ChristenUnie
ChristenUnie: snel mediacode bij gezinsmoorden
dinsdag 09 juni 2009 11:00 Media moeten terughoudend zijn in hun
berichtgeving over gezinsmoorden, om te voorkomen dat deze als
voorbeeld navolging krijgen. Redacties zouden daarom gezamenlijk een
mediacode moeten ontwikkelen voor berichtgeving rond gezinsmoorden. In
vragen aan minister Plasterk dringt ChristenUnie-Kamerlid Joël
Voordewind op haast bij het ontwikkelen bij een dergelijke code.
Voordewind: ,,Deskundigen stellen dat de vaak gedetailleerde
berichtgeving rond gezinsmoorden kan leiden tot kopieergedrag. Dan
gaat het zowel over de omstandigheden die aanleiding gaven tot het
delict, als de wijze waarop het gebeurd is. Ook kan het duiden van
gezinsmoorden als een `drama', ertoe bijdragen dat potentiële daders
zich als slachtoffer gaan zien. Terughoudendheid in de berichtgeving
is daarom echt geboden. Ook moeten we bekijken waar en wanneer we nog
beter signalen van crisissituaties in gezinnen kunnen opvangen, en
daar adequaat op kunnen reageren."
---
Schriftelijke vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister voor Jeugd
en Gezin, de minister van Justitie en de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over de recente gezinsmoorden.
1. Hebt u kennisgenomen van de recente gezinsmoorden in Zwijndrecht
en Almere?
2. Kent u het boek `Moordouders' door criminoloog Toon Verheugt,
welke een verzameling onderzoeken naar kinderdoding door ouders
inhoudt? Heeft u dergelijke wetenschappelijke inzichten verwerkt
in de signalering en preventie van huiselijk geweld, in het
bijzonder kinderdoding?
3. Wordt het oppikken van specifieke signalen van psychische
problemen bij ouders die aanleiding kunnen geven tot een
dergelijke daad meegenomen in het beleid ter bestrijding van
suïcidaliteit en suïcides? Wordt in het programma van 113 Online
rekening gehouden met een dergelijke staat van wanhoop bij ouders?
4. Worden psychische problemen bij ouders na een echtscheiding of na
de geboorte van een kind voldoende gesignaleerd? Voert u specifiek
beleid om in deze gevallen psychische problemen op tijd te
herkennen? Welke instantie is verantwoordelijk voor de signalering
van dergelijke problemen?
5. Wat is uw oordeel over de mediaverslaggeving naar aanleiding van
de recente gezinsmoorden, in het bijzonder het publiceren van de
afscheidsmail van de vader, gezien de verhoogde kans op navolging
door een te detaillistische verslaggeving? Wordt de richtlijn
`Suïcide in de media' van de Ivonne van de Ven Stichting voldoende
nageleefd, ook als gevolg van eerdere schriftelijke vragen over
hetzelfde onderwerp? Zo nee, bent u bereid actie te ondernemen
richting de media?