NVAB, Nederlandse Vereniging voor Arbeid- en Bedrijfsgeneeskunde

4 juni 2009

Betere preventie kan beroepsziekteclaims voorkómen

Betere preventie en betere sociaal-medische begeleiding van werknemers kan het aantal schadeclaims in verband met beroepsziekten drastisch terugdringen. Dat is de hoofdconclusie uit het onderzoek Leerzame Schadeclaims. De onderzoekers stellen dat een laag-drempelige toegang tot de bedrijfsarts noodzakelijk is voor vroege signalering en aanpak van beroepsziekten. Voor complexe arbeidsgerelateerde problemen is laagdrempelige toegang tot de tweedelijns arbozorg nodig: werknemers moeten zonder financiële barrières door hun bedrijfsarts verwezen kunnen worden.

De NVAB blijft zich sterk maken voor het realiseren van een laagdrempelige toegang tot de bedrijfsarts. Bestuursvoorzitter Pieter Rodenbrug zal dit dinsdag 9 juni bepleiten tijdens een workshop van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de SER over 'de rol van de bedrijfsarts, knelpunten en uitdagingen daarin'.

Het onderzoek Leerzame Schadeclaims is uitgevoerd door een team van onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (Hugo Sinzheimer Instituut-UvA), de Universiteit Maastricht (UM) en het Academisch Medisch Centrum (AMC-UvA). In het onderzoek is samengewerkt met Kwaliteitsbureau NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde). Het onderzoek is financieel ondersteund door Stichting Instituut Gak.

Meer informatie over het onderzoek is te vinden in: Leerzame Schadeclaims: leren van 'worst case scenarios' als opstap naar effectieve interventie en preventie rond beroepsziekten (eindrapport:195 pagina's inclusief samenvatting en bijlagen) Samenvatting van het eindrapport
Persbericht
Het onderzoek werd uitgevoerd door een team van onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (Hugo Sinzheimer Instituut-UvA), de Universiteit Maastricht (UM) en het Academisch Medisch Centrum (AMC-UvA).

In het onderzoek is samengewerkt met Kwaliteitsbureau NVAB (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde). Het onderzoek is financieel ondersteund door Stichting Instituut Gak.