Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

5 oktober 2009

Softwarekennis gaat onnodig verloren

De kennis van softwarearchitecten gaat te vaak onnodig verloren. Bovendien is het lastig om de kwaliteit van software snel en eenvoudig te beoordelen. Volgens NWO-onderzoekers Remco de Boer en Rik Farenhorst kunnen deze problemen echter makkelijk verholpen worden. Zij onderzochten hoe architectuurkennis beter kan worden gedeeld en teruggevonden. Zij promoveren op 5 oktober aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het bouwen en ontwerpen van software en grote softwaresystemen vergt veel creativiteit en kennis van softwarearchitecten. Bij projecten als de OV-chipkaart of de digitale belastingaangifte moet bijvoorbeeld rekening gehouden worden met veiligheidseisen, gebruikersgemak en snelheid. De architect verwerkt deze eisen en de wensen van zijn opdrachtgevers in het ontwerp en moet tegelijkertijd rekening houden met technische beperkingen en mogelijkheden. Architecten die niet tijdig over de juiste kennis (kunnen) beschikken, moeten telkens opnieuw het wiel uitvinden.

Rik Farenhorst onderzocht hoe softwarearchitecten beter kennis kunnen delen. Hij ontdekte dat veel architecten simpelweg te weinig met elkaar praten. Zij willen wel kennis ontvangen, maar minder graag kennis overdragen. Hij pleit voor een combinatie van twee communicatievormen: vaste sjablonen waarin zij informatie vast kunnen leggen en open communicatie. Fora of een 'gouden gids' om elkaar te vinden, moeten bijvoorbeeld de communicatie vergemakkelijken.

Software beoordelen
Remco de Boer nam de rol van auditors onder de loep. Deze auditors beoordelen de kwaliteit van softwaresystemen. Vaak betekent dit dat zij stapels papierwerk door moeten nemen op zoek naar de informatie die zij nodig hebben, bijvoorbeeld over de beslissingen die een architect tijdens het ontwerpproces heeft gemaakt. Hij ontwikkelde een leeswijzer voor deze informatie om ervoor te zorgen dat er minder tijd en geld verloren gaat aan eindeloze zoektochten.

Farenhorst en De Boer voerden hun onderzoek uit in samenwerking met een aantal IT-bedrijven. Deze organisaties gaven aan dat het ontwerp- en evaluatieproces van software vaak lastig verliep. Farenhorst en De Boer laten nu zien hoe dit grotendeels verholpen kan worden.

Het onderzoek van Farenhorst en de Boer maakt deel uit van het NWO-programma Joint Academic and Commercial Quality Research & Development (JACQUARD). Zij voerden hun werk uit binnen het project GRIFFIN, dat in kaart hoe en waarom software engineers beslissingen nemen over de architectuur van hun software. GRIFFIN is een consortium van academische en industriële partners.


---