Beantwoording vragen van het lid Bashir over Partrust
Kamervragen | 29-05-2009 | Financieel toezicht
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: FM/2009/1029 U
Uw brief (kenmerk): 2009Z08562
Betreft: Vragen van het lid Bashir over Partrust en andere mogelijke
omvangrijke beleggingsfraudes
Geachte voorzitter,
In antwoord op de vragen van het lid Bashir (SP) over Partrust en
andere mogelijke omvangrijke beleggingsfraudes, die mij zijn
toegezonden per brief van 8 mei 2009, deel ik u mede dat de vragen
worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.
Hoogachtend,
De minister van Financiën,
Wouter Bos
Vragen van het lid Bashir (SP) aan de minister van Financiën over Partrust
en andere mogelijke omvangrijke beleggingsfraudes. (Ingezonden 8 mei 2009)
1, 2, 3
Wat was precies de aanleiding voor de Autoriteit Financiële Markten
(AFM) om Partrust aan een onderzoek te onderwerpen ? Hebben de
problemen tussen advocatenkantoor Bartels Advocaten en Partrust, die
in augustus 2008 zijn begonnen en resulteerden in een uitspraak van de
voorzieningenrechter van 15 januari 2009 , de AFM aanleiding gegeven
om nader onderzoek te doen? Zo nee, waarom niet? Is het waar dat de
laatste gedeponeerde jaarrekening van Partrust bij de Kamer van
Koophandel over 2006 gaat? Vormde dit geen aanleiding voor AFM om
eerder een onderzoek in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Uit navraag bij de AFM blijkt dat zij Partrust al langere tijd in het
vizier hadden. Partrust is echter vrijgesteld van het toezicht op
grond van de Wet op het financieel toezicht. Partrust kan namelijk
gebruik maken van de vrijstelling voor het aanbieden van stukken boven
de EUR50.000 of de vrijstelling voor uitgiftes waarbij minder dan EUR
2,5 miljoen wordt aangetrokken. De AFM kon om die reden niet tegen
Partrust optreden. Met de implementatie van de richtlijn oneerlijke
handelspraktijken op 15 oktober 2008 is er nieuwe regelgeving van
kracht geworden die voorschrijft dat alle ondernemingen zich moeten
onthouden van oneerlijke handelspraktijken. Een belangrijke norm is
bijvoorbeeld dat een financiële onderneming voldoende informatie
verstrekt over een product zodat een consument zich een goed oordeel
kan vormen over het product of de dienst. Op basis van deze nieuwe
regelgeving beschikt de AFM ook over nieuwe bevoegdheden om bij
financiële ondernemingen onderzoek te verrichten en indien nodig
handhavend op te treden. Het is om die reden dat de AFM pas na 15
oktober 2008 een onderzoek is gestart. Het toezicht op basis van de
nieuwe regels is risico-gestuurd en wordt gebaseerd op signalen uit de
markt. Het ontbreken van een jaarrekening kan in dat verband
bijvoorbeeld een belangrijk signaal zijn voor de AFM. De AFM geeft
openheid over haar toezicht op oneerlijke handelspraktijken via onder
andere het publiceren van genomen maatregelen. Ik verwijs u in dit
verband naar de gepubliceerde last onder dwangsom . Hierin vindt u
de overwegingen van de AFM om tot dit besluit te komen, alsmede een
chronologie van de contacten tussen de AFM en Partrust.
4, 5
Is het voor de AFM mogelijk geweest om, naast de openbaarmaking van de
opgelegde last onder dwangsom, eerder een openbare mededeling te doen
omtrent Partrust, bijvoorbeeld onder afdeling 1.5.2 van de Wet op het
financieel toezicht? Zo ja, waarom is geen gebruik van die
mogelijkheid gebruikt? Zo nee, waarom niet? Waarom wordt er melding
gemaakt van meerdere omvangrijke beleggingsfraudes zonder de naam
van de betreffende fondsen te noemen? Waarom kiest AFM niet voor een
openbare mededeling over de betreffende fondsen, om zo onnodige
ongerustheid te voorkomen?
Het was voor de AFM gelet op de geldende vrijstelling niet mogelijk om
eerder op grond van de Wet op het financieel toezicht mededelingen te
doen omtrent Partrust. De huidige publicatie van de last onder
dwangsom vormt de eerste gelegenheid voor AFM om een openbare
mededeling te doen. De AFM is in algemene zin bij het doen van
mededelingen gebonden aan geheimhoudingsbepalingen en het beginsel van
zorgvuldigheid. De door een toezichthouder in acht te nemen
zorgvuldigheid betekent dat er ten aanzien van overige fondsen geen
concrete namen kunnen worden genoemd tot het moment waarop onderzoek
aanleiding geeft tot het nemen van concrete maatregelen. In dat
verband wil ik graag wijzen op de openbare mededeling door de AFM van
de oplegging van een last onder dwangsom aan TRE Investments VI B.V..
6, 7
Staat u gezien de nieuwe beleggingsfraudezaken nog steeds achter uw
eerdere antwoorden op Kamervragen van het lid Irrgang over het
toezicht op beleggingsfondsen 4)? Blijft u nog steeds wat toezicht
betreft voor beleggingen boven EUR 50.000 vasthouden aan de
vrijstellingsregeling van de Wet op het financieel toezicht (Wft)?
Deelt u de mening dat op dit soort beleggingsinstellingen niet alleen
achteraf, maar ook preventief toezicht gehouden moet worden? Wat zijn
de conclusies naar aanleiding van de evaluatie van de
Prospectusrichtlijn, verricht door de Europese Commissie?
De Prospectusrichtlijn bepaalt dat er geen prospectusplicht geldt voor
effecten met een minimale coupure van EUR 50.000 (en voor aanbiedingen
waarbij per belegger slechts effecten kunnen worden gekocht voor een
minimaal totaalbedrag van EUR 50.000). Teneinde een gelijk speelveld
te creëren tussen de verschillende onder toezicht gestelde sectoren
wordt deze EUR 50.000-grens in Nederland ook gehanteerd voor
aanbiedingen van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen (voor
zover deze aanbiedingen niet reeds onder het toepassingsbereik van de
regels uit hoofde van de Prospectusrichtlijn vallen) en voor
aanbiedingen van beleggingsobjecten. Ik heb er in het kader van de
evaluatie van de Prospectusrichtlijn bij de Europese Commissie op
aangedrongen om de EUR 50.000-grens ten minste te verdubbelen. Mij is
bekend dat ook andere landen een verhoging van de EUR 50.000-grens
hebben bepleit. Ik zal dit gedurende de momenteel nog lopende
evaluatie van de Prospectusrichtlijn door de Europese Commissie en in
het vervolgtraject daarvan blijven bepleiten.
De Volkskrant, 6 mei 2009: "AFM stapt naar rechter om fraude
Partrust"
Rechtbank Amsterdam, Voorzieningenrechter, 15 januari 2009, LJN:
BG9974.
http://www.afm.nl/marktpartijen/default.ashx?DocumentId=12323
Elsevier, 4 mei 2009: "AFM is omvangrijke beleggingsfraude op het
spoor",
Meer informatie
* Beantwoording vragen van het lid Bashir over Partrust
Kamervragen | 29-05-2009 | PDF bestand, 28 Kb
Zie het origineel
Verwante dossiers
* Financieel toezicht
Ministerie van Financiën