Nieuwe veiligere snelheidsmeter voor vliegtuigen

06/07/2009 11:12

Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium

Piloten moeten op elk moment van de vlucht precies weten wat de snelheid van een vliegtuig is. Een te hoge snelheid veroorzaakt bij een vliegtuig harde trillingen die een crash kunnen veroorzaken. Een te lage snelheid (overtrekken) betekent te weinig draagkracht om het vliegtuig in de lucht te houden. Het pitot-statisch systeem, waarmee vliegtuigen nu zijn uitgerust, bepaalt die snelheid op basis van drukmetingen. De techniek van dit systeem wordt gebruikt voor zowel het hoofdsysteem als het backup systeem, maar beiden kunnen door dichtvriezen of beschadiging door hagel fouten veroorzaken in de snelheidsmetingen. Daarom kan een ander back-up systeem op basis van andere sensoren de veiligheid verder verhogen.

In het kader van het EU-project NESLIE is een nieuw systeem ontwikkeld dat snelheid meet op basis van vier lasers. Deze voor het oog onzichtbare lasers schijnen via een raam, ontwikkeld door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), naar buiten en worden teruggekaatst door stof-, water- of ijsdeeltjes in de lucht. Teruggekaatst licht van deze deeltjes bepaalt de grootte van de luchtsnelheid en de richting van de luchtstroom van het vliegtuig.

Het NLR heeft het raam in haar labvliegtuig de Cessna Citation II ingebouwd om de nieuwe luchtsnelheidsmeter te testen. Onlangs zijn succesvolle vliegproeven uitgevoerd. Hierbij is gekeken of de lasers goed werken bij verschillende concentraties van deeltjes in de lucht. De Citation II vloog tot een hoogte van 40.000 voet (ongeveer 13 km) boven zee, platte land en industrieel gebied. En onder verschillende weersomstandigheden (wolken, wind, turbulentie, neerslag en slecht zicht). De vliegmanoeuvres bestonden uit onder meer 'gewoon rondvliegen' en het uitvoeren van paraboolvluchten (gewichtloosheid nabootsen). Uit de eerste vluchten blijkt dat de nieuwe meettechniek goed werkt. In het EU-vervolgproject, DANIELA genaamd, vliegt de Citation II naar het gebied op aarde met de minste deeltjes, de Noordpool, om het systeem verder te testen.

Project NESLIE (AST5-CT-2006-030721) wordt gesteund door de Europese Commissie in het kader van het Zesde kaderprogramma (KP6).

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl