Het asbestvolgsysteem: niet slim geregeld


AMERSFOORT, 20090702 -- Zonder dat dit met de branche is gecommuniceerd, blijkt het Centraal College van Deskundigen Asbest (CCvD)(*) het ministerie van SZW onlangs te hebben verzocht om het - vanuit een oogpunt van veiligheid en/of volksgezondheid geredeneerd - over geen enkele toegevoegde waarde beschikkende asbestvolgsysteem voor de sector verplicht te stellen.

Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties, berichtte op 25 juni 2009 op haar website dat de test van het asbestvolgsysteem van het programma `Slim geregeld goed verbonden' van het ministerie van Economische Zaken begin 2010 hoogstwaarschijnlijk een landelijk vervolg krijgt. De ervaringen die verschillende partijen bij de test van het asbestvolgsysteem hebben opgedaan zijn dermate positief, dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid momenteel overweegt het systeem verplicht te stellen voor bedrijven die actief zijn in de asbestverwijdering. Omdat de vanuit de markt afgescheiden geluiden bepaald niet onverdeeld positief zijn, vormde de berichtgeving over een op handen zijnde implementatie van het asbestvolgsysteem (eerder aangeduid als Centraal asbest Informatiepunt - CAI) voor het Platform asbestverwijdering een reden om zelf op onderzoek uit te gaan. Het Platform asbestverwijdering legde het oor te luisteren bij o.m. een gezaghebbend inventarisatiebedrijf, een belangrijk laboratorium en een grote verwijderaar.

De voornaamste conclusies en tot dusver onbeantwoord gebleven vragen:
1. Gesteld kan worden dat het asbestvolgsysteem de kwaliteit van de asbestverwijdering / sanering niet noodzakelijkerwijs ten goede zal komen, omdat de asbestverwijdering in Nederland in wezen een ongecontroleerd proces is. Anders dan in België is er in Nederland geen sprake van permanent toezicht. De saneerder kan in Nederland doen wat hij wil. Zou hier geen aansluiting moeten worden gezocht bij de op dit onderdeel vanuit een oogpunt van volksgezondheid te prefereren Belgische wet- en regelgeving?
2. Vanuit een rechtsvergelijkend perspectief bezien valt eveneens op dat in Duitsland eindmetingen worden verricht m.b.v. elektronenmicroscopie terwijl men in Nederland gebruik mag maken van minder geavanceerde apparatuur. Het gevaarlijke, respirabele asbest blijft hierdoor onopgemerkt.
3. Een zich opdringende vraag luidt hoe deze twee in het oog springende verschillen te verklaren zijn. In het circuit wordt gefluisterd dat de overheid misschien te veel de oren laat hangen naar de invloedrijke lobby van bepaalde bedrijven uit de sector.
4. Binnen noch buiten Europa zijn er landen aan te wijzen waar inmiddels (vergelijkbare) asbestvolgsystemen zijn geïmplementeerd.
5. Gewezen kan worden op reeds beschikbare en hun nut allang bewezen hebbende (alternatieve) asbestbeheers- of managementsystemen, welke vanuit de markt zijn ontwikkeld.
6. Men kan er de ogen niet voor gesloten houden dat met het asbestvolgsysteem grote commerciële belangen zijn gemoeid. Vooralsnog bestaat er grote onduidelijkheid over wat, bijvoorbeeld, de gedoodverfde beheerder van het systeem, de SCA, met de door laboratoria ingevoerde gegevens gaat doen. Hoe staat het met de governance van het gebruik van de in de database van het asbestvolgsysteem vervatte informatie over mensen, handelingen, gedragingen, intenties en interacties, en over het goed met elkaar omgaan? Bestaan er garanties dat de belangen of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene(n), in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zullen worden geëerbiedigd? Zullen de gegevens altijd zodanig worden verwerkt als noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak?
7. De vraag hoe het asbestvolgsysteem er nu voor zorg draagt dat asbest veilig wordt verwijderd is nog immer onbeantwoord.
8. Datzelfde geldt voor de vraag naar de toegevoegde waarde van het asbestvolgsysteem en de vraag waarvoor dit systeem nu precies de oplossing vormt. Zou het asbestvolgsysteem getypeerd kunnen worden als `Slim geregeld, goed verbonden', de werktitel van een EZ-programma? Ook met het asbestvolgsysteem bestaat geen enkele ingebouwde garantie dat de saneerder zijn werk naar behoren verricht.

Het Platform Asbestverwijdering heeft dit persbericht en de bijbehorende notie verzonden aan o.a. de Ministeries van Economische Zaken (EZ), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VROM), de leden van de vaste Kamercommissies voor EZ, SZW en VROM, resp. de deelnemende partijen Aedes, de woningcorporaties Alliantie Amsterdam en Eemvallei, Ymere en Staedion, Datheon, het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM), de Stichting Certificatie Asbest (SCA), de Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke Bouwmaterialen (VVTB), asbestlaboratoria en inventariseerders, de VVTB, drs. Teun Oosterbaan en prof. dr. Victor Bekkers (beiden werkzaam bij het Center for Public Innovation, en de Erasmus Universiteit Rotterdam, vakgroep bestuurskunde, respectievelijk als promovendus en als hoogleraar) en de media.





ingezonden persbericht