Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum 1 juli 2009
Betreft Antwoorden bij de vragen bij Kamerstuk 31874, nr. 45
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft vragen en
opmerkingen voorgelegd over mijn brief van d.d. 15 juni 2009 inzake het
ontwerp-Besluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en
tegemoetkomingen in kosten kinderopvang alsmede tot intrekking van het
Tijdelijk besluit innovatieve kinderopvang in verband met een herziening van het
stelsel van gastouderopvang (Kamerstuk 31874, nr. 45). Hierbij zend ik u mijn
reactie.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
a
na 1 van 6
Pagi
Datum
31874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een 1 juli 2009
herziening van het stelsel van gastouderopvang Onze referentie
KO/137061
Nr. Verslag van een schriftelijk overleg
Vastgesteld d.d. ...
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en
opmerkingen voor te leggen over de brief van de staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. S.A.M. Dijksma, d.d.
15 juni 2009 inzake het ontwerp-Besluit tot
wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en
tegemoetkomingen in
kosten kinderopvang alsmede tot intrekking van het Tijdelijk
besluit innovatieve kinderopvang in verband met een herziening
van het stelsel van
gastouderopvang (Kamerstuk 31874, nr. 45)
Bij brief van 1 juli 2009 heeft de staatssecretaris deze
beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie
Van Bochove
Adjunct-griffier van de commissie
Bosnjakovi-van Bemmel
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot
wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten
kinderopvang alsmede tot intrekking van het Tijdelijk besluit innovatieve
kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van
gastouderopvang. De leden zijn van mening dat de kinderopvang van goede
kwaliteit en toegankelijk moet zijn voor iedereen. Door de aanpassing van de Wet
Kinderopvang zijn er meer kwaliteitseisen gekomen in de wet, hetgeen de leden
als winst beschouwen. De leden zijn het echter niet eens met de verlaging van de
maximumuurprijs in de buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De leden zijn
van mening dat dit ten koste gaat van de toegankelijkheid van de kinderopvang.
De leden zijn dan ook van mening dat een indexatie van de uurprijs van 5 naar
5,13 voor de gastouderopvang in 2010 op zijn plaats is.
De leden vragen de staatssecretaris of zij onderzocht heeft wat de gevolgen van
deze bezuinigingsmaatregel voor de buitenschoolse opvang zijn. Heeft de
staatssecretaris onderzocht hoeveel buitenschoolse opvang locaties door deze
bezuinigingsmaatregel straks hun deuren moeten sluiten? Is de staatssecretaris
bereid om de Kamer hierover te informeren voor de komende begroting?
De leden zijn tevreden met het maximum te declareren aantal uren kinderopvang.
Ook zijn de leden tevreden dat in 2010 de uurprijs wel wordt geïndexeerd.
Daarnaast vragen de leden wanneer de staatssecretaris de Kamer nader kan
informeren over de opleidingskosten. Hoeveel worden de gastouder en het
Pagina 2 van 6
gastouderbureau geacht hieraan bij te dragen? Is bekend of ouders hiervan straks Datum
iets gaan merken in hun uurprijs? 1 juli 2009
De leden hebben van ondernemers in de kinderopvang begrepen dat door de Onze referentie
economische krimp de vraag naar kinderopvang en buitenschoolse opvang is KO/137061
gekrompen. Kan de staatssecretaris in percentages aangeven hoeveel de vraag is
gekrompen en wat de verwachte ontwikkeling van de groei of afname van de
vraag naar kinderopvang is voor de komende tijd? En wat heeft deze krimp in
financiële zin opgeleverd met betrekking tot de totale uitgaven aan kinderopvang,
zo vragen deze leden.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van
het Besluit kinderopvangtoeslag. Deze leden blijven het zeer onverstandig vinden
om te bezuinigen op de kinderopvang.
Het besluit regelt onder andere een verlaging van het tarief van de buitenschoolse
opvang van 7%. Dat roept bij de leden verschillende vragen op. Deze leden
vragen waarop deze verlaging is gebaseerd. Is bekend hoe hoog het gemiddelde
uurtarief voor buitenschoolse opvang in 2009 is? Is bekend hoeveel gezinnen op
dit moment meer betalen dan 5,82? Voorts vragen zij waarom de
staatssecretaris van mening is dat het tarief in de buitenschoolse opvang wel
omlaag kan. Is de staatssecretaris het met de leden eens dat er wel erg gejojood
wordt met het tarief voor de buitenschoolse opvang? En hoeveel bespaart het
kabinet door de verlaging van het tarief van de buitenschoolse opvang in 2010, zo
vragen deze leden.
De leden blijven er op wijzen dat van de bevriezing en verlaging van de
maximumuurprijzen met name de lage en lage middeninkomens de dupe zijn.
Immers, alles wat boven de maximumuurprijs uit komt moeten mensen uit hun
eigen portemonnee betalen. Kan de staatssecretaris specifiek voor de in het
Besluit voorgestelde aanpassing van het uurtarief inzichtelijk maken wat de
effecten zullen zijn voor een gezin met twee kinderen (beide ouder dan 4 jaar)
dat drie dagen gebruik maakt van buitenschoolse opvang, uitgesplitst naar
inkomen (minimum, modaal, 1,5x modaal, 2x modaal, 3x modaal, vergelijkbaar
met tabel 5 in de brief van 20 juni 20081), zo vragen deze leden.
II Reactie van de staatssecretaris
Inbreng van de SP fractie
De leden van de SP-fractie geven aan dat kinderopvang van goede kwaliteit en
toegankelijk moet zijn voor iedereen. Door de aanpassing van de Wet
Kinderopvang zijn er meer kwaliteitseisen gekomen in de wet, hetgeen de leden
als winst beschouwen. De leden zijn het echter niet eens met de verlaging van de
maximumuurprijs in de buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De leden zijn
van mening dat dit ten koste gaat van de toegankelijkheid van de kinderopvang.
De leden zijn dan ook van mening dat een indexatie van de uurprijs van 5 naar
5,13 voor de gastouderopvang in 2010 op zijn plaats is.
De leden vragen de staatssecretaris of zij onderzocht heeft wat de gevolgen van
deze bezuinigingsmaatregel voor de buitenschoolse opvang zijn. Heeft de
1 Kamerstuk 31 322, nr. 25, p. 10
Pagina 3 van 6
staatssecretaris onderzocht hoeveel buitenschoolse opvang locaties door deze Datum
bezuinigingsmaatregel straks hun deuren moeten sluiten? Is de staatssecretaris 1 juli 2009
bereid om de Kamer hierover te informeren voor de komende begroting? Onze referentie
KO/137061
De maximum uurprijs van 5 in de gastouderopvang is een initiële prijs die
ingaat in 2010 en meeloopt in de reguliere indexering vanaf dat moment. De
hoogte van dit bedrag is tot stand gekomen na uitgebreid overleg met het veld en
maakt een gezonde en professionele bedrijfsvoering alleszins mogelijk.
De maximum uurprijs voor buitenschoolse opvang in 2010 bedraagt 5,82. De
verlaging van dit tarief is één van de maatregelen om het kinderopvangstelsel
budgettair beheersbaar te houden. Het kabinet heeft in april 2008 een
samenhangend pakket maatregelen genomen en de Tweede Kamer hierover
nader geïnformeerd bij brief van 20 juni 2008 (Kamerstukken II 2007/08, 31 322,
nr.25).
De maatregelen hebben betrekking op alle opvangsoorten. Er zijn winstmarges in
de sector die het mogelijk maken de maatregelen in de maximum uurprijs te
absorberen. Vandaar dat ik niet verwacht dat door de maatregel buitenschoolse
opvang locaties hun deuren moeten sluiten.
De leden van de SP geven aan tevreden te zijn met het maximum te declareren
aantal uren kinderopvang. Ook zijn de leden tevreden dat in 2010 de uurprijs wel
wordt geïndexeerd.
Daarnaast vragen de leden wanneer de staatssecretaris de Kamer nader kan
informeren over de opleidingskosten. Hoeveel worden de gastouder en het
gastouderbureau geacht hieraan bij te dragen? Is bekend of ouders hiervan straks
iets gaan merken in hun uurprijs?
Het kabinet levert substantieel bij in de kosten die de gastouder maakt om te
voldoen aan de nieuwe deskundigheidseis. De kosten van een erkende EVC
procedure liggen rond de 1000. Door een compensatie vanuit het Rijk in 2009 en
2010 van 75 procent van de kosten tot maximaal 750, zullen de kosten voor de
gastouder veel lager zijn. Gastouders en gastouderbureaus bepalen hun eigen
tarieven. Het is daarmee hun verantwoordelijkheid om te bepalen of (een deel
van) de opleidingskosten worden doorberekend aan de vraagouder.
De leden geven aan dat zij van ondernemers in de kinderopvang hebben
begrepen dat door de economische krimp de vraag naar kinderopvang en
buitenschoolse opvang is afgenomen. Kan de staatssecretaris in percentages
aangeven hoeveel de vraag is afgenomen en wat de verwachte ontwikkeling van
de groei of afname van de vraag naar kinderopvang is voor de komende tijd? En
wat heeft deze krimp in financiële zin opgeleverd met betrekking tot de totale
uitgaven aan kinderopvang, zo vragen deze leden.
De economische krimp kan via een afname van de arbeidsparticipatie een invloed
hebben op het gebruik van kinderopvang. Dit mogelijke effect is echter dermate
onzeker dat er geen kwantitatieve inschatting van gemaakt kan worden.
Inbreng van de GroenLinks fractie
Pagina 4 van 6
De leden van de GroenLinks-fractie geven aan dat zij met teleurstelling kennis Datum
hebben genomen van het Besluit kinderopvangtoeslag. Deze leden blijven het 1 juli 2009
zeer onverstandig vinden om te bezuinigen op de kinderopvang. Onze referentie
Het besluit regelt onder andere een verlaging van het tarief van de buitenschoolse KO/137061
opvang van 7%. Dat roept bij de leden verschillende vragen op. Deze leden
vragen waarop deze verlaging is gebaseerd.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het eerste antwoord in de brief
onderaan de eerste pagina.
De leden vragen of bekend is hoe hoog het gemiddelde uurtarief voor
buitenschoolse opvang in 2009 is.
Het gemiddelde uurtarief van de ondernemers in het BSO is in mei 2009 ongeveer
5,83, zoals blijkt uit de voorlopige beleidsinformatie van de Belastingdienst.
De leden vragen verder of bekend is hoeveel gezinnen op dit moment meer
betalen dan 5,82.
Het is niet bekend hoeveel gezinnen op dit moment meer betalen dan 5,82.
Voorts vragen zij waarom de staatssecretaris van mening is dat het tarief in de
buitenschoolse opvang wel omlaag kan.
Voor dit antwoord wil ik u verwijzen naar het eerste antwoord in de brief
onderaan de eerste pagina.
De leden vragen of de staatssecretaris het met hen eens is dat er wel erg
gejojood wordt met het tarief voor de buitenschoolse opvang.
De maximum uurprijs van buitenschoolse opvang is vanaf 2005 stabiel geweest.
De prijs lag steeds rond de 6 euro en was in 2008 en 2009 gelijk aan het
maximum uurtarief voor de andere opvangsoorten. Er is dus niet gejojood met
het tarief voor buitenschoolse opvang. Pas in 2010 zal in de buitenschoolse
opvang een neerwaartse prijsaanpassing plaatsvinden.
De leden vragen hoeveel het kabinet bespaart door de verlaging van het tarief
van de buitenschoolse opvang in 2010.
Het gaat hierbij om een besparing van ongeveer 40 miljoen.
De leden blijven er op wijzen dat van de bevriezing en verlaging van de
maximumuurprijzen met name de lage en lage middeninkomens de dupe zijn.
Immers, alles wat boven de maximumuurprijs uit komt moeten mensen uit hun
eigen portemonnee betalen. Kan de staatssecretaris specifiek voor de in het
Besluit voorgestelde aanpassing van het uurtarief inzichtelijk maken wat de
Pagina 5 van 6
effecten zullen zijn voor een gezin met twee kinderen (beide ouder dan 4 jaar) Datum
dat drie dagen gebruik maakt van buitenschoolse opvang, uitgesplitst naar 1 juli 2009
inkomen (minimum, modaal, 1,5x modaal, 2x modaal, 3x modaal, vergelijkbaar Onze referentie
met tabel 5 in de brief van 20 juni 20082), zo vragen deze leden. KO/137061
Door de maatregel gaat de maximum uurprijs in de buitenschoolse opvang naar
5,82. De gemiddelde uurprijs die ouders betalen in 2009 is op basis van
beleidsinformatie van de Belastingdienst over mei 2009 5,83. Ervan uitgaande
dat de prijsstijging tussen 2009 en 2010 gelijk is aan de prijsstijging tussen 2008
en 2009 (voorlopig cijfer), is de gemiddelde uurprijs voor ouders in de
buitenschoolse opvang in 2010 5,90 per uur.
Onderstaande tabel presenteert de effecten van het verlagen van de maximum
uurprijs naar 5,82 voor een gezin met twee kinderen (beide ouder dan 4 jaar)
dat drie dagen gebruik maakt van buitenschoolse opvang, uitgesplitst naar
inkomen (minimum, modaal, 1,5x modaal, 2x modaal, 3x modaal) in 2010. Het
effect van de maatregel (verschil tussen de eigen bijdrage met maatregel ten
opzichte van de eigen bijdrage zonder maatregel) wordt veroorzaakt doordat de
verwachte gemiddelde uurprijs van 5,90 boven de maximum uurprijs van
5,82 ligt. Over deze 8 cent krijgen ouders geen tegemoetkoming.
Echter, van de maximum uurprijs gaat een normerende werking uit, waardoor de
prijsstijging minder dan 3% zou kunnen bedragen. Op het moment dat de
gemiddelde uurprijs meer naar het niveau van de maximum uurprijs van 5,82
schuift, zal het effect kleiner worden.
Eigen bijdrage Eigen bijdrage
In in het Totale kosten ouders zonder ouders met Verschil
jaar 2010 BSO maatregel (1) maatregel (2)
Minimum 7.222 332 426 93
Modaal 7.222 679 768 89
1,5 modaal 7.222 1.069 1.152 83
2 x modaal 7.222 1.589 1.665 76
3 x modaal 7.222 2.556 2.620 63
(1) Ongewijzigd beleid, gemiddelde uurprijs 5,90
(2) Maximum uurprijs 5,82, gemiddelde uurprijs 5,90
2 Kamerstuk 31 322, nr. 25, p. 10
Pagina 6 van 6