Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20017 2500 BJ Den Haag
2500 EA Den Haag www.minocw.nl
Onze referentie
MLB/M/136.197
Datum 1 juli 2009
Betreft Toezegging Terugblik 2008 Landelijke publieke omroep
Tijdens de behandeling van de Mediawet 2008 in de Eerste Kamer heeft het lid
van uw Kamer de heer Schouw (D66) gevraagd of er voortaan één
verantwoordingsdocument kan komen waarin alles staat wat de publieke omroep
heeft gepresteerd.1 Zijn idee daarachter was dat dan jaarlijks dat document
besproken zou kunnen worden met een deel van het parlement, zodat het ook als
input kan dienen voor de publieke omroep. De heer Schouw merkte daarbij op dat
hij niet aan de voorkant wil sturen, maar behoefte had om aan de achterkant, ex
post, bevindingen te kunnen overbrengen aan de publieke omroep. In reactie
daarop heb ik u toegezegd de rapportage van de landelijke publieke omroep over
2008 aan u toe te sturen zodat uw Kamer op basis daarvan kan beoordelen of een
gesprek daarover gewenst is.
Bijgaand ontvangt u de Terugblik '08 van de Nederlandse publieke omroep. Op
grond van artikel 2.58 van de Mediawet moet de publieke omroep jaarlijks voor
1 mei aan het Commissariaat voor de Media en de Minister van OCW een verslag
sturen over het afgelopen kalenderjaar. Zie bijgaand de wettelijke eisen die
gesteld worden aan het verslag. De publieke omroep heeft aan deze verplichting
voldaan. De publicatie is te vinden op de website van de publieke omroep:
http://pics.portal.omroep.nl/upnos/ZqatrrbIC_NPO_terugblik08_webeditie.pdf.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
1 Handelingen I 2008-2009, nr.15 - blz. 793.
a
na 1 van 2
Pagi
Bijlage
Onze referentie
MLB/M/136.197
Artikel 2.58
De Stichting stuurt jaarlijks vóór 1 mei aan het Commissariaat en Onze Minister een
verslag over het afgelopen kalenderjaar met daarin in elk geval:
a. een beschrijving van de wijze waarop door de landelijke publieke media-
instellingen op de verschillende aanbodkanalen uitvoering is gegeven aan de
publieke mediaopdracht;
b. de samenstelling van het media-aanbod van de publieke mediadienst op de
programmakanalen en voor zover mogelijk op de overige aanbodkanalen,
waaronder de uren die besteed zijn aan media-aanbod op de terreinen genoemd in
artikel 2.1, eerste lid;
c. een rapportage over de realisering van de doelstellingen van de
prestatieovereenkomst, bedoeld in artikel 2.22;
d. de naleving van de artikelen 2.115 tot en met 2.123; en
e. de naleving van de gedragscode, bedoeld in artikel 2.3, tweede lid.
Pagina 2 van 2