TNO

18 juli 2009

TNO werkt met registratie bouwfouten aan verbetering constructieve veiligheid

Helft bouwfouten al tijdens ontwerp gemaakt

Uit onderzoek van TNO en het CUR Platform Constructieve Veiligheid blijkt dat de helft van de bouwfouten tijdens het ontwerp gemaakt wordt en ruim een derde tijdens de uitvoering. TNO en het Platform Constructieve Veiligheid hielden gedurende zeven maanden een centrale registratie van bouwfouten bij en hebben die geanalyseerd met als doel de bouw in Nederland veiliger te maken. Verbeteringen in de bouw zijn immers pas effectief als de oorzaak van bouwfouten bekend is en aangepakt wordt.

Trends ontdekken

Het gaat om een pilot van het zogenaamde project Aanpak Bouwincidenten Constructieve Veiligheid (abcmeldpunt.nl). Onder de initiërende partijen zijn brancheorganisaties BNA, Bouwend Nederland en ONRI, en de VROM-Inspectie. 82 constructieve fouten zijn anoniem geregistreerd met als doel trends te ontdekken en hiermee inzicht te krijgen waar veiligheidswinst te behalen is.

Ontwerp en uitvoering

Het onderzoekt toont aan dat 51% van de bouwfouten tijdens het ontwerp en 37% van de bouwfouten tijdens de uitvoering zijn gemaakt. Onvoldoende kennis of opleiding en het verkeerd schematiseren van de krachtswerking zijn de belangrijkste oorzaken bij de ontwerpfouten. Bij de uitvoeringsfouten zijn het verkeerd samenstellen van onderdelen op de bouwplaats, schades die ontstaan door de gehanteerde bouwfasering of het verkeerd gebruik van materialen en verwisselde onderdelen de voornaamste oorzaken. Deze pilot wordt nu omgezet in een permanent registratiesysteem om trends te signaleren en aanbevelingen ter verbetering te kunnen doen.

Aanleiding

Er zijn verschillende aanleidingen geweest die tot het opzetten van deze pilotregistratie hebben geleid, waaronder problemen met gevelbeplating van gebouwen in 2006. Als reactie hierop heeft de Onderzoeksraad Voor Veiligheid de aanbeveling gedaan om een centraal systeem op te zetten om bouwkundige calamiteiten te registreren en systematisch onderzoek mogelijk te maken.
bericht 2009-41