toespraak.
Grenzeloos christelijk-sociaal: toespraak ter gelegenheid van 100 jaar CNV (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/speeches,2009/07/Grenzeloos-christelijk-sociaal.html) 07-07-2009 | Nieuwspoort, Den Haag | Toespraak: Verhagen - Minister van Buitenlandse Zaken
Samenvatting:
Hartelijk dank Bert en goedemorgen dames en heren,
Veel dank voor dit mooie cahier dat je mij zojuist overhandigde. 'Grenzeloos
christelijk-sociaal' - een prachtige titel. Een titel die aangeeft dat de
betrokkenheid van CNV niet ophoudt aan de grens, maar dat naastenliefde een
universele reikwijdte heeft. Dat spreekt mij uiteraard bijzonder aan.
Honderd jaar bestaat CNV dit jaar en dat is zeker een felicitatie waard. De
manier waarop jullie dit jubileum vieren is ook bijzonder: met zeven eigentijdse
projecten, zeven verschillende idealen waaraan dit jaar extra aandacht wordt
besteed. Eén van die idealen heeft betrekking op het buitenland: CNV stelt zich
ten doel bij te dragen aan een wereld die werkt, door de arbeidsomstandigheden
te verbeteren van mensen in ontwikkelingslanden die hun brood verdienen in de
informele economie en die nu keihard door de financiële crisis worden getroffen.
Ik begrijp dat ik daar later op de ochtend voor op de fiets ga klimmen?dat doe
ik met alle plezier.
De gevolgen van de financiële crisis laten zich inderdaad wereldwijd voelen.
Onze economie krimpt, en voor veel Nederlanders is dat een hard gelag. Orders
lopen terug, banen staan op de tocht en het wordt lastiger een hypotheek te
krijgen. Mensen maken zich grote zorgen over hun perspectieven en hun
oudedagsvoorziening. Het zijn echt moeilijke tijden. En elders in de wereld is
dat zeker niet anders, en soms nog veel erger. Doordat internationale
kapitaalstromen opdrogen en de wereldhandel terugloopt, worden de economieën van
ontwikkelingslanden zelfs het aller-hardst getroffen. Juist de meest kwetsbare
groepen in die landen moeten het ontgelden. Zoals de mensen die in de informele
economie werkzaam zijn, zijn als eerste de klos. Daarom is het goed dat CNV ook
in tijden van crisis over de grens kijkt, en probeert deze mensen een steuntje
in de rug te geven. Dat past prima in jullie traditie van internationale
betrokkenheid. Hoe die betrokkenheid vorm kreeg, wat de succesverhalen waren, en
waar het soms mis liep, dat kunnen we allemaal lezen in dit cahier, dat een
beeld schetst van één eeuw internationale activiteiten van de
christelijk-sociale beweging. Nogmaals hartelijk dank daarvoor.
Dames en heren,
De CNV en het ministerie van Buitenlandse Zaken komen elkaar regelmatig
tegen, want we delen veel doelstellingen. CNV Internationaal helpt vakbonden in
Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Centraal- en Oost-Europa de belangen van hun
leden op het gebied van werk en inkomen te behartigen. Voor het ministerie van
Buitenlandse Zaken maakt dat deel uit van de mensenrechten en goed bestuur
agenda. We werken dus nauw samen. Voor mijn ambtenaren is dat wel eens lastig,
want bij de CNV werken echte onderhandelaars. Die doen hun vakbondsachtergrond
natuurlijk recht aan en denken dat alles onderhandelbaar is tot en met het
aantal suikerklontjes in de koffie aan toe. De ambtenaren van BZ hebben daar
soms een andere kijk op, maar als politicus en als onderhandelaar tijdens de
laatste kabinetsformatie kan ik dat wel waarderen. Je kunt niet hoog genoeg
inzetten in het leven. Als je iets wilt bereiken moet je hoger inzetten dan je
zult krijgen.
Feit is dat CNV Internationaal, net als FNV Mondiaal, een gewaardeerde
partner is in het vakbondmedefinancieringsprogramma, waar jaarlijks zo'n 16
miljoen euro mee is gemoeid. Dit jaar is een nieuwe fase in die samenwerking
ingegaan. Onze vakbondsactiviteiten worden vanaf 2009 meer geconcentreerd in de
partnerlanden waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie onderhoudt. Zo kunnen
verschillende instrumenten in één land beter op elkaar worden afgestemd en
daarmee wordt de hulp effectiever. CNV heeft prima ingespeeld op die veranderde
situatie: jullie hebben je programma gemoderniseerd, en je organisatie aangepast
aan de nieuwe realiteit. Buitengewoon veel waardering voor de slag die jullie
hebben gemaakt.
Ik ben ook blij dat jullie goede contacten onderhouden met de
Mensenrechtenambassadeur. Als jullie vakbondsgasten op bezoek hebben, gaan
jullie dikwijls bij hem langs, en omgekeerd overlegt hij met jullie voordat hij
afreist naar een bepaald land of er specifieke vakbondsrechten moeten worden
opgebracht. Naar aanleiding van deze contacten bezocht de
Mensenrechtenambassadeur een vakbondsgevangene in Burundi, sprak hij in
Guatemala uitgebreid over de gevaarlijke situatie van vakbondsleiders en kaartte
hij in Ethiopië de situatie van de beknotte onderwijsvakbond aan. Het is goed
dat jullie elkaar weten te vinden. Voor mij geldt dat trouwens ook: als het
effectief is, ben ik altijd bereid vakbondsrechten onder de aandacht van mijn
collega's te brengen. Ik ga daarin doorgaans voortvarend te werk dus laat u het
mij vooral weten.
