Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Ministerie van VROM
Vraag naar seniorenstad gering: succes afhankelijk van schaal en
voorzieningen
10-12-2009
Een selecte groep van senioren (55+), maximaal 23.000 huishoudens,
heeft belangstelling voor het op korte termijn verhuizen naar een
buurt, dorp of stad met vrijwel uitsluitend 55-plussers. Dit is minder
dan 1 procent van alle 55-plushuishoudens in ons land. Voor een
`seniorendorp' ter grootte van 1.500 tot 2.000 woningen is de
landelijke animo hooguit 13.000 huishoudens, nog geen half procent van
alle 55-plussers.
Dit blijkt uit onderzoek naar de aard en omvang van de vraag naar een
seniorenstad in Nederland dat in opdracht van het ministerie voor
Wonen, Wijken en Integratie (WWI), de provincie Flevoland en de
gemeente Noordoostpolder is uitgevoerd.
Succes seniorenstad afhankelijk van aantrekken senioren uit andere regio's
In het onderzoek is behalve de landelijke vraag ook gekeken naar de
haalbaarheid van een (kleine) seniorenstad op drie concrete locaties
verspreid over het land: in de provincie Flevoland (Noordoostpolder),
in het Groene Hart (Zevenhuizen-Moerkapelle) en in Zuid-Limburg
(Meerssen). Voor een succesvol initiatief tot een seniorenstad in
Meerssen of Noordoostpolder schiet volgens de onderzoekers de
regionale belangstelling tekort. Voor beide locaties geldt dat het
welslagen afhangt van de wervingskracht van het concept onder senioren
in heel Nederland. De beste kansen dichten de onderzoekers toe aan een
klein seniorendorp grenzend aan de bestaande bebouwing (`een buurt van
6 straten en 350 woningen'). Zevenhuizen-Moerkapelle aan de rand van
het Groene Hart is daar een goed voorbeeld van. Een dergelijk
kleinschalig initiatief onder de rook van Rotterdam en Den Haag, kan
op korte termijn rekenen op maximaal 800 belangstellende huishoudens.
Kleinschalig, gevarieerd en met voldoende (zorg)voorzieningen
Alleen een kleinschalig initiatief is kansrijk; niet alleen omdat
senioren dat veel aantrekkelijker vinden, maar ook vanwege het risico
op een tegenvallende belangstelling. Bovendien vormen een centrale
ligging en de bevolkingsdichtheid van de regio belangrijke
succesfactoren. De grote uitdaging voor de markt ligt in het vinden
van een goede balans tussen enerzijds kleinschaligheid en anderzijds
voldoende aanbod van voorzieningen. Voor geĂŻnteresseerde senioren
blijkt de nabijheid van voorzieningen (voor zorg, vrije tijd, winkelen
en openbaar vervoer) doorslaggevend. Daarnaast vinden zij een goede
mix van leeftijden in een toekomstige seniorenstad en gevarieerde
prijzen in het woningaanbod belangrijk. Hetzelfde geldt voor de
inkomensopbouw: de voorkeur gaat uit naar een concept gericht op
verschillende inkomensgroepen in plaats van alleen op hogere inkomens.
Het onderzoek
Aanleiding voor het onderzoek vormde het initiatief van een groep van
bedrijven om een seniorenstad te ontwikkelen in de gemeente
Noordoostpolder (Flevoland). Het onderzoek is gebaseerd op de
seniorenmodule (WoON55+) van het Woononderzoek Nederland (WoON) uit
2007 en op panelinterviews onder 55-plussers (gehouden in 2008). De
kwantitatieve analyses leveren een representatief beeld voor
55-plushuishoudens in Nederland. Respondenten is gevraagd of zij samen
zouden willen wonen met andere senioren en zo ja, op welk schaalniveau
(oplopend van een complex, via een buurt en een dorp tot het niveau
van een complete stad). Respondenten is in het WoON55+ geen concreet
stedenbouwkundig concept voorgelegd. Daarom zijn de uitkomsten van de
analyses tijdens de panelinterviews besproken met 55-plussers die
eerder ook aan het WoON55+ hebben deelgenomen. Met hen is verder
ingegaan op mogelijke varianten van een seniorenstad en hun
voorkeuren.
De interviews waar het onderzoek op gebaseerd zijn, zijn afgenomen
voor de kredietcrisis. De haalbaarheid van een seniorenstad kan
daardoor inmiddels afwijken van de in dit onderzoek gepresenteerde
resultaten.
Download
Zie het origineel