Partij van de Arbeid

Open brief Wouter Bos over AOW

Wouter Bos reageert vandaag in De Volkskrant op een ingezonden brief van een lezer, waarin hem gevraagd werd de AOW-voorstellen niet slechts strijdbaar te verdedigen maar vooral ook aan te tonen of het wel sociaal genoeg is. 'Vijftig jaar na Drees vragen we van mensen die het kunnen, om langer te werken; teneinde voorzieningen voor mensen die het niet kunnen, in stand te houden. Dat is solidariteit. Dat is PvdA.'

De brief van Bos, zoals gepubliceerd in de Volkskrant van maandag 26 oktober:

'In uw ingezonden brief (Forum, 21 oktober) vraagt u mij om de AOW-voorstellen niet slechts strijdbaar te verdedigen maar vooral ook aan te tonen of het wel sociaal genoeg is. De toets die u daarbij met name aanlegt, is of niet ook de hypotheekrenteaftrek aangepakt zou moeten worden.

Nu is dat eigenlijk uw minst moeilijke vraag. We hebben de afgelopen jaren besloten dat eigenaren van huizen duurder dan 1 miljoen euro (door middel van verhoging van het eigenwoningforfait) meer belasting gaan betalen, dat die grens van 1 miljoen niet geïndexeerd wordt zodat er elk jaar meer huizen onder vallen en dat er een zogeheten brede heroverweging over de toekomst van de woningmarkt komt, waarbij elke mogelijke aanpassing van de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait bespreekbaar is geworden.

En, om die vraag maar alvast voor te zijn, ook het fiscaliseren van de AOW, zodat ouderen met een relatief wat ruimer pensioen meer belasting gaan betalen, is reeds in wet omgezet en treedt vanaf 2011 in werking.

Maar het gaat mij, en waarschijnlijk ook u, om meer. Ik proef in uw brief twijfel of het wel nodig is de AOW-leeftijd te verhogen. Zo hoor ik de door u aangehaalde Agnes Kant en Marcel van Dam (die een aantal jaren terug een verhoging van de AOW-leeftijd overigens gewoon verdedigde) steevast beweren dat de ouderen van de toekomst zo veel pensioen hebben en dus zo veel belasting betalen dat de betaalbaarheid van de AOW helemaal niet in het geding komt.

Dit klopt niet.

Allereerst omdat het niet enkel gaat om de betaalbaarheid van de AOW maar minstens zozeer om de betaalbaarheid van goede zorg, goed onderwijs, veilige buurten en een fatsoenlijke sociale zekerheid.

Maar Kant en Van Dam vergeten nog iets. Om die sociale en solidaire voorzieningen betaalbaar te houden, hadden we de afgelopen jaren goede buffers opgebouwd, met name een lage schuld en een positief financieringssaldo. Toen kwam de crisis. En weg waren de buffers. We kozen voor crisisbestrijding door miljarden extra in de economie te pompen en in crisistijden, ondanks een oplopend tekort, niet te bezuinigen. Dat was sociaal, internationaal onomstreden ook, maar het leidt wel tot een rekening die op enig moment betaald moet worden. Ook daar draagt het verhogen van de AOW-leeftijd aan bij.

Het betaalbaar houden van de verzorgingsstaat onder verslechterde economische omstandigheden bepaalt in een heleboel opzichten waarom we juist nu de stap moeten zetten om de AOW-leeftijd te verhogen. Maar het mes snijdt natuurlijk ook nog aan een andere kant. Immers, zelfs als we in de toekomst allemaal meer dan genoeg belasting afdragen om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden, betekent dit nog niet dat we dan ook genoeg onderwijzers voor de klas en verpleegkundigen aan het bed zullen hebben.

Om dat voor elkaar te krijgen is het ook nodig dat we gemiddeld langer gaan werken. En dat is iets wat je via hogere belastingen niet voor elkaar krijgt, integendeel zelfs. Het lukt wel door te werken aan een sterkere positie van ouderen op de arbeidsmarkt, te investeren in om- en bijscholing, werkgevers aan te spreken op goede arbeidsomstandigheden en als sluitstuk, de AOW- en pensioenleeftijd langzaam te verhogen.

Betekent dit dan dat mensen tot hun 67ste moeten blijven werken? Nee, want nu werkt ook niet iedereen tot zijn 65ste. Maar de gemiddelde leeftijd waarop men ophoudt met werken, zal wel twee jaar opschuiven. Uiteindelijk is dat ook niet zo raar. Vijftig jaar na Drees zijn we gezonder, leven we langer, beginnen we later met werken, zijn de arbeidsomstandigheden verbeterd en zie je ook in andere landen de AOW-leeftijd omhoog gaan. Dan mag je toch redelijkerwijs veronderstellen dat dit hier ook kan?

Met één grote uitzondering. Niet iedereen kan langer doorwerken, bijvoorbeeld omdat ze in een zwaar beroep vroegtijdig versleten raken en nergens meer aan de bak komen. Voor die mensen treffen we dus ook voorzieningen. Allereerst door dat vroegtijdig verslijten zoveel mogelijk te voorkomen met strengere eisen aan werkgevers over arbeidsomstandigheden, personeelsbeleid en scholing. Maar vooral ook door voor hen die toch vroegtijdig een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen, deze uitkering door te laten lopen tot hun 67ste, waardoor ze in het algemeen beter af zijn dan nu! Een buitengewoon sociaal element van onze voorstellen dat vreemd genoeg niet in de vakbondsvoorstellen zat.

Uiteindelijk gaat het mij om één ding. Ik ben lid geworden van de Partij van de Arbeid omdat ik geloof in solidariteit. Solidariteit betekent dat mensen die het goed hebben bereid zijn verantwoordelijkheid te aanvaarden voor het lot van mensen die het minder hebben. Dat is precies wat we hier doen. Vijftig jaar na Drees vragen we van mensen die het kunnen, om langer te werken; teneinde voorzieningen voor mensen die het niet kunnen, in stand te houden. Dat is solidariteit. Dat is PvdA.

Met welgemeende groet,
Wouter Bos.'

Wouter Bos is PvdA-leider en minister van Financiën.