Rotterdamse brief over zeer zwakke school toegelaten
Den Haag, 7 juli 2009 - De brief van de Rotterdamse wethouder aan de
ouders van de leerlingen van de Ibn Ghaldoun school over de kwaliteit
van het onderwijs op deze school is toegestaan. Het gerechtshof
âs-Gravenhage heeft op 7 juli 2009 deze uitspraak gedaan in het hoger
beroep van de gemeente Rotterdam tegen de Stichting voor Islamitisch
Onderwijs Ibn Ghaldoun.
Aanleiding voor de rechtszaak was een brief die de Rotterdamse
wethouder van onderwijs in juli 2008 aan de ouders van leerlingen van
de Ibn Ghaldoun school in Rotterdam stuurde. In de brief stond dat
deze school door de onderwijsinspectie als een zeer zwakke school was
aangemerkt en dat het schoolbestuur volgens de gemeente te weinig deed
om de kwaliteit te verbeteren. De wethouder riep de ouders in de brief
op om het schoolbestuur te vragen terug te treden en hij adviseerde
hen om een andere school te kiezen voor hun kind. Dat laatste vond de
rechtbank te ver gaan. Zij had daarom in het kort geding op 6 augustus
2008 aan de gemeente opgedragen een rectificatie te sturen.
Het hof heeft dit vonnis van de rechtbank vernietigd. Door de school
een âzeer zwakke schoolâ te noemen, doet de gemeente slechts
mededeling van het door de inspectie gegeven, openbare oordeel. Het
hof oordeelt dat het versturen van de brief daarover niet ingreep in
het handelen van het schoolbestuur en dat de school of de ouders door
de oproep en het advies nergens toe gedwongen werden. Zij behielden
hun volle recht om onderwijs te blijven geven en krijgen op die
school. Ook inhoudelijk heeft de gemeente geen onjuiste mededelingen
gedaan. Gelet op het weinige dat het schoolbestuur in de voorafgaande
periode had gedaan om tot kwaliteitsverbetering te komen, kon de
wethouder in redelijkheid oordelen dat er zorgen waren over de
verbetering van de schoolkwaliteit en dat hij de ouders hiervan bij
brief op de hoogte moest stellen. Met de oproep en het advies werden
de ouders praktische en naar eigen keuze te gebruiken oplossingen
aangereikt voor de voor hen ontstane situatie.
LJ Nummer
BI9947
Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 7 juli 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie