Nederlands lidmaatschap Bestuursraad Internationaal Atoomagentschap
IAEA
Kamerbrief inzake Nederlands lidmaatschap Bestuursraad Internationaal
Atoomagentschap IAEA
Kamerbrief | 28 oktober 2009
Conform mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg inzake
non-proliferatie en nucleaire wapens d.d. 10 september 2009 met de
Commissie voor Buitenlandse Zaken, stuur ik u hierbij een overzicht
van de prioriteiten en inzet van Nederland tijdens ons lidmaatschap
van de Bestuursraad van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA).
Nederland maakt sinds 21 september 2009 voor een periode van drie jaar
deel uit van deze Bestuursraad.
Taken en belang IAEA
Sinds de oprichting in 1957 fungeert het IAEA als belangrijkste
waakhond op het gebied van non-proliferatie en als instituut voor
internationale nucleaire samenwerking voor vreedzame doeleinden. De
activiteiten van het IAEA vallen onder te verdelen in drie
werkterreinen: veiligheid & beveiliging (`safety & security');
wetenschap & technologie (`science & technology'); en waarborgen en
verificatie (`safeguards & verification'). Op deze werkterreinen staat
het IAEA de lidstaten bij in de ontwikkeling en het gebruik van
nucleaire wetenschap en technologie voor verschillende vreedzame
toepassingen, waaronder het opwekken van energie. Verder ontwikkelt
het IAEA nucleaire veiligheids- en beveiligingsstandaarden en
verifieert het door middel van inspecties de naleving door staten van
hun non-proliferatieverplichtingen.
Naast de jaarlijkse vergadering van de lidstaten (General Conference)
is de Bestuursraad (Board of Governors) het belangrijkste
besluitvormende orgaan van het IAEA. De Bestuursraad bestaat uit 35
leden die door de General Conference worden aangewezen c.q. gekozen.
Het belang van het IAEA is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Het
uitblijven van een oplossing voor de nucleaire crises (Iran en de
Noord-Korea) en de renaissance van kernenergie in alle delen van de
wereld zorgen ervoor dat dit belang de komende jaren alleen maar
verder zal toenemen. Het lidmaatschap van de Bestuursraad geeft
Nederland de mogelijkheid actief te zoeken naar oplossingen voor de
uitdagingen waarvoor het IAEA zich gesteld ziet.
Nederlandse inzet
Nederland zal voornamelijk in EU-verband optreden in het IAEA. Op deze
manier kunnen de beste resultaten worden bereikt. Nederland zal zich
complementair aan het EU-optreden ook inzetten voor thema's waar wij
een meerwaarde of een meer eigen invalshoek hebben.
Hieronder zet ik graag de prioriteiten van de Nederlandse inzet in de
Bestuursraad per thema uiteen.
Nucleaire waarborgen en verificatie
Uitgangspunt op dit terrein blijft maximale versterking van het
waarborgensysteem en een stevig en automatisch optreden tegen
`overtreders'. Nederland zal zich in dat kader blijven inzetten voor
de universalisering van het Additioneel Protocol, dat in combinatie
met een alomvattende waarborgovereenkomst (Comprehensive Safeguards
Agreement) voor Nederland en de EU de `verificatiestandaard' vormt.
Alleen met deze twee instrumenten is het IAEA in staat te garanderen
dat nucleair materiaal niet voor andere dan vreedzame doeleinden wordt
gebruikt. De Directeur-Generaal van het IAEA, Dr. ElBaradei, heeft ook
m.b.t. het Iraanse nucleaire programma meerdere malen de noodzaak van
universele ratificatie van het Additioneel Protocol benadrukt.
Het IAEA kan voor Nederland, dat het Additioneel Protocol wel heeft
geratificeerd, de zogenaamde `broader conclusion' trekken, d.w.z. dat
het Agentschap in staat is te garanderen dat in Nederland geen
nucleair materiaal voor andere dan vreedzame doeleinden wordt
gebruikt. Naast controle door inspecteurs van het IAEA, staat nucleair
materiaal in Nederland ook onder toezicht van EURATOM-inspecteurs. De
hoeveelheid inspecties die hierdoor worden uitgevoerd, vormen een
belasting voor de werkzaamheden van de nucleaire instellingen in
Nederland. De regering zal zich inzetten voor een verlichting van de
inspectiedruk zonder dat het toezicht verzwakt.
Nucleaire beveiliging (nuclear security)
De voortdurende dreiging van nucleair terrorisme is één van de
grootste bedreigingen voor onze veiligheid. De beveiliging van
nucleair materiaal en installaties is essentieel om te voorkomen dat
dit materiaal in handen komt van terroristen of andere kwaadwillenden.
Nederland zal zich inzetten om de fysieke beveiliging van nucleaire
installaties wereldwijd te verbeteren om de dreiging van nucleair
terrorisme te minimaliseren. Het Nuclear Security Fund (NSF) van het
IAEA speelt hierbij een belangrijke rol. Nederland is de afgelopen
jaren een belangrijke donor van het NSF geweest en tijdens de plenaire
vergadering van het Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism
(GICNT) in juni in Den Haag heb ik een bijdrage van EUR250.000
toegezegd. Nederland is van mening dat het NSF uit de reguliere
begroting van het IAEA gefinancierd zou moeten worden. Dit stuit
vooralsnog op verzet van een groot aantal andere IAEA-lidstaten.
Nederland zal zich hier voor blijven inzetten, maar is zo nodig bereid
de toegezegde bijdrage voor de komende drie jaar te continueren.
In dit kader is het ook van belang dat de IAEA-richtlijnen voor de
beveiliging van nucleair materiaal worden herzien. Het is hoognodig
dat de lessen die zijn geleerd na de aanslagen van 11 september 2001
worden meegenomen bij deze herziening. We zullen hierbij gebruik maken
van de resultaten van de missies die het IAEA sinds 2005 ter
verbetering van de nucleaire beveiliging in Nederland heeft
uitgevoerd. 1 Nederland was het eerste Europese land waar dergelijke
missies hebben plaatsgevonden en loopt daarmee voorop in de
transparantie over het nucleaire programma.
Nucleaire veiligheid (nuclear safety)
Daar waar `security' gaat over de fysieke beveiliging van nucleair
materiaal, gaat het bij `safety' om de operationele veiligheid van
nucleaire installaties. Nederland zal zich blijven inspannen om die
landen die een kernenergieprogramma hebben toe te laten treden tot
alle relevante veiligheidsconventies. We zullen ondersteuning bieden
(o.a. d.m.v. expertise) aan landen bij de implementatie van conventies
en het opzetten en opschonen van de nucleaire boekhouding. In de
Bestuursraad zal Nederland blijven pleiten voor maximale
transparantie, zowel naar publiek als naar IAEA-leden, op het gebied
van nucleaire veiligheid. Nederland heeft op dit gebied een
voorbeeldfunctie. De grote mate van transparantie die Nederland
betracht in het omgaan met de problematiek rond de Hoge-Flux-Reactor
in Petten, de voortdurende inspecties van nucleaire installaties en de
peer-review, die op Nederlands verzoek heeft plaatsgevonden, zijn
goede voorbeelden.
Vreedzaam gebruik van kerntechnologie
Wereldwijd is er sprake van een renaissance van kernenergie. Ook in
Nederland wordt gesproken over de toekomst van kernenergie. In het
kader van het debat in Nederland over kernenergie en het opstellen van
de verschillende kernenergiescenario's, wil Nederland de
informatie-uitwisseling met het IAEA intensiveren.
De laatste jaren is in toenemende mate sprake van wereldwijde tekorten
aan medische radio-isotopen (m.n. Molybdeen-99) met alle gevolgen van
dien voor de adequate behandeling van miljoenen (kanker-)patiënten. De
reden hiervoor is dat de grootste producenten zich moeten bedienen van
onderzoeksreactoren die door ouderdom (meer dan 45 jaar) gebreken gaan
vertonen. De reactor in Petten is wereldwijd de tweede producent voor
medische radio-isotopen. Een ingrijpende reparatie volgend voorjaar
zal de productie stilleggen. Vanwege het grote maatschappelijk belang
van de productie van medische radio-isotopen heeft de regering onlangs
besloten tot vervanging van de reactor in Petten. De nieuwbouw zal
echter vele jaren in beslag nemen. In de Bestuursraad zal Nederland
inzetten op een verbeterde internationale coördinatie en afspraken met
betrekking tot de productie van medische isotopen.
`Technische samenwerking' als onderdeel van het vreedzaam gebruik van
kernenergie op basis van artikel IV van het Non-Proliferatieverdrag is
een belangrijke pijler van het IAEA. Uitvoering aan de technische
samenwerking wordt gegeven via het Technical Assistance Programme.
Nederland draagt hier jaarlijks ruim EUR 1,5 miljoen aan bij. Hoewel
het IAEA de laatste jaren vorderingen heeft gemaakt het stroomlijnen
van dit programma zijn nog vele verbeteringen mogelijk en
noodzakelijk. Het programma is nog te vaak een grote verzameling
projecten zonder duidelijke samenhang, de criteria voor de toekenning
van projecten zijn gedateerd, en de resultaten moeilijk te meten.
Echte partnerschappen tussen het IAEA en ontvangende landen worden
niet opgebouwd, hetgeen gevolgen heeft voor de duurzaamheid. Nederland
wil vanuit eigen ervaringen een belangrijke bijdrage leveren om het
IAEA-Secretariaat de middelen effectiever te laten gebruiken.
Belangrijk doel is daarbij ook om het Technical Assistance Programma
breed in de IAEA-organisatie op te hangen, zodat er bij het toekennen
van projecten ook rekening kan worden gehouden met eventuele zorgen
over de naleving van waarborgovereenkomsten.
Nederland zoekt actief het debat over multilaterale benaderingen van
de brandstofcyclus (Multilateral Nuclear Approaches of MNA). Deze
kunnen landen, die niet beschikken over een eigen
verrijkingscapaciteit, een extra zekerheid geven voor de leverantie
van nucleaire brandstof. Dat kan landen er ook van weerhouden zelf te
beginnen aan proliferatiegevoelige onderdelen van de nucleaire
brandstofcyclus, zoals verrijking. Multilaterale benaderingen kunnen
bijdragen aan energiezekerheid en tegelijkertijd een positief effect
hebben op non-proliferatie-inspanningen. Nederland zal zich in de
Bestuursraad inzetten om proliferatie resistente multilaterale
benaderingen van de nucleaire brandstofcyclus te ontwikkelen en hier
overeenstemming over bereiken. Nederland zal daarbij nauw samen
blijven werken met de Urenco-partners Duitsland en het Verenigd
Koninkrijk.
Toekomst van het IAEA
Het belang en de taken van het IAEA zullen de komende jaren alleen
maar verder toenemen, zeker gezien de wereldwijde uitdagingen op het
gebied van non-proliferatie en vreedzaam gebruik van kernenergie. Een
versterking van het non-proliferatieregime door een succesvolle
uitkomst van de NPV-Toetsingsconferentie, dient gepaard te gaan met
een versterking van het Agentschap. Nederland zal zich inzetten om
overeenstemming te bereiken over de toekomst van het IAEA, waarbij het
Agentschap is uitgerust met adequate middelen om de opgedragen taken
uit te voeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
1 Het betrof hier zogenaamde International Physical Protection
Advisory Service-missies (IPPAS).
Ministerie van Buitenlandse Zaken