Partij van de Arbeid

Bijgaand de uitkomsten van de werkgroep Dijksma. EMBARGO TOT 10.30 UUR!

Brief aan de leden van de Partij van de Arbeid

Amsterdam, 2 juli 2009

Geachte partijgenoten,

Wat is er in hemelsnaam mis met de Partij van de Arbeid? Die vraag kregen wij allen de afgelopen weken vaak voorgelegd. Leden, kiezers en de media zochten een verklaring voor het dramatische verlies van de verkiezingen voor het Europees parlement. De PvdA verloor vier van de zeven zetels. Een aanzienlijk deel van de mensen die bij de landelijke verkiezingen in 2006 nog op de PvdA had gestemd, kwam op 4 juni niet opdagen of gaf zijn stem aan een ander. Eurofielen als D66 en GroenLinks en - in mindere mate - eurosceptici als SP en PVV wonnen ten koste van de PvdA.

De uitslag stemt tot nadenken. Deze brief - nee, niet weer een rapport - vloeit voort uit de opdracht die het partijbestuur ons kort na de teleurstellende verkiezingsuitslag gaf: kom met een snelle maar gedegen analyse van deze nederlaag. Wij gaan een stap verder. We buigen ons niet alleen over de vraag hóe we de vórige verkiezingen verloren, maar stellen ons ook de essentiële vraag: waaróm willen wij de vólgende verkiezingen winnen? Het antwoord daarop vertelt ons verhaal, over onze idealen en onze dromen. Dat vormt de inspiratie om de draad op te pakken en de gemeenteraadsverkiezingen met overtuiging tegemoet te treden.

Maar eerst de analyse van de Europese verkiezingscampagne. Het algemene beeld is helder: het ontbrak in de campagne aan een duidelijke boodschap, aan de juiste strategie, aan gevoel van urgentie, aan een goede en tijdige voorbereiding, aan geld, aan politieke sturing en vooral aan overtuiging. We voerden campagne met de handrem erop.

De verkiezingsboodschap was `een ander Europa'. Kiezers die van oudsher dachten dat de Partij van de Arbeid een Europese partij is, begonnen te twijfelen. Was de partij nog wel voor Europa? De PvdA leek van alles te willen zijn: een beetje voor en een beetje tegen. Trouwe PvdA-stemmers die het vanouds met onze inhoud eens zijn, kozen deze keer voor het eerst in hun leven knarsentandend D66 of GroenLinks. En een kleinere groep schoof juist op richting SP en PVV, die duidelijk kritisch staan tegenover Europa.

We bleken bovendien ook nog eens op het verkeerde speelveld te staan. De partij richtte zich op een verkiezingsstrijd die zou draaien om de economische crisis. We zouden de boer op met het nationale crisispakket van dit kabinet om aan te tonen dat, ook op Europese schaal, een succesvolle solidaire aanpak van de problemen mogelijk was. De verkiezingsstrijd ging uiteindelijk nauwelijks over de crisis, maar veel meer over de toetreding van Turkije, de Brusselse spilzucht, de toestroom van Roemenen en de opvolging van eurocommissaris Kroes. Al vroeg bleek dat onze boodschap niet aansloeg. Het campagneteam constateerde dit wel, maar slaagde er niet in om de campagne op een andere koers te brengen.

Een belangrijke oorzaak daarvan was een gebrekkige campagneorganisatie. De campagne werd uitgevoerd door een zeer enthousiast, maar onervaren team. De campagnemanager was te laat in dienst gekomen, nadat zijn voorganger om persoonlijke redenen was teruggetreden.

Het ontbrak aan geld. De PvdA kampt met een chronisch onvermogen om bij de achterban voldoende middelen op te halen voor het voeren van campagnes. De pot was aan het begin al
---

bijna leeg. En een deel van het geld werd ook nog eens besteed aan media-acties die bij nader inzien onuitvoerbaar bleken.

Daarnaast voelde de lijsttrekker zich gedurende de campagne gevangen tussen een pro- Europese overtuiging en een veel eurokritischer campagneopdracht. De lijsttrekker raakte geïsoleerd.

Dit alles had - in ieder geval voor een deel - opgevangen kunnen worden door een beter functionerende campagneleiding. De verantwoordelijkheden waren onduidelijk en de sturing schoot tekort.

Partijgenoten,

Bij een nederlaag heeft de PvdA doorgaans de neiging vooral naar zichzelf te kijken. Dat is niet altijd terecht, maar bij deze campagne wel. Veel, zo niet alles, ging fout in de campagne. De PvdA kwam net te kort voor vier zetels. Met een goede planning en uitvoering van de campagne hadden we die vierde zetel kunnen binnenhalen.

Veel aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Vreeman (`De scherven opgeveegd') ter verbetering van de verkiezingscampagne zijn niet of niet succesvol doorgevoerd. De aanwijzingen om daartoe de partijorganisatie ter hand te nemen, zijn onvoldoende uitgewerkt. Ook het scouten en rekruteren van nieuw potentieel zal op een professionele manier effectiever moeten worden opgepakt. Het aanbieden van een Rosa-leergang is niet genoeg.

Blijkbaar werd de urgentie van deze aanbevelingen niet gevoeld. In alle geledingen van de partij waren mensen zich onvoldoende bewust van het belang van de Europese verkiezingen. Niemand had nagedacht over de uitslag en de weerslag daarop binnen en buiten de partij. Dat moet bij de gemeenteraadsverkiezingen echt anders. Daarnaast doen we zelf nog een aantal aanbevelingen op basis van de laatste campagne.

De positie van de lijsttrekker in de campagne stemt tot nadenken over de manier waarop we onze lijsttrekker kiezen. Dat doen we nu volledig los van het verkiezingsprogramma. Dat kan ook anders. De kandidaten moeten in samenhang met hun programma worden gekozen. Om het draagvlak voor de lijsttrekker te vergroten, moeten potentiële kiezers eerder bij de verkiezingen worden betrokken. Primaries onder PvdA-kiezers, niet alleen onder leden, kunnen een uitkomst bieden. Het getuigt van lef als onze partij als eerste politieke beweging in Nederland met deze nieuwe vorm van kiezersinspraak aan de slag gaat. Dat is een opdracht aan het partijbestuur.

Om de volgende verkiezingen te winnen, moet er snel, nog deze zomer, stevig worden ingegrepen in de campagneorganisatie. Meer prioriteit en dus ook financiën voor de verkiezingscampagne. Een strakke planning van minuut één tot en met de uitslagenavond. Een moderne en duidelijke communicatiestructuur. Wervend materiaal, zonder versleten slogan, beschikbaar stellen voor de afdelingen.
De campagnemanager, die dagelijks leiding geeft aan het campagneteam, heeft meer bevoegdheden nodig om dwars door alle geledingen van de partij beslissingen af te dwingen en uit te voeren. Daarnaast bestaat er in het campagneteam behoefte aan meer ervaring op het gebied van communicatie en strategie. En de politieke top moet zich bij alle campagnes volledig verantwoordelijk voelen voor de uitvoering van de juiste strategie en de medewerking van alle geledingen daarbij.

---

En we hebben meer geld nodig. Naast het verhogen van afdrachten van onze bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers moeten we op een nieuwe en creatieve manier fondsen werven. Ook niet-leden, sympathisanten, moeten we verleiden om (eenmalig) een financiële bijdrage te leveren aan onze partij.

Partijgenoten,

Met een goede campagne en een heldere boodschap hadden we die vierde zetel binnengesleept, maar dat verklaart nog niet het verlies van de overige zetels. Gezegd moet worden dat we bij eenzelfde percentage stemmen als in 2004 één zetel hadden ingeleverd als gevolg van het lagere zetelaantal voor Nederland.

Velen zoeken de verklaring in het buitenland. Het verlies van de PvdA stond niet op zichzelf. Zusterpartijen verloren in omringende landen ook, soms nog meer dan hier. De sociaal- democratie kon blijkbaar in heel Europa niet duidelijk maken dat zij het antwoord heeft op de huidige economische crisis - zoals vooraf menig campagneteam had gedacht. Net als bij ons gingen de verkiezingen elders over andere, sociaal-culturele, thema's: over buitenlandse arbeidskrachten die je baan inpikken, over migranten, over het behoud van nationale culturele waarden en over meer of minder Brussel. Daarmee ging het dus ook over Europa. Maar de conservatieve en vooral nationalistische partijen streken met de eer.

We kunnen ons echter niet verschuilen achter een vervelende internationale trend. Het eroderende kiezersvertrouwen heeft oorzaken die we vooral bij onszelf moeten zoeken. We noemen er enkele die vaak terugkomen wanneer je met teleurgestelde ex-kiezers spreekt. De PvdA stelt zich - opnieuw - te veel op als bestuurderspartij en te weinig als ideeënpartij en actiepartij. De fractie in de Tweede Kamer is te onzichtbaar. We laten te vaak beloften uit onze handen glippen. De woede over het gegraai aan de top, ook in de publieke sector, treft vooral de PvdA. De prestaties die we leveren op het gebied van zorg, onderwijs en veiligheid, zijn nog niet zichtbaar en voelbaar. De overheid is voor veel mensen niet meer de bondgenoot in moeilijke tijden, maar vooral een veroorzaker van problemen. De problemen rond integratie blijven voor de PvdA een achilleshiel in een tijd waarin mensen onzeker zijn over de vraag of we erin slagen met verschillende nationaliteiten en religies vreedzaam te kunnen samenleven.

Partijgenoten,

Er is dus werk aan de winkel. Werk dat voortborduurt op het huiswerk dat de commissie- Vreeman de partij gaf na de vorige verkiezingen. Vreeman riep op tot een `fundamentele politieke plaatsbepaling van de PvdA' en spitste dat toe op drie politieke themaÂŽs: arbeid, publieke sector en integratie. Bij twee van de drie thema's heeft de partij intensieve debatten en congresresoluties achter de rug, het derde debat is in voorbereiding. Het zijn belangrijke discussies die ons terugvoeren naar het hart van de sociaal-democratie: solidariteit, bestaanszekerheid, vooruitgang en emancipatie.

Het mag echter niet bij de zoveelste `herbronning' blijven. We komen er niet met vrome uitspraken dat we de kiezer hebben begrepen. De verkiezingsuitslag zegt ons dat die meer van ons vraagt. De kiezer is vol verwachting en tegelijk cynisch over een overheid die er niets van bakt. De overheid moet bevrijd worden van het beeld dat zij vooral zichzelf dient. Politici dienen de mensen. We zijn het aan hen én aan onze eigen idealen verplicht om werk te maken van onze uitgangspunten. Niet alleen om te luisteren of te doen wat je gevraagd wordt, maar
---

door mensen te overtuigen, hen te helpen en ons verhaal te vertellen. Dat vraagt om een nieuwe, radicale bestuursstijl die teruggrijpt op het wethouderssocialisme van weleer. Natuurlijk, de PvdA werkt al jarenlang elke dag aan het vertalen van idealen naar de praktijk. Maar binnen de samenleving heerst grote onvrede over de manier waarop. De huidige agenda van nota's en beleid biedt onvoldoende soelaas. Er is een aanvullende aanpak nodig, ook van PvdA politici. Een aanpak waarmee we door gevestigde structuren durven te breken.

Afgestudeerde mbo'ers willen immers geen resolutie over arbeid, maar een baan. Ouders van schoolgaande kinderen zitten niet te wachten op een PvdA-congres over de publieke sector, maar willen een goede leraar voor de klas. En principes over eerlijk loon maken geen eind aan het gegraai aan de top.

Naast een denk-agenda met rapporten en resoluties, heeft de partij dringend behoefte aan een doe-agenda, waarmee we de belangrijkste vraagstukken met hernieuwde energie en een andere aanpak te lijf gaan:


- Waarom zetten we de bonusjager die de Amerikaanse president Obama aanstelde, niet ook in Nederland aan het werk?


- Laten we vooral bij onszelf beginnen. Leden die in de publieke sector meer dan de premier willen verdienen, zoeken maar een andere partij. Goed verdienen mag, graaien niet.


- We koesteren ambtelijke helden. Wethouders en politici moeten buurtwerkers, ambtenaren en andere publieke dienstverleners belonen en beschermen wanneer die onorthodoxe oplossingen zoeken en dwars door ambtelijke structuren heen gaan, maar wel het gewenste resultaat boeken. Bestuurlijke ongehoorzaamheid is soms een uitstekende remedie tegen een vermolmd overheidsapparaat.


- En we zetten door bij het openbreken van de publieke sector. We maken een einde aan de praktijk dat enkele bestuurders grossieren in commissariaten bij scholen, ziekenhuizen en woningbouwcorporaties. We geven huurders, patiënten en ouders het recht om naar de rechter te stappen als bestuurders in hun ogen onvoldoende presteren en we garanderen de menselijke maat voor al deze instellingen via een fusietoets in de wet.


- Tot slot sturen we mensen met klachten over hufterig gedrag van overheidsdiensten niet van het kastje naar de muur, maar gewoon naar de verantwoordelijke politicus. Mensen met klachten moeten direct terecht kunnen bij onze bestuurders. Zij zijn immers verantwoordelijk voor de gemeentelijke diensten en landelijke instellingen.

Zomaar een paar voorbeelden van nieuwe ideeën die kunnen inzetten om onze vertrouwde idealen te verwezenlijken. Wij adviseren de partij, de Tweede Kamerfractie, wethouders en het kabinet om in de komende maanden een gezamenlijke nationale en lokale agenda te ontwikkelen waarin deze initiatieven worden uitgewerkt. Wij moeten onze rijkdom aan ideeën, ons activisme en onze bestuurskracht inzetten om een gezamenlijke agenda op te stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010.

De problemen die we willen aanpakken zijn niet van gisteren, en ze zullen niet morgen opgelost zijn. Maar dat begrijpen mensen. Onze kiezers zijn niet gek. Ze snappen dat de uitvoering van mooie plannen in de rauwe realiteit kan tegenvallen. Ze weten dat partijen in een coalitiestelsel compromissen moeten sluiten en moeten inleveren op hun onversneden
---

idealen. Ze verwachten van ons geen sprookjes over terug naar vroeger, geen wonderen om alle onrecht in één keer weg te vagen. Ze verwachten strijdbaarheid voor onze idealen, zelfvertrouwen over onze ideeën en dienstbaarheid aan de mensen - niet aan de overheid. Ze begrijpen het dus niet als we ons terugtrekken in de lemen bestuurslaag, onbereikbaar voor kiezers, ze balen ervan als we vaag doen over compromissen. En ze haken helemaal af als we geen vertrouwen meer in onszelf hebben. Ze hebben volkomen gelijk.

Partijgenoten,

Het is soms moeilijk zelfvertrouwen te houden na een uitslag als die van 4 juni. We hebben gemerkt dat velen zijn gaan twijfelen. Over wat de kiezer precies van ons wil. Over wat de concurrentie van ons overlaat. Politieke analisten helpen daarbij een handje door ons aan te praten dat het tijd wordt de oude verheffings- en verbindingsidealen op te geven. Ze adviseren ons een keuze te maken tussen enerzijds de progressieve elite, die enthousiast is over globalisering en die nu naar D66 en GroenLinks zijn uitgeweken, en anderzijds diegenen die zich juist bedreigd voelen door alle veranderingen, die nu voor SP en PVV lijken te gaan.

Wij maken een heel andere keuze. De PvdA heeft de ambitie om deze verschillende groepen en daarmee de samenleving niet uit elkaar te laten vallen, maar juist te verbinden. En dat klassieke ideaal is niet achterhaald, integendeel. Nooit eerder was ze zo actueel en noodzakelijk. Juist nu mensen steeds vaker tegenover elkaar komen te staan en soms zelfs tegen elkaar worden uitgespeeld, delven de kwetsbaren als eerste het onderspit. En in deze dynamische samenleving kan dat iedereen treffen: wie vandaag een baan heeft, kan morgen zomaar werkloos zijn. De prangende vraag dringt zich op wat voor Nederland we willen? Een Nederland waarin we met elkaar leven of een Nederland waarin we elkaar naar het leven staan?

De lokale verkiezingen in 2010 bieden ons de kans om te laten zien dat we bouwen aan onze ambitie. Concreet. Op honderden plekken in Nederland werken onze PvdA-wethouders aan het opknappen van wijken, zodat arm en rijk door elkaar willen wonen en buurten schoon en veilig zijn. Aan het verbeteren van de taalkennis van migranten, zodat autochtoon en allochtoon met elkaar kunnen praten. Aan het gemengd houden of maken van scholen, zodat kinderen met elkaar spelen. Aan het eerlijk delen van welvaart en het bieden van goede zorg, zodat iedereen kan meedoen aan de samenleving. Aan het creëren van vrijplaatsen voor cultuur, zodat artisticiteit de ruimte krijgt. Aan het schoonmaken van de lucht, het isoleren van huizen en het installeren van zonnepanelen, zodat banen worden gecreëerd en onze economie schoner en efficiënter wordt. En ja, daarbij worden fouten gemaakt en compromissen gesloten. Maar er wordt ook ongelofelijk veel resultaat geboekt. Het moet maar eens afgelopen zijn met de sociaaldemocratische gewoonte dat we onze successen niet kunnen verkopen. Onze honderden wethouders en raadsleden kunnen trots zijn op wat ze hebben bereikt.

Met deze resultaten in de achterzak - en met de eerder beschreven agenda - gaan we met opgeheven hoofd de gemeenteraadscampagne in. In het besef dat wij als grootste linkse partij leiding willen geven aan een programma van verbinding en optimisme.

Om daar effectiever in te kunnen opereren moeten we actief de samenwerking met andere progressieve partijen zoeken. Niet om met elkaar samen te gaan, daarvoor zijn we te verschillend. Ook niet om de huidige coalitie in Den Haag te ondermijnen. Wel om een gezamenlijke vuist te maken tegen de nederlagenstrategie van de pessimisten, tegen de angst
---

en intolerantie. Bij de komende raadsverkiezingen moeten we lijstverbindingen met andere progressieve partijen actief onder onze afdelingen promoten.

Partijgenoten,

Een verbeterde campagneorganisatie, een agenda voor de gemeenteraadsverkiezingen en een hervonden zelfbewustzijn over de bereikte resultaten brengen ons een heel eind richting de komende verkiezingen.

Maar onze belangrijkste ingrediënt voor het herwinnen van vertrouwen is onze ambitie, onze strijdbaarheid. Die moeten we terugvinden, van hoog tot laag in onze partijorganisatie. We moeten tegenwicht bieden aan de zuigkracht van de bestuurderscultuur en terug naar de verzengende ambitie om de wereld te verbeteren, iedere dag opnieuw. We moeten ons realiseren dat politiek ertoe doet. Dat we iets kunnen betekenen voor mensen, juist nu de druk van oplopende werkloosheid en tegenzittende economie de komende tijd alleen maar groter wordt. En dat we dáárom de volgende verkiezingen moeten winnen.

Stel uzelf de volgende vraag: Laten we ons ontmoedigen door verkiezingsnederlagen, door de omvang van de problemen, door de onvermijdelijke mislukkingen en fouten die we zullen maken? Of laten we ons leiden door het ideaal van een eerlijke, sterke en schone economie en een sociale en ongedeelde samenleving, door de wetenschap dat we dat ideaal kunnen waarmaken als we de juiste keuzes maken en de juiste maatregelen nemen. En door het besef dat wij onze kinderen onder ogen moeten komen als we daarin falen. Deze brief kan die vraag uiteindelijk niet beantwoorden, U kunt dat wel.


* * *

Dankwoord
Deze brief aan de leden kwam tot stand na vele gesprekken met mensen binnen en buiten de partij. Wij willen iedereen danken voor zijn of haar adviezen en aanbevelingen. Een bijzonder woord van dank gaat uit naar Tom van der Horst, onderzoeker op het partijbureau in Amsterdam, en naar Erwin Buter, voorlichter bij de Tweede Kamerfractie in Den Haag.

De werkgroep bestond uit:
Sharon Dijksma (voorzitter)
Keklik Yücel
Ria Steenaart
Roos Vermeij
Diederik Samsom
Jaap van der Ploeg
Monique Wijlhuizen