Ingezonden persbericht

Onderzoek naar bodemvruchtbaarheid Zeeland

Afgelopen winter heeft DLV Plant in opdracht van de Provincie Zeeland een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de knelpunten binnen de bodemvruchtbaarheid in Zeeland.
DLV Plant heeft dit onderzoek uitgevoerd samen met ZLTO Projecten en het Louis Bolk Instituut. De stichting Mineralen en Middelen Meester heeft het onderzoek begeleid.

Hiervoor is een enquête gebruikt onder ca 230 akkerbouwers en zijn 5 regiobijeenkomsten met 6 tot 7 ondernemers georganiseerd.

1 Inventarisatie knelpunten

Het onderzoek geeft een beeld van de knelpunten rondom de bodemvruchtbaarheid zoals de ondernemers in Zeeland deze per regio ervaren. Door de spreiding van de deelnemers in de regio ontstaat een goed beeld van de knelpunten in de provincie Zeeland. De knelpunten zijn benoemd door grondgebruikers in met name de sector akkerbouw, maar daarnaast ook vanuit de akkerbouwmatige vollegrondsgroententeelt, fruitteelt, bloemzaden en veehouderij.

Het is van belang te onderkennen dat ondernemers verschillend tegen een probleem kunnen aankijken. Bijvoorbeeld: moeilijk bewerkbare grond wordt gezien en aanvaard als een gegeven om mee te leven; in andere gevallen wordt een verslechtering van de bewerkbaarheid of het opbrengend vermogen gezien als een feit dat zeker moet worden vermeld.
In onderstaande tabel staan de belangrijkste knelpunten die tijdens de regiobijeenkomsten of knelpunteninventarisatie naar voren zijn gebracht.

Belangrijkste knelpunten die van invloed zijn op de bodemvruchtbaarheid in Zeeland:
|Pr|            |Noord       |Tholen /    |Walcheren + |Zeeuws      |
|io|Schouwen    |Beveland    |Sint        |west Zuid   |Vlaanderen  |
|ri|Duiveland   |            |Philipsland |Beveland    |            |
|te|            |            |+ oost Zuid |            |            |
|it|            |            |Beveland    |            |            |
|1 |Bodemfysisch|Verslemping |Bodemvoeding|Bodemfysisch|Aanvoer     |
|  |: totaal    |door ganzen,|: totaal    |en          |organische  |
|  |            |smienten    |            |waterdoor-la|mest        |
|  |            |            |            |tendheid    |            |
|2 |Organische  |Organische  |Bodem-verdic|Lage        |Bodem-verdic|
|  |stof en     |stof en     |hting en    |gebruiks-nor|hting en    |
|  |vaste mest, |vaste mest, |storende    |men         |storende    |
|  |compost     |compost     |lagen       |            |lagen       |
|3 |Wormen (te  |Bodem-verdic|Bodem-gebond|Organische  |Vrijlevende |
|  |veel)       |hting en    |en ziekten  |stof, mest  |wortelaaltje|
|  |            |storende    |            |en          |s           |
|  |            |lagen       |            |groen-bemest|            |
|  |            |            |            |er          |            |
|4 |Vrijlevende |Verdrogende |Vrijlevende |Stengelaaltj|            |
|  |wortelaaltje|plaatgronden|wortelaaltje|es          |            |
|  |s           |            |s           |            |            |
|5 |            |Stengelaaltj|Slakken en  |Bodem-gebond|            |
|  |            |es          |ritnaalden  |en ziekten  |            |
|  |            |            |            |in uien     |            |

De bovenstaande benoemde knelpunten zijn een verdere nuancering op de, door DLV Plant georganiseerde, bodeminfo-avonden waar een groot aantal ondernemers een enquête heeft ingevuld. Daarnaast zijn nog enkele enquêtes vanuit de ZLTO vakgroepen toegevoegd.

In onderstaande tabel staan nog enkele knelpunten die voor de ondernemers van belang zijn, maar die buiten de top 5 vallen.

Belangrijke knelpunten die aanvullend door de ondernemers nog genoemd zijn:
|            |Noord       |Tholen /    |Walcheren + |Zeeuws      |
|Schouwen    |Beveland    |Sint        |west Zuid   |Vlaanderen  |
|Duiveland   |            |Philipsland |Beveland    |            |
|            |            |+ oost Zuid |            |            |
|            |            |Beveland    |            |            |
|Intensief   |Te weinig   |Afwatering  |Mestbeleid  |Importverbod|
|bouwplan,   |mestopslag  |polder,     |structuur-ve|vaste mest  |
|zware       |in de regio |slootonderho|rbeterende  |uit België  |
|mechanisatie|            |ud          |maatregelen |            |
|Kennis over |Laag        |Intensief   |Openbare weg|Kennis over |
|het         |zomerpeil   |bouwplan,   |en de brede |conserverend|
|bodemleven  |bij         |zware       |machines    |e           |
|en EM 1     |verdrogende |mechanisatie|            |bodem-bewerk|
|            |gronden     |            |            |ingen       |
|Meer        |Verouderde  |Toename     |Opslag van  |Botrytis in |
|uitwisseling|drainage    |sclerotinia |drijfmest   |bonen       |
|ervaringen, |            |            |t.b.v.      |            |
|profielkenni|            |            |homogene    |            |
|s           |            |            |mest        |            |
|Knolcyperus |            |Te weinig   |Te weinig   |            |
|            |            |kennis van  |mestopslag  |            |
|            |            |oplossings-r|in de regio |            |
|            |            |ichting     |            |            |
|            |            |Te weinig   |            |            |
|            |            |kennis van  |            |            |
|            |            |bodemleven  |            |            |

De beste discussie werd gevoerd door enthousiaste deelnemers die knelpunten vanuit hun verschillende invalshoeken beoordeelden. De plantenteler wil bijvoorbeeld een ruimer mestbeleid om het verlies aan opbrengend vermogen te compenseren. Voor de mechanisatieboer biedt vooral de techniek een oplossingsrichting (rupsbandentractie, type werktuig en vaste rijpaden). Er is echter geen specifieke selectie naar het type ondernemer toegepast om deelnemers voor de regiobijeenkomsten te benaderen.

2 Inventarisatie oplossingsrichtingen

Naast de knelpunteninventarisatie is ook een aantal oplossingsrichtingen benoemd. Aanpassingen op de zware mechanisatie en de intensiteit van het bouwplan worden door velen genoemd. Het intensieve bouwplan is een weg die veelal ingeslagen is om nog een inkomen uit het bedrijf te kunnen realiseren.
De techniek kan een oplossing bieden, maar mogelijk ook een beter bodemleven.

Iedereen geeft echter aan dat de techniek ook kan worden misbruikt om tijdens slechte omstandigheden toch een oogst binnen te kunnen halen.

3 Aanbevelingen

Het is aan te bevelen een integrale benadering te kiezen tussen meerdere knelpunten en oplossingsrichtingen.
In de knelpunteninventarisatie zijn 5 hoofdthema's meerdere keren bij de verschillende regio's naar voren gebracht, nl.:
1. Bodemfysische knelpunten in totaliteit (storende lagen, ontwatering) of wat meer specifiek een ploegzool of slempgevoeligheid of verdrogend.
2. Te geringe aanvoer van organische stof, naast bodemfysisch ook specifiek genoemd als voedingsbron voor het bodemleven.
3. Een toename van de vrijlevende wortelaaltjes.
4. Een te veel aan wormen, maar ook onvoldoende kennis van het bodemleven.
5. Ontbreken van handvatten voor (kennis over) een efficiëntere bemesting.

In de volgende grafieken staan de belangrijkste aandachtsgebieden per regio, waarbij de beleidsmatige knelpunten niet zijn meegenomen omdat deze het bedrijf overstijgen. Ontbreekt een thema in een regio, dan is deze door de ondernemers niet specifiek genoemd. Het belang van een knelpunt is in een totaalscore van maximaal 8 punten weergegeven. Hoe hoger de score hoe belangrijker het thema voor de regio is. Zowel via de enquête als via de regiobijeenkomsten zijn 0 - 4 punten te scoren. De met een * aangegeven thema's komen extra uit de regiobijeenkomsten (bijlage 1b) en kunnen maximaal 4 punten scoren indien het knelpunt of thema in de top 5 van de knelpunten staat, of 2 punten als ze aanvullend benoemd zijn, zie voorgaande tabel.

Grafiek 1: Aandachtsgebieden Schouwen Duiveland

Grafiek 2: Aandachtsgebieden Noord Beveland

Grafiek 3: Aandachtsgebieden Tholen / oost Zuid Beveland

Grafiek 4: Aandachtsgebieden Walcheren / west Zuid Beveland

Grafiek 5: Aandachtsgebieden Zeeuws Vlaanderen

Bovenstaande grafieken geeft de tendens weer van de 4 - 6 belangrijkste bodemthema's per regio. Daarbij vinden de deelnemers uit Schouwen Duiveland de thema's in totaliteit belangrijker dan in de regio Noord Beveland. In onderstaande opsomming staan de regio's in volgorde van veel naar minder aandachtsgebieden maal een hoog tot minder belang van het thema.

Het is aan te bevelen om bovengenoemde thema's op bedrijfsniveau met gemotiveerde ondernemers nader te analyseren en de knelpunten onderbouwd aan te pakken. Experimenten met langere termijneffecten kunnen het beste op een proefboerderij worden aangelegd.

Samenvattend

De knelpunteninventarisatie is vanuit de praktijk gevoed. De ondernemers waren zeer gemotiveerd om een inbreng te leveren omdat ze ervaren dat de bodemvruchtbaarheid in totaliteit afneemt. De algemene teneur was; "er moet iets gebeuren om de negatieve spiraal te doorbreken, maar hoe en wat is niet duidelijk". De bodem is voor de meeste ondernemers nog een 'black box'. Voor veel ondernemers is het dus lastig het feitelijke knelpunt aan te geven en daarmee tevens de juiste oplossingsrichting te kiezen. Vooral oplossingen die pas na een lange periode zichtbaar zijn, zijn lastig op waarde te schatten. Het is aan te bevelen om in verschillende regio's met een aantal gemotiveerde ondernemers aan de slag te gaan. Met de juiste kennis levert dit een vertaalslag op tussen het feitelijke knelpunt en de juiste oplossingsrichtingen. De daaruit voortkomende handvatten dienen vervolgens in soortgelijke situaties (binnen de regio's) breed inzetbaar te zijn.

Thema's zoals waterkwaliteit of de invloed van gewasbescherming op bodemleven zijn maar incidenteel naar voren zijn gebracht. Het aanduiden van ecosysteemdiensten, waterretentie e.d. ligt verder van de boerenpraktijk af. Veel "praktische" knelpunten hebben echter ook een negatieve invloed op het milieu. Vergroten van het vochtvasthoudend vermogen van een bodem door meer organische stof of een betere structuur zonder storende lagen en een efficiëntere bemesting zijn positieve maatregelen om ook de waterkwaliteit te verbeteren. Zo bestaat er een grote onderlinge interactie tussen zowel knelpunten als mogelijke oplossingsrichtingen richting bedrijf en omgeving.

Ondernemers ervaren bijvoorbeeld bij een ploegzool een hoger brandstofgebruik, maar ook de mineralenbenutting is dan lager en de waterberging van het perceel is kleiner. Voor een ondernemer zijn de laatst genoemden echter minder kwantificeerbaar. Het is aan te bevelen om met de ondernemers de knelpunten scherper te analyseren en daarvoor middelen in te zetten zoals een profielbeoordeling, remote sensing en bodembiologische indicatoren (RBB-systematiek)(1), in combinatie met bestaande methoden zoals algemeen bouwlandonderzoek en dergelijke.

Het volledige rapport is te downloaden op www.dlvplant.nl

DLV Plant is een toonaangevende en onafhankelijk advies - en onderzoekspartner voor de plantaardige sectoren . Haar activiteiten richten zich op advies, onderzoek en projecten zowel in Nederland als daarbuiten. Door continu vernieuwende en eigentijdse diensten en producten in de markt te zetten, creëert DLV Plant meerwaarde voor ondernemers. DLV Plant heeft 160 adviseurs, onderzoekers en projectleiders in dienst. Voor meer informatie, kijk op www.dlvplant.nl