Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Nederlandse toewijzing aan EU Battlegroup

07-07-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Hierbij informeren wij u over de militaire bijdrage die ons land aanbiedt voor deelneming aan de snelle reactiemacht van de EU in de eerste helft van 2010. Hiermee geven wij gevolg aan de toezegging van de regering om de Staten-Generaal van de Nederlandse bijdrage aan de EU Battlegroups op de hoogte te stellen op het moment van toewijzing. De regering zegde dit toe in reactie op het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) over ontwikkelingen op het gebied van crisisbeheersing (zie Kamerstuk 29 521, nr. 5).

Sinds 1 januari 2007 beschikt de EU over een volledig operationele capaciteit om zonodig gelijktijdig twee EU Battlegroup-operaties te kunnen uitvoeren. Er is sprake van een halfjaarlijkse rotatie van EU Battlegroups. De EU Battlegroup voorziet in een volledig inzetbaar pakket militaire capaciteiten - inclusief gevechtssteun, logistiek en transport - en is in staat gedurende 30 tot 120 dagen te opereren. Daarbij kan het gaan om evacuatieoperaties en humanitaire ondersteuning alsmede om conflictpreventie en 'initial entry'-operaties (de beginfase van crisisbeheersingsoperaties die gericht zijn op het zonodig gewapenderhand verkrijgen van toegang tot een gebied).

Tweeëntwintig EU lidstaten hebben tot nu toe deelname aan EU Battlegroups aangekondigd. Deelname van derde landen staat open. Zo nemen Noorwegen, Turkije, Kroatië en FYROM deel aan multinationale Battlegroups. Voor 2010 zijn de volgende EU Battlegroups toegezegd.

Eerste helft 2010:

* EU Battlegroup 1: Polen, Duitsland, Letland, Litouwen en Slowakije.
* EU Battlegroup 2: Verenigd Koninkrijk en Nederland

Tweede helft 2010:

* EU Battlegroup 1: Italië, Roemenië en Turkije.
* EU Battlegroup 2: Spanje, Frankrijk en Portugal.

Nederland zal in de eerste helft van 2011 de leiding hebben over een EU Battlegroup met Duitsland, Finland, Oostenrijk en Litouwen. Hierover wordt u tegen die tijd nader geïnformeerd.

Nederlandse aanbod

Nederland formeert samen met het Verenigd Koninkrijk een EU Battlegroup die in de eerste helft van 2010 kan worden ingezet voor EU-geleide crisisbeheersingsoperaties. Nederland draagt aan deze EU Battlegroup bij met de volgende eenheden, waarvan het grootste deel wordt geleverd door het Korps Mariniers:
* een personele bijdrage aan het uitzendbare hoofdkwartier ("Force Headquarters" );
* een infanteriecompagnie;

* een mortiereenheid;

* logistieke ondersteuning;

* een Role 1 medische eenheid;

* enkele liaison officieren;

* enkele marechaussees.

De totale Nederlandse bijdrage aan de EU Battlegroup bedraagt ongeveer 160 militairen, exclusief de bijdrage voor nationale ondersteuning. Nederland levert de plaatsvervangend commandant van het uitzendbare hoofdkwartier.

De toewijzing van Nederlandse militairen aan de EU Battlegroups (en de NATO Response Force) is op zichzelf niet onderworpen aan het Toetsingskader. Een besluit tot inzet is immers nog niet aan de orde. Zoals gemeld in de brief van 26 april 2005 (Kamerstuk 21501-28, nr. 27) is de regering wel bereid zo veel mogelijk de elementen van het Toetsingskader toe te lichten waarover bij de toewijzing van eenheden al duidelijkheid bestaat. Hieronder volgt een toelichting op de desbetreffende elementen uit het Toetsingskader 2009.

Elementen van het Toetsingskader

Gronden voor deelneming

De Veiligheidsstrategie van de Europese Unie stelt dat de Unie, om haar doelstellingen op het gebied van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid te bereiken, bereid moet zijn waar nodig over te gaan tot vroegtijdige, snelle en soms ook robuuste interventie. Snel ter plekke zijn kan soms cruciaal zijn om verdere escalatie van een conflict of de ontrafeling van een nieuw vredesakkoord in een crisisgebied, met alle humanitaire risico's, te helpen voorkomen. Met dit doel zijn de EU Battlegroups in het leven geroepen. De operaties waarvoor een EU Battlegroup kan worden ingezet richten zich op het gehele spectrum van crisisbeheersingstaken zoals omschreven in artikel 17 lid 2 van het EU-verdrag en de EU Veiligheidsstrategie. Dit kan bijvoorbeeld op verzoek van de Verenigde Naties. De EU Battlegroup kan derhalve in de lagere en hogere delen van het geweldsspectrum worden ingezet voor specifieke operaties, rekening houdende met zijn beperkte omvang.

Politieke aspecten/mandaat

Omdat de EU Battlegroups bestemd zijn voor crisissituaties en niet op voorhand vaststaat in welke omstandigheden zij zullen worden ingezet, kunnen geen uitspraken worden gedaan over het mandaat waarop een eventuele inzet berust. Wel is duidelijk dat een besluit tot inzet van de Brits-Nederlandse EU Battlegroup door de Raad van Ministers van de EU wordt genomen. Hierdoor heeft Nederland te allen tijde invloed op het besluitvormingsproces en de wijze van inzet. Als inzet van de EU Battlegroup voor crisisbeheersing aan de orde is en Nederlandse eenheden daarbij betrokken zijn of kunnen worden, zal de regering de Tweede Kamer in beginsel voorafgaand aan de inzet informeren over het besluit van de regering aan de hand van de aandachtspunten in het Toetsingskader.

Deelnemende landen

De Britse bijdrage aan de EU Battlegroup bedraagt ongeveer 1100 militairen. De commandant en het grootste deel van de staf van het uitzendbare Force Headquarters wordt geleverd door het VK. Verder bestaat de Britse bijdrage uit een infanterie-bataljon met ondersteunende eenheden. De Nederlandse eenheden zullen worden geïntegreerd in het Britse bataljon.

Invloed

Via het Politieke- en Veiligheidscomité (PSC) en de Raad van Ministers heeft Nederland invloed op de besluitvorming inzake de inzet van EU Battlegroups. De EU voorziet versnelde besluitvorming wanneer het gaat over de uitzending van een Battlegroup. Het PSC vormt een politiek oordeel, geeft richtlijnen voor verdere stappen in de planning en bereidt besluiten van de Raad voor. In de uitvoeringsfase heeft het PSC politieke controle over de missie en geeft het strategische aansturing. Het EU Militair Comité monitort de juiste uitvoering van de militaire operatie die wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de operationele commandant.

Militaire aspecten

Het Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben een voorkeur voor de militaire aansturing van de Battlegroup door het operationele hoofdkwartier te Northwood (VK) dat dan voor die operatie zal worden geactiveerd tot EU Operatie Hoofdkwartier. De Raad neemt hierover te zijner tijd een besluit.

Eenheden die zijn toegewezen aan de Brits-Nederlandse EU Battlegroup bereiden zich in nationaal en in bilateraal verband voor op een mogelijke inzet. Voorafgaande aan de stand-by periode wordt een gezamenlijk oefenprogramma uitgevoerd, dat wordt afgesloten met een certificering van de EU Battlegroup. Hierdoor wordt zeker gesteld dat de Brits-Nederlandse EU Battlegroup als geheel geschikt is voor de genoemde operaties.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Minister van Defensie,

Drs. M.J.M. Verhagen
E. van Middelkoop

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl