1 1
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
ProRail Mobiliteit
T.a.v. de heer drs. B.J. Klerk Directoraat-Generaal
Mobiliteit
Postbus 2038 Spoorvervoer
3500 GA Utrecht
Plesmanweg 1-6
Den Haag
Postbus 20901
2500 EX Den Haag
T 070 351 6171
F 070 351 6591
www.verkeerenwaterstaat.nl
Contactpersoon
Paul van Straten
T 6539
Datum 29 mei 2009 paul.van.straten@minvenw.nl
Onderwerp Reactie op advies concessie HSL-Zuid
Ons kenmerk
VenW/DGMo-2009/4917
Uw kenmerk
---
Geachte heer Klerk,
Bijlage(n)
---
Op 27 april 2009 vroeg ik u om de zienswijze van ProRail op de concessie voor
het vervoer over de HSL-Zuid die de minister van Verkeer en Waterstaat
voornemens is per 1 juli 2009 te verlenen aan HSA Beheer N.V. Op 27 mei 2009
heeft u mij de zienswijze van ProRail doen toekomen. Bij deze dank ik u voor uw
reactie en ga ik in op de door u genoemde punten.
Achtergrond
Zoals ik u in de adviesaanvraag van 27 april 2009 aangaf bepaalt de
concessieovereenkomst dat de concessie die tot stand komt na omzetting van de
concessieovereenkomst qua condities gelijk moet zijn aan die in de
concessieovereenkomst. Dit om te voorkomen dat de posities van HSA Beheer
N.V. of de Staat door de omzetting anders worden dan die op basis waarvan de
aanbesteding van het vervoer over de HSL-Zuid is gehouden. Dit betekent dat
naar aanleiding van de omzetting naar de concessie geen inhoudelijke wijzigingen
in de afspraken tussen HSA Beheer N.V. en de Staat doorgevoerd kunnen worden,
aangezien daardoor aanzienlijke aanbestedingsrechtelijke risico's gelopen zouden
worden.
Definities
U adviseert mij om de in de conceptconcessie voor het hogesnelheidsnet
gehanteerde begrippen in overeenstemming te brengen met de thans wettelijk
gedefinieerde begrippen. Dit ter voorkoming van onnodige misverstanden en
begripsverwarringen in de praktijk. Hoewel ik de wenselijkheid van eenduidige
definities in principe deel zou het overnemen ervan in dit geval leiden tot een
verschil in definities tussen enerzijds de conceptconcessie en anderzijds de
resterende bepalingen uit de concessieovereenkomst. Aangezien beide
documenten tezamen het geheel aan rechten en plichten van de Staat en HSA
beschrijven is het gebruik van dezelfde definities in die documenten essentieel.
Ten aanzien van de specifiek door u aangehaalde definities geldt het volgende;
Ten aanzien van de definitie van het begrip "beheerder" (artikel 1 onder c) is het
verschil zuiver theoretisch omdat duidelijk is dat daarmee op ProRail wordt
gedoeld.
a
Pagina 1 van 2
Uw opmerking dat het begrip "gebruiksvergoeding" niet in de conceptconcessie Mobiliteit
voorkomt is niet juist. In de definitie van beheerder staat dat de beheerder de Directoraat-Generaal
gebruiksvergoeding int. Mobiliteit
Spoorvervoer
Voor de definitie van het begrip "treinpad" geldt de algemene opmerking dat
betekenisverschil met de concessieovereenkomst zoveel mogelijk moet worden Datum
29 mei 2009
voorkomen.
Ons kenmerk
VenW/DGMo-2009/4917
Overige punten
U geeft aan de toegevoegde waarde van de bepaling omtrent punctualiteit en
betrouwbaarheid (artikel 3.2) niet te zien. De Staat is echter voor de HSL-Zuid
een hoog ambitieniveau ten aanzien van deze aspecten met de vervoerder
overeengekomen, de opname van dit streven naar een performance regime dat
leidt tot verbeteringen in punctualiteit en betrouwbaarheid geeft uiting aan dit
hoge ambitieniveau.
U geeft aan dat ProRail prestaties meet per kalenderjaar, terwijl de
conceptconcessie uitgaat van een dienstregelingsjaar (artikel 7.2). Tussen beide
ligt een verschil van slechts twee of drie weken. De door u voorgestelde wijziging
zal ik overnemen.
U geeft aan dat artikel 55 van de Spoorwegwet reeds een verzekeringsplicht
bevat. Dat is juist, echter artikel 21 van de conceptconcessie is gedetailleerder.
Ten aanzien van artikel 23 stelt u dat de conceptconcessie geen geldbedragen
noemt. Dit is niet juist, artikel 7.2 noemt een boete van maximaal 5 miljoen. De
bepaling van artikel 23 omtrent indexering is daarmee niet overbodig.
U adviseert om in bijlage 1 (reistijden) de genoemde ProRail-richtlijnen te
specificeren. Bijlage 1 verwijst niet naar ProRail-richtlijnen maar naar "ProRail
voorschriften". Uit de context wordt duidelijk dat het hier alle voorschriften betreft
die van invloed zijn op de rijtijden, zoals de maximale rijsnelheid.
Ten aanzien van de handhavingsbrief van de minister van Verkeer en Waterstaat
aan ProRail wijst u erop dat een verwijzing moet worden opgenomen naar de
mogelijkheid daartegen bezwaar te maken. U heeft daarin gelijk. Een dergelijke
verwijzing zal worden toegevoegd.
De minister is voornemens de concessie en bijbehorende documenten op korte
termijn ter informatie aan de Kamer te zenden. Heeft u naar aanleiding van het
voornemen van de minister nog vragen dan ben ik uiteraard graag bereid die te
beantwoorden.
Met vriendelijke groet,
DE DIRECTEUR SPOORVERVOER,
drs. J.A. Jacobs
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat