Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 110 / datum 2 juli 2009

Opinie prof.mr.dr. Fokko Oldenhuis: 'Zelfstandige sharia-rechtbank past niet in Nederlands rechtssysteem'

In het EO-programma 'Dit is de Dag' zette Fokko Oldenhuis, hoogleraar Religie en Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen, zich onlangs af tegen de ophef die in Nederland ontstond over het in de pers verspreide bericht dat er in Engeland naast de vijf 'sharia'-rechtbanken die vallen onder de zogeheten Arbitration Act, zeer veel illegale islamitische sharia-rechtbanken (85) functioneren. Oldenhuis doet de Kamervragen (PVV) over de sharia-rechtbanken af als 'Wildersmania'.

Oldenhuis wijst er in de eerste plaats op dat in het Nederlandse rechtssysteem geen plaats is voor een systeem waarin kerkelijke rechtbanken zelfstandig kunnen beslissen over fundamentele zaken als echtscheiding, toewijzing van voogdij, omgangsrecht enzovoort. Dergelijke zaken zijn voorbehouden aan de overheidsrechter.

Geschiloplossing

Oldenhuis wijst er verder op dat de afschuw die in die Kamervragen (PVV) wordt uitgesproken over het fenomeen kerkelijke geschilbeslechting - maar dan toegespitst op de Islam - niet strookt met de eeuwenoude traditie die we in Nederland kennen. Kerkelijke geschiloplossing - bijvoorbeeld over leergeschillen, kerkscheuringen of disfunctioneren van de predikant - dient als positief te worden bestempeld.

Sportwereld

Ook buiten kerkgenootschappen vindt zelfregulering op grote schaal plaats. Kijk maar naar de sportwereld. De Nederlandse rechtsorde heeft evenwel aan die interne procedures scherpe regels gesteld, waardoor de procedures transparant moeten zijn. Deze wijze van geschilbeslechting ontlast de overheidsrechter. Ook vanuit economisch motief is dit fenomeen een verstandige oplossing.

Schaduwkanten

Het beginsel van scheiding van kerk en staat betekent dat voor de staat alle kerken gelijk dienen te worden behandeld. Ook de moslimgemeenschappen hebben dus recht op deze vrije ruimte tot geschiloplossing, mits zij zich houden aan de regels die de Nederlandse rechtsorde stelt. Voor de schaduwkanten van de sharia is geen plaats! Noch binnen interne geschilbeslissing noch daarbuiten.

Steniging

Met verwijzing naar Maurits Berger, merkt Oldenhuis op, dat dé sharia niet bestaat. Ten onrechte wordt sharia ('de weg van God, vastgelegd in de Koran') vereenzelvigd met een systeem van lijfstraffen, zoals amputatie of steniging. Sharia betekent voor vele moslims echter niet meer dan leven overeenkomstig religieus getinte regels in de stijl van de christelijke Bergrede. Maar zoals de regel 'oog om oog, tand om tand' uit de Bijbel na vele eeuwen ten onrechte als roep om wraak wordt uitgelegd - terwijl oorspronkelijk vergelding naar evenredigheid bedoeld werd - zo is het niet verwonderlijk dat de uitleg van het sharia-begrip zich evenzeer, vanuit een letterlijk verstaan van de heilige tekst, op de wraakgedachte heeft geconcentreerd.

Ten strengste afwijzen

Oldenhuis laat er verder geen twijfel over bestaan dat onjuiste gebruiken zoals het sluiten van huwelijken binnen moskeeën zonder dat eerst een burgerlijk huwelijk is gesloten, ten strengste dienen te worden afgewezen. Dergelijke huwelijken zijn voor de wet nietig! De kerk die zoiets doet, is zelfs strafbaar volgens de Nederlandse strafwet. Gelet op bovengenoemde praktijken, die kennelijk binnen de islamitische gemeenschappen bestaan - Nahed Selim maakte daar melding van - bepleit Oldenhuis om de prioriteit van de staat ten aanzien van het burgerlijk huwelijk te handhaven.