Vrije Universiteit Amsterdam

Taalverwerving: Creating language anew


* Startdatum: 16-10-2009


* Tijd: 15.45


* Locatie: Aula


* Titel: Taalverwerving: Creating language anew


* Spreker: prof.dr. P. Jordens


* Onderdeel: Faculteit der Letteren


* Wetenschapsgebied: Letteren


* Evenementtype: Afscheidscollege

Taalverwerving is een natuurlijk proces zegt Peter Jordens in zijn afscheidscollege Taalverwerving: "Creating language anew". Het is te vergelijken met leren lopen. Om te kunnen lopen moeten we beschikken over de fysieke condities, maar het leren lopen gaat vanzelf. Met taal is het precies zo. Om een taal te leren moeten de voorwaarden gegeven zijn: het taalleervermogen en een talige context. Taalverwerving gaat vanzelf.

Onderzoek naar taalverwerving is onderzoek naar het ontstaan van een taalsysteem. In vroege stadia van taalverwerving blijken er verrassend veel overeenkomsten te zijn tussen het taalgebruik van kinderen die hun moedertaal leren en dat van volwassenen die naast hun moedertaal een tweede taal leren. Jordens noemt als voorbeeld:

Kinderen: Nederlands als moedertaal Volwassenen: Nederlands als tweede taal

ik chocomel hebbe ik alles doen
kannie bal pakke die kanniet praten nederlands popje valt bijna ik woont in casablanca

Kennelijk bestaat er zoiets als een basic language of basic variety waarmee beginnende taalleerders zich eenvoudig maar effectief kunnen uitdrukken. Een basic language bestaat uit lexicale structuren. Dat wil zeggen, structuren die verwijzen naar gebeurtenissen en toestanden, en de rol die personen en objecten daarin vervullen. Grammaticale of functionele elementen ontbreken. Een basic language heeft weinig morfologie (geen oppositie tussen tegenwoordige- en verledentijdsvormen), geen functiewoorden (geen oppositie tussen de, het vs. een; geen hulpwerkwoorden heb/heeft, ben/is) en een vaste woordvolgorde.

Jordens beantwoordt in zijn afscheidsrede de vraag hoe en waarom zich het eenvoudige systeem van de beginnende taalleerder ontwikkelt tot het complexe systeem van de volwassenentaal. En wat kunnen we daaruit leren voor de praktijk van het taalonderwijs?

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam