwikkelde rijstvariant in Ghana en Togo
die niet alleen afwijkt van de bekende Aziatische en Afrikaanse
rijstrassen maar ook afwijkt van de kruising in de naburige landen. Ze
hebben nog niet kunnen traceren wat het uitgangsmateriaal van deze
variant is.
Naast TAO zijn de leerstoelgroep Gewasfysiologie en het Centrum voor
Genetische Bronnen Nederland (CGN) bij het onderzoek betrokken.
Financier is het NWO-programma WOTRO, dat wetenschappelijk onderzoek
voor ontwikkelingsvraagstukken ondersteunt.
Beleidsmakers en donoren moeten meer oog hebben voor
kennisontwikkeling en uitwisseling door boeren in het veld, vinden de
onderzoekers, die daarbij spreken van unsupervised learning. Dit in
tegenstelling tot supervised learning, waarbij veredelaars en
wetenschappers aan boeren uitleggen wat ze moeten doen. âHet is
belangrijk om onderzoek te koppelen aan boerenkennisâ, zegt Nuijten,
âom zo een beter idee te krijgen van wat de boeren nodig hebben. Zo
gaan we nu na bij de betreffende boeren of we nog iets kunnen
verbeteren aan deze nieuwe rijstvariëteiten of dat we kunnen
assisteren bij de uitwisseling ervan.â / Albert Sikkema
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie archief op http://www.resource-online.nl.