Bij jullie activiteiten in het buitenland gaan jullie uit van de Decent Work
Agenda van de Internationale Arbeidsorganisatie. Het naleven van internationale
arbeidsnormen is een belangrijke pijler van die agenda. Dat betekent:
- dat er vrijheid van vakvereniging moet zijn;
- dat alle vormen van gedwongen of verplichte arbeid moeten worden uitgebannen;
- dat discriminatie in arbeid en beroep bestreden moet worden en
- dat kinderarbeid moet worden afgeschaft.
Voor mij zijn dit ook belangrijke prioriteiten. In de Mensenrechtenstrategie
heeft de regering afgesproken dat Nederland het initiatief zal nemen binnen de
EU om tot effectieve maatregelen te komen ter bestrijding van kinderarbeid. Dat
houdt ook in: een verbod op het op de markt brengen van producten die door de
ergste vormen van kinderarbeid tot stand zijn gekomen. Dan heb je het over
slavenarbeid en arbeid onder omstandigheden die zo slecht zijn, dat het de
gezondheid van de kinderen schaadt en hun leven gevaar loopt. Binnenkort zal de
Europese Commissie een studie presenteren naar de mogelijkheden om
handelsmaatregelen in te zetten in de strijd tegen kinderarbeid, inclusief de
mogelijkheid van zo'n verbod. Die studie is op mijn initiatief tot stand
gekomen. Ik hoop dat ik met de Europese collega's dit najaar kan besluiten dat
zo'n verbod er ook komt. Daar zal ik me in ieder geval volledig voor inzetten.
Want het geeft in de 21e eeuw geen pas dat kinderen worden uitgebuit, soms onder
de meest erbarmelijke omstandigheden, om producten te maken die hier voor een
appel en een ei in de schappen liggen. Dat willen consumenten ook echt niet,
daar ben ik van overtuigd. Die willen wel een goedkooop t-shirt of een goedkope
broek, maar ze willen niet dat die door kinderen zijn gemaakt. Daar ben ik van
overtuigd.
Overigens kijken we natuurlijk niet alleen naar handelsmaatregelen. De strijd
tegen kinderarbeid is het meest gebaat bij een geïntegreerde aanpak, waarbij we
èn een politieke dialoog voeren, èn ontwikkelingssamenwerking inzetten,
bijvoorbeeld door onderwijs te bieden aan kinderen, èn ook naar
handelsmaatregelen kijken, als laatste stok achter de deur. Iedereen draagt een
eigen verantwoordelijkheid: overheid, bedrijfsleven, consumenten en ook
vakbonden spelen een belangrijke rol. Het bedrijfsleven pikt dit overigens ook
goed op is mijn idee. Maatschappelijk leiderschap, zoals jullie dat noemen, doet
het goed in Nederland. Om het bedrijfsleven nog meer te stimuleren zijn
verantwoordelijkheid te nemen, heeft de regering vorige maand besloten alleen
nog subsidie te verlenen aan bedrijven die geen gebruik maken van kinder- en
dwangarbeid. Op het moment dat een bedrijf aanklopt bij de overheid voor steun,
moet het kunnen zeggen; wij hebben niets te maken met kinderarbeid. En
natuurlijk worden daarbij ook de andere arbeidsnormen betrokken.
Dames en heren,
De CNV staat pal voor vakbondsleiders in het buitenland die in zwaar weer
komen en het moeilijk hebben. Dat waardeer ik enorm. Ik vind dat we
mensenrechtenverdedigers moeten helpen waar we maar kunnen. Via het
Mensenrechtenfonds proberen we dit te doen en onze ambassades besteden er ook
veel aandacht aan. Net als CNV. De Nederlandse regering looft ieder jaar een
prijs uit aan een mensenrechtenverdediger die bijzondere morele moed heeft
getoond in de strijd voor de mensenrechten. Vorig jaar heb ik deze
Mensenrechtentulp uitgereikt aan Justine Masika, die zich in de Democratische
Republiek Congo inzet voor vrouwenrechten en de slachtoffers van seksueel geweld
bijstaat. Dit jaar wordt de Tulp op 9 november uitgereikt. Kandidaten kunnen nog
tot 23 augustus worden genomineerd via de website www.mensenrechtentulp.nl Denk
er eens over na of u nog iemand weet die de prijs zou verdienen. Bijvoorbeeld
een sterke vakbondsman of vrouw die zich dagelijks inzet voor de mensenrechten
van zijn of haar medeburgers, en daarbij zelf negatieve gevolgen ondervindt.
Iemand wiens werk gebaat zou zijn met de erkenning en zichtbaarheid die deze
prijs met zich meebrengt. En mocht u zelf niemand weten: zegt het dan voort!
Vorig jaar ontving de jury ruim honderd nominaties, dat aantal hopen we dit jaar
zeker te evenaren.
Dames en heren,
Ik moet u in alle eerlijkheid bekennen dat ik in geen jaren een serieuze
fietstocht heb ondernomen. En vanochtend verwacht u van mij dat ik in tien
minuten rond het IJsselmeer fiets! Dat wordt nog een hele uitdaging. Maar ik gok
er op dat je het fietsen nooit verleert en vroeger heb ik heel wat kilometers
gemaakt. In de schuur staat nog steeds mijn oude racefiets, helemaal op maat
gemaakt, daar ben ik destijds onder andere mee naar Parijs gefietst. Dat rondje
IJsselmeer moet dan ook haalbaar zijn - zeker omdat het ook nog vooor het goede
doel is. Kom maar op dus, ik ben er klaar voor!
En hartelijk dank voor uw aandacht, voordat ik zodadelijk helemaal buiten
adem ben.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken