Universiteit Leiden

Eten om het eten

Binge Eating Disorder (BED) is de meest voorkomende maar minst bekende eetstoornis. Eén procent van de Nederlandse bevolking lijdt er aan. Alexandra Dingemans schreef haar proefschrift over de stoornis en onderzocht een succesvolle therapie: 'Patiënten staan er niet langer alleen voor.'Eetbuien Mensen die aan BED lijden hebben minstens twee keer per week grote eetbuien. De ziekte heet in het Nederlands dan ook eetbuistoornis. 'Patiënten eten in een korte tijd zo veel dat ze er misselijk van worden. Denk bijvoorbeeld aan een zak chips met een pak koekjes en een zak drop', vertelt Dingemans. 'Bovendien eten ze niet voor hun plezier, maar hebben ze het gevoel dat het moet: ze eten echt om het eten en zijn de controle kwijt. Patiënten met BED hebben dus ook vaak overgewicht. Het is opvallend dat deze eetstoornis bij mannen relatief veel voor komt. Veertig procent van de patiënten is man, terwijl dat percentage bij Anorexia rond de twee procent ligt.' Geen compensatiegedrag
Een deel van het proefschrift van Dingemans richt zich op de vraag of BED wel gezien moet worden als een nieuwe erkende eetstoornis. In dat geval mag BED namelijk worden opgenomen in de Diagnostic Statistic Manual of Mental Disorders (DSM). Dingemans vindt dat dit moet: 'BED verschilt duidelijk van andere eetstoornissen. Bij anorexia of boulimia nervosa zie je bijvoorbeeld compensatiegedrag: mensen geven over of gaan overmatig sporten, daarom worden deze stoornissen vaak in een vroeg stadium gesignaleerd. Dit is bij BED niet het geval. Het is belangrijk om dit in te zien, want een ander ziekteverloop vraagt ook om andere behandelmethoden.' Functieleer
Dingemans was niet altijd geïnteresseerd in eetstoornissen: 'Ik ben als studente psychologie aan de Universiteit Utrecht afgestudeerd in functieleer. Ik onderzocht of mensen, als ze voorwerpen in de ruimte moeten plaatsen, zichzelf of de omgeving als referentiekader gebruiken. Toen ik was afgestudeerd wou ik graag onderzoek blijven doen en dat kon bij Centrum Eetstoornissen Ursula in Leidschendam, het bedrijf waar ik nu werk. Zij boden me bovendien de mogelijkheid om via de Universiteit Leiden te promoveren. Dat sprak me erg aan. Ik ben dus eigenlijk per toeval in de wereld van de eetstoornissen beland.' Niet langs de snackbar
Dingemans heeft ook onderzoek gedaan naar een behandelmethode, en die heeft ze gevonden: 'Als patiënten cognitieve gedragstherapie ondergaan, zien we dat binnen een jaar zeventig procent van hen geen eetbuien meer heeft. De therapie bestaat uit verschillende groepssessies, waarbij patiënten wordt geleerd wat ze kunnen doen om een eetbui te voorkomen. Zo vertellen we ze bijvoorbeeld dat ze regelmatig moeten eten, en dat ze bepaald gedrag moeten vermijden: Neem uit het werk niet de route langs de snackbar of de bakker, maar rij op een andere manier naar huis. In de tweede fase van de therapie gaan therapeuten met de patiënten op zoek naar de oorzaken of in stand houdende factoren van de eetbuien. Overgewicht of depressie zijn hier voorbeelden van. In het laatste onderdeel krijgen de patiënten tips over hoe ze om moeten gaan met een eetbui, mochten ze die toch weer krijgen.' Depressie
BED-patiënten die ook depressief zijn hebben het extra zwaar. Dit ontdekte Dingemans in de laatste fase van haar onderzoek. 'Na het zien van een film die een negatieve stemming opwekt, eten depressieve BED-patiënten meer dan niet-depressieve BED-patiënten. We vonden ook dat depressieve patiënten over het algemeen meer eetbuien hebben. Depressie bleek dus een factor te zijn waar in therapie extra aandacht aan besteed moet worden.' Direct resultaat
Dat Dingemans haar onderzoek aan een behandelcentrum heeft uitgevoerd vond ze erg leuk: 'Ik zit hier dicht bij de patiënten, en weet dus echt voor wie ik het doe. Bovendien zie ik ook direct het resultaat van mijn onderzoek. De cognitieve gedragstherapie is namelijk al in gebruik genomen. Wel was het af en toe lastig om niet op de universiteit te zitten, het is dan bijvoorbeeld moeilijk om statistische hulp te vinden.' Toch weegt dit voor Dingemans niet erg zwaar: 'Ik blijf na mijn promotie gewoon onderzoek doen bij het centrum.' Dinsdag 9 juni
Alexandra Dingemans: Binge or Control?Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Promotor: prof.dr. Philip Spinhoven

(9 juni 2009/Leonie Hussaarts)