Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vraaag van Pechtold over openbaring van stukken over de oorlog in Irak
12-06-2009
Graag bied ik u hierbij, mede namens de de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkslaties, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het
lid Pechtold over openbaring van stukken over de oorlog in Irak. Deze vragen
werden ingezonden op 28 mei2009 met kenmerk 2009Z09932.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van
Buitenlandse Zaken op vragen van het
lid Pechtold
(D66) mede namens de de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijkslaties, over
openbaring van stukken over de oorlog in
Irak.
Vraag 1
Kunt u aangeven wat de consequenties zijn van de uitspraak van de Raad van
State 1) waarin wordt bevestigd dat twee documenten te weten een bericht van de
Nederlandse ambassadeur in Washington van 8 februari 2003 en een bericht van de
permanente vertegenwoordiger van Nederland bij de VN van 25 februari 2003, op
grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) niet hoeven worden vrijgegeven?
Kan de commissie Davids deze documenten wel
inzien wanneer deze commissie dit wenst?
Antwoord
De bedoelde uitspraak van de Raad van State heeft geen consequenties voor de
inzage door de Commissie Davids. Beide in de vraag genoemde documenten zijn ter
inzage verstrekt aan de Commissie Davids.
Ministerie van Buitenlandse Zaken