Milieudienst Rijnmond

Leefmilieu Rijnmond verbetert

06.07.2009 10:45
Communicatie, Pascale van Knippenberg, telefoon 010 246 80 00

Jan van den Heuvel, directeur DCMR Milieudienst Rijnmond: "Nederland, en de provincie Zuid-Holland in het bijzonder, doen veel om de uitstoot van milieuvervuilende stoffen van de industrie terug te dringen. Het resultaat is een verbeterde kwaliteit van ons woon- en leefmilieu. De DCMR werkt in de Rijnmond al jaren hard aan deze verbetering, onder andere met het doorvoeren van de Europese IPPC-richtlijn."

Afname uitstoot

Het terugdringen van de zwaveldioxide uitstoot bij de Rijnmondse raffinaderijen is bijvoorbeeld onderdeel van de doorwerking van de Europese IPPC-richtlijn. Deze richtlijn is een belangrijk Europees instrument om de uitstoot van milieuvervuilende stoffen van de industrie terug te dringen. Namens de provincie Zuid-Holland en de aangesloten gemeenten voerde de DCMR deze richtlijn door bij 120 IPPC-plichtige bedrijven in het Rijnmondgebied.

Laatste snufjes

De 120 bedrijven zijn langs de lat van de `beste beschikbare technieken' gelegd. De richtlijn schrijft namelijk voor dat de bedrijven moeten voldoen aan deze technieken. Het gaat om de beste techniek die beschikbaar is om milieubelasting tegen te gaan. Gelukkig blijken de meeste bedrijven deze technieken toe te passen. Waar dat niet zo was, worden deze technieken nog doorgevoerd. Gekeken is ook of de technieken optimaal werken en worden ingezet. De technieken zijn of worden in de milieuvergunning van het bedrijf vastgelegd. Deze technieken moeten worden toegepast op de volgende milieuaspecten: afvalwater, bodem, geluid, lucht, geur, afval, afvalpreventie, veiligheid en energie.

Goed gedaan

Maarten de Hoog, afdelingshoofd Industrie van de DCMR: "De DCMR werkt naar beste kunnen. Soms lijkt het niet snel genoeg te gaan. Zo kwam er bezwaar omdat de DCMR de uitstoot van zwaveldioxide, met de IPPC-richtlijn in de hand, niet snel genoeg zou terugdringen. De hoogste rechter in geschillen bij bestuurlijke besluitvorming, de Raad van State, beslist in dergelijke situaties. Hij oordeelde dat de DCMR-aanpak juist is en weerlegde het bezwaar. De Raad van State oordeelde dat de gestelde maximale uitstoot, het zogenaamde emissieplafond, voor zwaveldioxide vanaf 2010 overeenkomt met de toepassing van de voor dat type industrie in aanmerking komende beste beschikbare technieken."

Bijna afgerond

Eind 2008 voldeed in Nederland 91 procent en in het Rijnmondgebied 97 procent van de vergunningen van bestaande bedrijven aan de IPPC-richtlijn. In 2009 is het doorvoeren van de IPPC-richtlijn in de vergunningen in het Rijnmondgebied volledig afgerond of in procedure.

IPPC-richtlijn herzien

De voorgestelde herziening van de IPPC-richtlijn moet de administratieve druk voor de industrie en de overheden verminderen, door de bestaande regels te vereenvoudigen en te verduidelijken. Het gaat om een bundeling in één tekst van zeven afzonderlijke richtlijnen over uitstoot van milieuvervuilende stoffen van de industrie, waaronder de richtlijn geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. Of het er uiteindelijk eenvoudiger op wordt, is overigens nog de vraag.

Veel bereikt

De DCMR werkt continu samen met de procesindustrie aan de vermindering van uitstoot van milieuvervuilende stoffen. Zo is bijvoorbeeld de uitstoot van stikstofoxiden van de industrie in het Rijnmondgebied in 2008 ten opzichte van 1990 met 61 procent gedaald. Voor zwaveldioxide is de daling 64 procent en voor fijn stof 76 procent. In de periode tot en met 2010 daalt de uitstoot verder door aanvullende maatregelen.