Hart en nier, falen doen ze niet alleen!
Datum: 09 juni 2009
Oratie: prof.dr. J.L. Hillege, 16.15 uur, Academiegebouw, Broerstraat
5, Groningen
Titel: Hart en nier, falen doen ze niet alleen!
Leeropdracht: Cardiologie, in het bijzonder de cardiorenale
interacties
Faculteit: Medische Wetenschappen
Hartfalen is de enige cardiovasculaire aandoening waarvan het aantal
patiënten nog stijgende is. Dit komt vooral door de vergrijzing; meer
dan de helft van de mensen met hartfalen is ouder dan 75 jaar. In de
kliniek worden we steeds vaker geconfronteerd met het voorkomen van
een twin-epidemie van gecombineerd hart- en nierfalen. Bij 6 van de 10
patiënten met hartfalen is er ook sprake van nierfalen. Uit eigen
onderzoek kwam naar voren dat een verminderd functioneren van de nier
minstens zo belangrijk was voor de prognose van de patiënt als de
functie van het hart zelf. Onderzoek naar en de optimale behandeling
van de patiënt met zowel nier als hartfalen moet niet gezocht moet
worden in een orgaanspecifieke maar orgaanoverschrijdende behandeling.
Om antwoorden te krijgen op de vragen die wij ons stellen over
oorzaak, beloop en behandeling van de relatie hart en nier bij
patiënten met hartfalen is verder translationeel onderzoek nodig
waarbij verschillende preklinische en klinische afdelingen nauw met
elkaar samenwerken. Met de ouder wordende patiënt gaat het belang van
een multidisciplinaire benadering van onderzoek en behandeling
prevaleren. De overlevingskans van patiënten met meer dan één
onderliggende ziekte is niet anders is dan bij patiënten met één
onderliggende ziekte. Grote verschillen worden er echter gezien in
ziektelast ofwel het dagelijks functioneren van de patiënt. Er moet
daarom meer aandacht zijn voor het meten van het dagelijks
functioneren van de patiënt met chronische aandoeningen in klinisch
onderzoek en de effecten van geneesmiddelen. Dagelijks worden we er
echter mee geconfronteerd dat de overgang van multidisciplinair
onderzoeken en behandelen naar multidisciplinair falen niet erg groot
is. Dit alles vraagt om goede en structurele basiscondities voor
onderzoek. Een infrastructuur is derhalve nodig om de onderzoekers zo
optimaal mogelijk in het werkproces te kunnen begeleiden waardoor het
zich aan de regels houden voor betrouwbaar klinisch onderzoek bijna
vanzelf moet gaan.
Laatst gewijzigd: 02 juni 2009 10:30
Rijksuniversiteit Groningen