Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 16375 Postbus 20018 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl 2500 EA Den Haag

Onze referentie DCE/134306

Datum 2 juli 2009
Betreft Toelichting financiën en planning Het Nieuwe Rijksmuseum

Op 17 juni heb ik u tijdens het Algemeen Overleg toegezegd op korte termijn een brief te sturen waarin:

· Een planning wordt gegeven waarin hoofdmomenten van het bouw- en inrichtingsproject zijn opgenomen

· De financiën en de ontwikkeling van het budget van Het Nieuwe Rijksmuseum worden toegelicht

In deze brief zal eerst de planning worden toegelicht en vervolgens de financiën. Zoals in het AO onderstreept, heeft het project de uitdrukkelijke opdracht om binnen de kaders van tijd (opening eerste helft 2013) en geld (binnen het huidige financiële kader en geen externe middelen van elders binnen de rijksbegroting) te blijven.
Om tegemoet te komen aan uw vraag tijdens het AO om op de hoogte gehouden te worden, ben ik voornemens u twee maal per jaar een voortgangsbericht te sturen over de verbouwing van het Rijksmuseum, waarvoor op 7 juli a.s. de officiële eerste bouwhandeling wordt verricht.

a
na 1 van 4 Pagi





Planning Datum

7 juli 2009: officiële eerste bouwhandeling Rijksmuseum Onze referentie DCE/134306 Aanvang 2010: start montage van de technische installaties

Medio 2010: Definitief Ontwerp inrichting museale ruimten gereed

Najaar 2010: ondergronds werk gereed voor vervolgwerkzaamheden

Aanvang 2011: restauratie van gevels en daken gereed

Najaar 2011: eerste bouwdelen voltooid

Aanvang 2012: bouwkundige oplevering en start tuinaanleg

Midden 2012: interieurproject, vitrines, etc.

Eind 2012: start inhuizing collectie: schilderijen, beelden, etc.

Eerste helft 2013: Rijksmuseum open voor publiek

Financiën
In onderstaande tabel wordt in vier stappen vanaf 2000 toegelicht met welke middelen het budget is bijgesteld naar het huidige niveau van 366 mln. Deze bijstellingen waren geboden om de kostenontwikkeling als gevolg van nadere planuitwerking, inflatie, vertraging te financieren. De vier stappen corresponderen met de brieven aan de Tweede kamer waarin de bijstellingen vermeld staan. In 2003 zijn niet alle toen beschikbare middelen ingezet. O.a. vanwege rentedaling kwamen in 2003 de berekende huurbedragen lager uit dan in 2000. Een deel van de middelen is toen gereserveerd i.v.m. de risico's, dit wordt de risicobuffer genoemd. Als gevolg van de verdere concretisering van de plannen werd het de afgelopen jaren verantwoord geacht een deel van deze risicobuffer toe te voegen aan het budget. Dit wordt in de tabel de inzet risicobuffer genoemd. Er was bij het maken van de plannen in 2000 voorzien dat het museum open zou gaan in 2006, en dat vanaf dat moment huur zou moeten worden betaald. Voor de periode 2006-2013 is op de begroting geld gereserveerd om de huur te betalen. Echter, omdat de opening van het museum inmiddels uitgesteld is tot 2013 vallen deze gereserveerde huurmiddelen vanaf 2006 tot en met 2013 vrij. Deze staan in de tabel vermeld onder de kop `latere betaling huur'. Tot slot wordt onderaan de tabel de totale ontwikkeling tussen 2000 en 2009 naar herkomst van middelen samengevat.

Pagina 2 van 4





Ontwikkeling budget (=beschikbare middelen) Het Nieuwe Datum

Rijksmuseum van 2000 tot 2009
Onze referentie ( bedragen x 1 mln.) DCE/134306

I. Budget september 2000 202,00

a. latere betaling huur ( van 2006 naar 2008) 20,00 b. rente-inkomsten (van o.a. millenniumbijdrage) 12,50 e. opbrengst door afkoop oude huurcontract/financieringswijziging 38,00

II. Budget september 2003 272,50 a. latere betaling huur ( van 2008 naar eind 2010) 27,00 b. rente-inkomsten 3,50 c. indexatie middelen voor prijsstijging 10,00 d. inzet risicobuffer uit 2003 20,00

III. Budget begin 2008 333,00 a. latere betaling huur ( van eind 2010 naar 2013) 29,50 d. inzet risicobuffer 2003 3,50

IV. Budget thans 366,00

SAMENVATTING 2000 - 2009
Budget 2000 202,00 a. latere betaling huur 76,50 b. rente-inkomsten 16,00 c. indexatie middelen voor prijsstijging 10,00 d. inzet risicobuffer 2003 23,50 e. opbrengst door afkoop oude huurcontract/financieringswijziging 38,00

Budget thans 366,00

In de onderstaande tabel wordt de kosten van 366 mln. gespecificeerd. Omdat onderdelen zoals inrichting nog moeten worden aanbesteed en de daarvoor begrote middelen dus nog niet bekend gemaakt kunnen worden, zijn enkele onderdelen samengevoegd. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat gelijk met het project in totaal voor 31 mln. aan kosten voor onderhoud en vervuilde grond worden gemaakt, die ten laste komen van reguliere middelen van de Rijksgebouwendienst en dus niet drukken op het budget van 366 mln. Deze gelden voor onderhoud en vervuilde grond zitten deels in de percelen 1 tot en met 7 en deels in de reeds uitgevoerde delen. Maar omdat dit wel is aanbesteed, maar

Pagina 3 van 4





niet ten laste komt van het projectbudget Het Nieuwe Rijksmuseum maar van de Datum

reguliere middelen van de Rgd, wordt deze 31 mln er af getrokken. Onze referentie DCE/134306 Samenstelling kosten het Nieuwe Rijksmuseum in

2009
bedragen x 1 mln.

Hoofdgebouw 236,00 a. perceel 0 t/m 7 ( 158 mln. ) 158,00 b. reeds uitgevoerde delen, architectenkosten, onvoorzien, 109,00 tuin, kunst, rente tijdens bouw
c. Af: in a. en b. begrepen regulier onderhoud e.d. -31,00

Ateliergebouw 28,00

Tijdelijke huisvesting 25,00

Inrichting, kosten afkoop huurcontracten, overige projectkosten 77,00

Totaal 366,00

Tot slot
Tenslotte informeer ik u over het volgende. Bij de totstandkoming van het plan is niet alleen veel aandacht besteed aan het hoofdgebouw, maar ook aan de directe omgeving, de inrichting van de tuin en de aansluiting van het museum op de omgeving. De directeur van het museum, de Rijksbouwmeester en het gemeentelijke projectteam herinrichting Museumplein voeren verkenningen uit om deze elementen, waaronder ook de entree naar het museum, tot een sluitend geheel te maken. De eventuele realisering van de uitkomsten van de verkenningen vinden plaats binnen de met de Kamer afgesproken kaders van tijd en geld. Ik zal in mijn volgende rapportage hier op terugkomen en u nader informeren.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

Pagina 4 van 4